Exact 524 kankerpatiënten hebben vorig jaar hun voortplantingsmateriaal laten invriezen. Ze kunnen na hun behandeling alsnog aan kinderen beginnen. Dat meldt minister van Volksgezondheid Maggie De Block op basis van cijfers van het Riziv.
Het invriezen van voortplantingsmateriaal, het zogenaamde oncofreezing, gebeurt bij kankerpatiënten voor ze aan een zware behandeling beginnen die hun vruchtbaarheid kan aantasten, zoals chemotherapie. Hun voortplantingsmateriaal wordt afgenomen, ingevroren en bewaard om later te gebruiken. Sinds 2017 wordt oncofreezing terugbetaald voor onder anderen kankerpatiënten.
In 2018 maakten 177 vrouwelijke en 347 mannelijke kankerpatiënten gebruik van oncofreezing. Meestal ging het om patiënten met een kwaadaardige hematologische aandoening als leukemie of lymfoom, klinkt het in een persbericht. Ook veelvoorkomend waren borst- en teelbalkanker. Van de 524 patiënten waren er 73 jonger dan 16.
"Een kankerdiagnose is ongelofelijk zwaar om te dragen. Als je daarbij ook je kinderwens in rook ziet opgaan, word je dubbel getroffen. Door oncofreezing terug te betalen, willen we die extra zorg wegnemen", aldus minister De Block.
Vorig jaar breidde minister De Block de terugbetaling van oncofreezing uit naar drie bijkomende patiëntengroepen. Het gaat om vrouwen met een borderline eierstoktumor, patiënten die een bloedstamcel-transplantatie moeten ondergaan wegens zeldzame bloedziektes zoals thalassemie, en mannen met teelbalkanker die enkel chirurgie moeten ondergaan, zonder aanvullende chemo- of radiotherapie. In totaal is 4 miljoen euro per jaar uitgetrokken voor de terugbetaling.