De Staten-Generaal van de Geestelijke Gezondheid (SGGG) deelt de teleurstelling van tal van voorzieningen over de beslissing van de federale regering tijdelijke projectmiddelen voor psychologische zorg voor jongeren vroegtijdig stop te zetten. Deze beslissing is een woordbreuk en getuigt van een verziekt beleid dat mikt op en niet toekomt aan structurele hervormingen, luidt het harde verdict.
Lalieux kop van jut
In plaats van het proces van gelijkschakeling tussen lichamelijke en geestelijke gezondheidszorg voort te zetten, zoals federaal voorzichtig maar duidelijk in gang gezet door minister van Volksgezondheid Vandenbroucke, zet de regering nu een stap terug, meent de SGGG die daarbij uithaalt naar minister Lalieux (PS). Die trekt immers de tijdelijke projectmiddelen op aangeven van de ontslagnemende regering vervroegd en ‘tot haar spijt’ in.
De SGGG motiveert de kritiek als volgt: "Projectfinanciering was nooit een geschikte oplossing. Deze beslissing maakt opnieuw duidelijk waarom een stop-and-go-beleid contraproductief, oneerlijk en inconsequent is. Het creëert chaos, versnippering en wantrouwen in een sector die al decennia te maken heeft met structurele onderfinanciering. Dit is een schoolvoorbeeld van wat géén goed Mental Health in All Policies-beleid is."
Hoe het dan wél moet? Voor de SGGG heeft een modern beleid voor geestelijke gezondheid niets aan tijdelijke lapmiddelen, maar moet het kunnen bogen op:
- Duurzame financiering die langdurige zorg en preventie mogelijk maakt.
- Integrale samenwerking waarbij elke minister binnen zijn of haar bevoegdheid bijdraagt aan het aanpakken van de oorzaken en risicofactoren van psychische problemen. Denk aan domeinen als huisvesting, onderwijs, armoedebestrijding en werk.
- Samenhangende beleidskeuzes die elkaar versterken in plaats van overlappen of tegenwerken.
- Stabiele middelen waarmee zorgorganisaties kwaliteitsvolle hulp kunnen blijven bieden.
De Staten-Generaal Geestelijke Gezondheid roept de formerende partijen daarom op om in het toekomstige regeerakkoord een écht Mental Health in All Policies-beleid te ontwikkelen waarin structurele oorzaken van psychische problemen worden aangepakt. "Denk hierbij aan maatschappelijke factoren zoals armoede, werkloosheid, slechte huisvesting, sociale isolatie en onveiligheid in de leefomgeving."
De beslissing van minister Lalieux heeft alvast directe gevolgen voor initiatieven en voorzieningen die cruciaal zijn voor jongeren met psychische problemen, zoals Solentra, Tejo, OverKop, CAW, Gent-Scheldekracht, vzw Touché, CAW Oost-Vlaanderen, Andante, VAGGA, Joco Impuls, Jongeren uit de wind, The Human Link, Young Fenix en KAVKA.
"Deze voorzieningen, die hun werking hadden afgestemd op de toegezegde middelen tot eind 2025, worden nu geconfronteerd met financiële chaos en onzekerheid. Hun dienstverlening aan jongeren komt zwaar onder druk te staan."