In de strategie van CD&V om het platteland te verdedigen, past ook de strijd voor het behoud van erkende borstklinieken in dunbevolkte gebieden. Kamerlid Nawal Farih uit Genk trekt ten strijde om haar eigen regio te verdedigen. “Neem het aantal ingrepen per chirurg als criterium”, zegt Farih. “En groepeer de artsen per ziekenhuisnetwerk.”
Haar pleidooi staat vandaag in Het Belang van Limburg, maar het is niet uniek. Het doet denken aan wat AZ West gaf als reactie op het KCE-rapport dat de weg plaveit naar een rationalisering van het aantal erkende borstklinieken. Overigens is de reactie van Farih niet helemaal in tegenstrijd met wat Vandenbrouke (Vooruit) wil. Ook de minister wil dat per ziekenhuisnetwerk minstens een erkende borstkliniek actief is. Maar hij zet dus wel de terugbetaling stop voor de behandeling buiten erkende coördinerende borstklinieken.
In Limburg betekent dat dat borstkankerpatiënten alleen nog in ZOL Genk of Jessa Hasselt terecht zullen kunnen voor de ingrepen. Noorderhart in Pelt valt uit de boot, zelfs al telt het het benodigde minimaal aantal ingrepen voor een erkenning als coördinerende borstkliniek. Vervelend detail: momenteel is de instelling alleen als satellietklliniek erkend.
Farih meent dat men moet rekening houden met de ervaringen van individuele artsen. “In een kleiner ziekenhuis werken ook minder artsen, maar die doen vaak minstens evenveel of zelfs meer ingrepen dan artsen in een groter ziekenhuis. Bovendien kan je die artsen laten samenwerken in een ziekenhuisnetwerk", bepleit ze in Het Belang van Limburg.
Het kabinet van Vandenbroucke zegt dat er nu ook al rekening wordt gehouden met het aantal ingrepen per arts. “Een chirurg moet minstens 30 patiënten per jaar zien."
Overigens beslist Vandenbroucke niet alleen over dit dossier. Weliswaar heeft hij een belangrijke financiële hefboom in handen, maar over de controle en erkenning beslissen de deelstaten. Er zal dus overleg moeten volgen tussen beide niveaus.