Het Riziv wil thematische transversale commissies oprichten om het overleg te verbeteren. Die raadgevende structuren zouden meerdere beroepsgroepen bij elkaar brengen en een tegengewicht vormen voor de vaak verguisde logica van silowerking.
Tijdens het symposium ter gelegenheid van de 60ste verjaardag van het Riziv nodigde de minister van Volksgezondheid de grote organisator van de sociale zekerheid uit om zich opnieuw uit te vinden op het vlak van overleg.
In zijn Bakens voor de toekomst geeft het Riziv zelf aan dat het overlegmodel moet evolueren. Hoe verloopt dat concreet? Administrateur-generaal Benoît Collin legt het uit aan De Specialist en Medi-Sfeer.
“De wil om het overlegmodel tussen de vertegenwoordigers van de verschillende beroepsgroepen en de verzekeringsinstellingen te doen evolueren, stond al in 2014 op de agenda. Een baken over de aanpassing van het overlegmodel werd toen al voorgesteld. In 2021 en 2022 lanceerden we de eerste transversale groepen in het kader van het meerjarenbudget voor gezondheid. Dat was een eerste, nog niet formele poging. We hebben groepen opgericht die op verschillende projecten hebben gewerkt. Onze bedoeling is om transversale commissies in het leven te roepen, naast de commissies per beroepsgroep (de medicomut, de dentomut,…). Die laatste blijven bestaan. Er is overigens geen reden waarom ze zouden verdwijnen.”
Gemengde commissies
De topman stipt aan dat de wetgeving al toestaat dat er gemengde commissies worden opgericht. “We hebben al alle zorgberoepen (artsen, verpleegkundigen,…) samengebracht die werken in de dialyse en de nefrologie. We kunnen officieel al gemengde commissies opstarten die beslissingen kunnen nemen in de plaats van de commissies die per silo werken.”
De transversale commissies moeten dus verschillende beroepsgroepen samenbrengen in functie van de behoeften, op een flexibele manier. “Gaat het over mentale gezondheid, dan zetten we de actoren binnen de geestelijke gezondheidszorg rond de tafel. Idem voor bijvoorbeeld revalidatie of perinataliteit. Naargelang het thema, verenigen we de betrokken personen met vertegenwoordigers van het Riziv en van de verzekeringsinstellingen. De bedoeling is om een transversale commissie te hebben die niet langer in één silo werkt, maar eerder per pathologie of per specifiek thema, wat grondig overleg vergt en veel meer samenwerking vereist. Samenwerking staat centraal in het proces en we pogen tot een akkoord te komen dat de individuele commissies overstijgt. Als die formule werkelijkheid wordt – we werken momenteel aan een voorstel in die richting – en ze wordt aanvaard door de verschillende instanties en in de wet verankerd, zullen we die transversale commissies in het leven roepen en herbekijken we de rol van de commissies per beroepsgroep. Als we bijvoorbeeld een specifiek probleem moeten bespreken dat de artsen en de verzekeringsinstellingen aanbelangt, gaan we dat niet in het openbaar doen.”
De transversale commissies zullen, net als de andere commissies, een voorstel doen aan het Verzekeringscomité, dat alles overkoepelt, coördineert en uiteindelijk beslist. “De transversale commissies krijgen geen beslissende bevoegdheid, ze zijn eerder raadgevend. Ze stellen verschillende transversale projecten voor en volgen die op”, legt Benoît Collin uit.
Budgetair beleid
In het globale budget voor gezondheidszorg zal een post worden voorzien voor deze projecten. “Dat is nu al het geval voor geïntegreerde zorg. Het budget wordt verdeeld onder de verschillende actoren die samenwerken. Zo kan bijvoorbeeld in de transversale commissie over geïntegreerde zorg ook plaats worden gemaakt voor de deelstaten. We hebben gemerkt dat om transversaal overleg te stimuleren er informele lagen werden toegevoegd. Meestal gaat het om groepen die vanzelf tot stand komen. Die procedure verloopt niet formeel. Vaak komt het initiatief vanuit het kabinet van de minister van Volksgezondheid. Wat ook een probleem stelt op het vlak van paritair overleg, evenwicht en continuïteit. We willen het overleg in zijn geheel opnieuw in een formeel en wettelijk kader gieten. We behouden het paritair overleg, maar we stellen het meer open.”
Om het overleg te bevorderen, vindt Benoît Collin het ten slotte ook noodzakelijk om de timing van de vergaderingen af te stemmen op de noden van de deelnemers en om online deelname mogelijk te maken.
> Prof. em. Erik Schokkaert voorzitter Commissie Gezondheidszorgdoelstellingen