Een nationale bevraging bij arts-specialisten in opleiding (ASO's) en hun opleiders, uitgevoerd door de FOD Volksgezondheid, legt verschillende pijnpunten bloot. Zo blijkt dat supervisie en begeleiding niet steeds gegarandeerd te zijn en wordt er onvoldoende feedback voorzien aan ASO's. De Vlaamse vereniging voor arts-specialisten in opleiding (VASO) dringt aan op een grondige hervorming. Los daarvan zijn de aanbevelingen in het rapport wollig en vaak geformuleerd in krom Nederlands, stellen we vast.
“De overheid moet haar verantwoordelijkheid opnemen in de kwaliteitsbewaking van de opleiding en de gepaste maatregelen voorstellen en uitvoeren", klinkt het. De reactie komt er na het zopas gepubliceerde online rapport van de FOD Volksgezondheid over de kwaliteit van de opleiding van ASO's in België. Dat rapport kwam er na een uitgebreide bevraging bij zowel de ASO's als hun (coördinerende) stagemeesters en begeleiders, met daarbij ook een prominente rol van VASO.
“We vragen al jaren om een objectieve meting van en visie over de kwaliteit van de Belgische specialistenopleiding. We zien in omringende landen dat regelmatig een evaluatie gemaakt wordt, maar bij ons ontbreekt dat. Deze bevraging is dus een eerste nulmeting die wij sterk hebben aangemoedigd", zegt VASO-voorzitter Dr. Jonas Brouwers (foto).
Oud en nieuw zeer
De problemen die werden blootgelegd zijn niet nieuw. Zo blijkt onder andere:
- dat bijna 1 op de 3 artsen in opleiding een overschrijding van hun wettelijke arbeidsduur meemaakt,
- dat de praktische behoeften van de dienst vaak primeren boven de kwalitatieve opleiding,
- dat er geen tijd voor wetenschappelijke opleiding wordt voorzien, zelfs wanneer dat verplicht is.
Er zijn echter ook enkele opvallende nieuwe zaken in het rapport. Zo blijkt dat:
- de supervisie van artsen in opleiding in meer dan 1 op 10 gevallen door een andere ASO gebeurt;
- dat 70% van de ASO's zelfs zelden of nooit een (in)formeel gesprek over hun opleiding heeft met de stagemeester;
- dat bijna de helft van de stageplaatsen geen onafhankelijke vertrouwenspersoon heeft aangesteld;
- 8 op 10 artsen in opleiding geen weet heeft van het bestaan van een beleid ter bevordering van de fysieke, psychologische en professionele veiligheid van de ASO.
Dat laatste is nochtans wettelijk verplicht voor elk ziekenhuis.
Bovendien geeft meer dan 1 op 4 ASO’s aan zich wekelijks gedwongen te voelen om met klinische problemen om te gaan die hun kennis, competenties of ervaring te boven gaan.
Discrepantie tussen groepen
Opvallend is ook de discrepantie tussen de verschillende groepen respondenten. Zo zeggen meer dan 2 op de 3 stagemeesters dat de kwaliteit van de opleiding in hun dienst op minstens één manier wordt geëvalueerd, terwijl iets meer dan de helft van de ASO’s het tegendeel beweert. “Dit duidt niet per se op kwade wil, het is goed mogelijk dat sommige ASO's niet op de hoogte zijn van dergelijke systemen, of dat sommige opleiders denken dat bestaande evaluatiesystemen door de ASO's gebruikt worden, hoewel dat in de praktijk niet het geval is”, aldus dr. Brouwers.
Wollige aanbevelingen, krom Nederlands
Ondanks het lijvige rapport dat de langverwachte stand van zaken op het terrein vaststelt, is de lijst met aanbevelingen eerder beperkt volgens VASO.
Dat klinkt tamelijk eufemistisch. De aanbevelingen zijn eigenlijk nogal wollig, enkele passages niet te na gesproken. Of wat moet je denken van de volgende 'aanbeveling': "Optimaliseren van de procedure voor de notificatie van kwaliteitsproblemen in de opleiding, in het bijzonder op vlak van reactievermogen van de procedure, de gradatie van de maatregelen en de opvolging." Naast het bijzonder kromme Nederlands zegt zoiets alles en niets tegelijk. Nog een staaltje: "Optimaliseren van de procedure voor de aanvraag, het behoud of de hernieuwing van een erkenning door de introductie van een aanvullend systeem van kwaliteitsbewaking om de kwaliteit van de opleiding van de ASO te garanderen." Wie deze zin begrijpt na hem één keer gelezen te hebben, mag nu opstaan.
VASO wijst op de verantwoordelijkheid van de federale overheid om aan de slag te gaan met haar eigen data. “Dit rapport toont tal van opportuniteiten om de ASO-opleiding administratief, pedagogische en kwalitatief te verbeteren. Men spreekt al jaren over de kwaliteitsverbetering van de opleiding, maar als men concrete zaken wil veranderen, botst men op muren."
"Wij zijn bijvoorbeeld al lang vragende partij voor structurele visitaties van de opleidingsplaatsen of teach-the-teacher initiatieven, hetgeen nu ook ondersteund lijkt te worden door de resultaten uit dit rapport.
"Het is aan de overheid om nu de knopen door te hakken en werk te maken van een grondige hervorming van de opleiding tot arts-specialist” klinkt het. “Een kwalitatieve opleiding tot arts-specialist is immers de sleutel tot het bevorderen van de zorgkwaliteit.”