Vooruit stapt niet in een regering als het de bedoeling is om te besparen op gezondheidszorg. Dat heeft kopstuk Conner Rousseau gezegd in VTM Nieuws. "Als het daarvoor is, moet men ons zelfs niet bellen", klonk het fors.
Naast N-VA en Vlaams Belang is Vooruit de derde winnaar van de verkiezingen in Vlaanderen. De socialisten lijken een sleutel in handen te hebben voor zowel de Vlaamse als federale regeringsvorming, maar "bij ons primeert de inhoud", maakte Rousseau duidelijk. "Ik lees in veel programma's dat men wil besparen in de gezondheidszorg. Als het daarvoor is, dan moet men ons zelfs niet bellen", zei hij.
De Vlamingen willen dat ook niet, benadrukte Rousseau, want ze hebben voor Vooruit en minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke gestemd.
Ook Vlaams wil Vooruit enkel in een regering stappen als de partij kan wegen op zijn thema's. "Alle Vlaamse regeringspartijen verliezen fors, die Vlaamse regering is afgestraft. Vooruit gaat erop vooruit, wij willen een ander beleid op onderwijs, meer investeringen in zorg, meer openbaar vervoer."
N-VA-voorzitter Bart De Wever kan wat Rousseau betreft wel premier worden, al staat dat voor een Vlaams-nationalist die het land wil splitsen wel "als een tang op een varken". "Hij is intelligent en heeft het goed gedaan bij de verkiezingen, maar misschien zou hij beter eerst minister-president (in Vlaanderen, red.) worden. Dan hebben we daar ook eens iemand anders." Hoe dan ook gaat Rousseau "liever op de koffie met Bart De Wever dan met (Vlaams Belang-voorzitter, red.) Tom Van Grieken." De Wever en Rousseau hebben elkaar ook al proficiat gewenst met het resultaat, zei de socialist nog.
Voor Vooruit zal voorzitster Melissa Depraetere nu de leiding nemen in de regeringsonderhandelingen. Of zij voorzitster blijft, kon Rousseau niet zeggen. Maar "we komen heel goed overeen en zullen dat blijven doen. Wie welke titel heeft, maakt minder uit."
Rousseau, die vanop de lijstduwersplaats vlot verkozen raakte in het Vlaams Parlement, is tevreden met zijn persoonlijk resultaat. "Het is een moeilijk jaar geweest, voor mij, de partij en mijn familie", zei hij. Toch heeft hij vannacht wakker gelegen van de vraag wat het had kunnen worden als hij de racistische en seksistische uitspraken waarvoor hij vorig jaar ontslag moest nemen als partijvoorzitter niét had gedaan, gaf hij toe.