MS-patiënte keeper op Olympische Spelen

Aisling D’Hooghe is de gepassioneerde en nieuwsgierige keeper van de Red Panthers, onze nationale hockeyploeg voor vrouwen. Naast haar dagelijkse hockeytrainingen gaat deze schepen van Waterloo met evenveel veerkracht en vechtlust de strijd aan tegen multiple sclerose. De kampioene zit in de laatste rechte lijn naar de Olympische Spelen en bereidt zich ook voor op de gemeenteraadsverkiezingen.

Mentaal is ze klaar voor de OS: “Ik ben doelvrouw. Daarom werk ik iets harder op de explosieve kracht in mijn benen en buikspieren. In de eerste twee, drie meter moet ik al scherp staan. Je moet 300 keer kunnen vallen en weer opstaan. De kans bestaat dat we op de OS 8 wedstrijden moeten spelen in 13 dagen. We mikken op goud. Het zal dus fysiek en mentaal zwaar zijn om de hele tijd alert te blijven.”

De mentale voorbereiding is van wezenlijk belang: “We kunnen rekenen op twee personen die ons volgen en ons aanmoedigen om alles te geven en op de anderen te vertrouwen... vooral om zonder kleerscheuren door de moeilijkste momenten te komen. We moeten beter leren hoe iedereen reageert, om nog beter als team te kunnen spelen.”

Aangepaste behandeling

Ze combineert topsport met haar ziekte: “Ik leef vandaag de dag net zoals iedereen. Ik krijg twee keer per jaar een intraveneuze behandeling. De verpleegkundigen zijn ongelooflijk. De IV-behandeling kan 3.30 tot 5 uur duren. Dan blokkeer ik mijn agenda. Ik ga twee keer per jaar, op andere momenten, om een MRI-scan te laten nemen. Voor een bloedonderzoek ga ik vaker. Ik word trouwens in de nationale ploeg ook goed gevolgd op medisch vlak en qua voeding.”

Ze heeft als sportvrouw al vroeg leren leven met haar ziekte: “Ik kreeg de diagnose toen ik zes was. In het begin gaf mijn papa me elke dag een inspuiting. Hij heet Robert, maar ik noemde hem dokter Bob, ook al is hij geen arts. Van mijn zesde tot mijn negentiende kreeg ik die inspuitingen. Er zijn perioden geweest dat ik met de nationale ploeg op stage ging, en dat hij met me meereisde en vanuit een hotelkamer in de buurt van de ploeg werkte. Later heeft een ploegmaat, mijn beste vriendin, me geholpen. Op de OS van Londen bijvoorbeeld, heeft ze me elke ochtend een spuit gegeven.”

Overleg met de artsen

De ziekte heeft haar trainingsschema nooit overhoop gehaald. “Ik heb altijd hetzelfde gedaan als de andere speelsters, behalve als ik op medisch onderzoek moest gaan.”

Van in het begin was haar relatie met de artsen duidelijk: “Toen ik de diagnose kreeg, heeft de eerste arts me aangeraden om me zo weinig mogelijk moe te maken en niet te veel te doen. Hij zei dat ik sport moest beperken. We hebben toen met het gezin naar alternatieven gezocht en hebben artsen leren kennen die vonden dat het goed was voor iemand met MS om aan sport te doen. Daardoor zou ik aanvallen kunnen afwenden. Ik heb toen gedacht, ik kan maar beter tegen 350% aan sport gaan doen, want ik heb geen tijd te verliezen.

Ze heeft in het dagelijkse leven uiteraard af en toe moeilijke momenten, net zoals zoveel zieken. “Ik heb al aanvallen gehad, maar tot nu toe ben ik altijd goed gerecupereerd.”

Goed omkaderd moederschap

Naast dat gepassioneerde leven is ze nu ook mama geworden: “Ik wist dat ik om moeder te worden zou moeten spreken met mijn neuroloog, mijn gynaecoloog en mijn partner. Ik mocht niet zwanger worden zolang er medicatie in mijn lichaam aanwezig was. Ik moest dus 6 maanden na de inspuiting wachten om zwanger te worden en de tweede injectie uitstellen om een periode van zes maanden te hebben waarin ik zwanger kon worden. Als ik na zes maanden zonder behandeling nog niet zwanger was, moest ik opnieuw beginnen met de behandeling. Ik had dus maar zes maanden de tijd en we hebben er alles aan gedaan. Ik ben gestopt met contraceptie. We hebben alles uitgerekend en we hebben heel veel geluk gehad. De baby heeft me natuurlijk gedurende negen maanden beschermd.”

Het heeft haar niet verhinderd om in vorm te blijven: “Ik heb mijn trainingen op hoog niveau aan het ritme van mijn zwangerschap aangepast. Zes weken na de bevalling ben ik opnieuw begonnen in de nationale ploeg, eerst individueel en daarna in groep.”

Doen wat je graag doet

Haar advies voor mensen met MS: “Ik word soms uitgenodigd om te gaan praten in vzw’s die rond multipele sclerose werken, waar ik mijn verhaal ga vertellen. Ik voel me er soms niet op mijn gemak, omdat ze me vragen om anderen te inspireren en te zeggen dat het mogelijk is. Het is niet aan mij om te zeggen: ‘Je moet sporten’. Ik zeg: ‘Je moet doen wat je graag doet’, in de mate dat dat voor jou en je gezondheidstoestand mogelijk is. De ziekte betekent niet het einde. Iedereen kan op zijn niveau schilderen, reizen, blijven werken enz.”

Ze heeft zoveel levenslust dat ze besliste om bij de verkiezingen op te komen voor de MR: “Ik neem ook deel aan de volgende gemeenteraadsverkiezingen. Ik heb erin toegestemd omdat ik oplossingen wil vinden voor de belemmeringen die ik als schepen dagelijks ondervind. En ja, ik wil dingen veranderen. Ik moet betrokken zijn, weten waar de knoppen zitten, en die kunnen induwen.”

Als schepen is ze gepassioneerd door haar werk voor de gemeenschap. “Ik geniet echt van wat ik doe. Mijn teams zijn ongelooflijk goed, en ik heb het geluk dat ik sociale bevoegdheden heb: kleuters, senioren, jeugd, gezinnen. Ik hou van het menselijke contact met senioren.”

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.