Zo veel mogelijk mensen aanmoedigen om te leren wat artificiële intelligentie (AI) is, dat is het doel van de Europese online cursus ‘Elements of AI’ die eind vorige maand van start ging in België onder supervisie van de KU Leuven en de UCLouvain.
"Elements of AI" is een gratis online cursus over artificiële intelligentie van Reaktor en de Universiteit van Helsinki die de cursus twee jaar geleden ontwikkelde. De cursus is toegankelijk voor iedereen vanaf de leeftijd van vijftien jaar en vereist geen voorkennis”, aldus Nathanaël Ackerman, verantwoordelijke van het initiatief AI4Belgium en de FOD Beleid en Ondersteuning (FOD BOSA) bij de online voorstelling van het project dat op de steun van federale en regionale overheden kan rekenen.
In zes hoofdstukken die open en meerkeuzevragen combineren, krijgen studenten inzicht in de belangrijkste implicaties van AI, leren ze meer over de methoden die de technologie mogelijk maken en leren ze hoe ze er kritisch over na kunnen denken. Na gemiddeld 25 uur opleiding ontvangen de studenten een certificaat van de KU Leuven, voor Nederlandstalige studenten of de UCLouvain, voor Franstaligen, als bewijs dat de cursus met succes werd afgerond.
"Of het nu gaat om geneeskunde, transport of de industrie gaat, het dagelijkse leven wordt beïnvloed door kunstmatige intelligentie en dat zal in de toekomst nog meer het geval zijn", zegt Vincent Blondel, rector van UCLouvain. "Om ervoor te zorgen dat elke burger de voordelen en beperkingen ervan kan inschatten, is het noodzakelijk om de fundamenten en uitdagingen te begrijpen."
Het project wordt ondersteund door de Europese Unie en was al beschikbaar in Zweden, Estland, Duitsland, Noorwegen en Letland. Uiteindelijk zal het in elk land van Europa en in alle lokale talen worden opgestart. Ondanks de Engelse benaming is de cursus daarom in België beschikbaar in het Nederlands, het Frans en het Duits.
In Europa hebben zo'n 500.000 studenten zich al ingeschreven. Het doel is nu om 100.000 Belgen, of 1% van de bevolking, te overtuigen om de cursus te volgen, eerst burgers, dan werknemers in de openbare diensten en de privésector.