Het risico dat je 3 maanden na een minimaal invasieve hartoperatie of na een ballondilatatie met stent in de kransslagader last hebt van verwardheid en geheugenproblemen of spraakmoeilijkheden ligt resp.rond de 13 en 16%. Dat is flink minder dan na een klassieke openhartoperatie (tussen de 19 en 47%), wijst een wetenschappelijke studie uit waaraan 180 patiënten deelnamen.
Hoofdonderzoeker prof. dr. Björn Stessel: “Dit resultaat is dus zeer geruststellend." De studie is op 23 december gepubliceerd in het internationaal tijdschrift PLOS ONE.
Tussen januari 2017 en augustus 2018 zijn 3 groepen van 60 volwassen patiënten gemonitord. De eerste groep van 60 onderging een minimaal invasieve coronaire overbruggingsoperatie, een tweede groep onderging een ingreep waarbij een vernauwde kransslagader op minimaal invasieve manier gestent werd, een derde groep van 60 diende als controlegroep en onderging geen ingreep.
De gemiddelde leeftijd van de patiënten was 64,5 jaar. Aan de hand van 6 cognitieve oefeningen werd de cognitieve functie van de 180 patiënten gemeten, een eerst keer net voor de operatie (bij wijze van 0-meting), vervolgens 3 maanden na de operatie.
Aanleiding onderzoek
Patiënten die een minimaal invasieve hartingreep ondergaan, liggen gedurende de operatie aan de hartlongmachine. Die wordt bij minimaal invasieve hartoperaties via de lies aangesloten. Er is een theoretisch risico dat er daardoor kleine stukjes kalk loskomen van de wand van de grote buikslagader en in de bloedcirculatie van de hersenen wordt geblazen.
Andere oorzaken van cognitieve stoornissen na operaties zijn de veralgemeende ontstekingsreactie uitgelokt door de operatie en een mild zuurstoftekort van de hersenen door micro-embolen of een te lage bloeddruk tijdens de operatie.
Uiteraard kan dit alles een impact hebben op vitale organen, zoals de hersenen. Om de incidentie hiervan in kaart te brengen, werd dit onderzoek opgestart.
Het resultaat is bemoedigend, zegt hoofdonderzoeker prof. dr. Björn Stessel: ”Na een operatie kunnen patiënten soms verward zijn, geheugen- of spraakproblemen hebben. Na een minimaal invasieve overbruggingsoperatie van de kransslagaders is er zelfs theoretisch een verhoogd risico zijn op cognitieve stoornissen."
"Dit onderzoek toont echter aan dat in de praktijk er geen reden tot ongerustheid is. Het risico op cognitieve stoornissen na een minimaal invasieve overbruggingsoperatie van de kransslagaders, uitgevoerd door dr. Alaaddin Yilmaz, blijkt slechts 13% te zijn tegenover 19 tot 47% na een klassieke open-hart overbruggingsoperatie."
"Een mogelijke verklaring voor deze bevindingen zou kunnen zijn dan een minimaal invasieve techniek gepaard gaat met een minder uitgesproken ontstekingsreactie ten opzichte van de klassieke open techniek.”