Onze vorige editie van Focus Diagnostica (SP 210) maakte gewag van een alarmerend tekort aan Vlaamse kant en een dramatisch tekort aan Franstalige kant voor artsen-klinisch biologen in de toekomst. Dat op basis van cijfers van de Federale Planningscommissie. Marc Moens erkent dat er beduidend meer artsen opgeleid moeten worden tot klinisch bioloog, maar nuanceert ook dat mogelijke tekort: de apothekers klinisch biologen zitten niet in de cijfers van de projectie tot 2041.
“Een aantal taken in de klinisch biologie kunnen immers ook door apotheker klinisch biologen worden uitgevoerd”, reageert dr. Moens, zelf ook lid van de Federale Planningscommissie van het medisch aanbod en voorzitter van de Kamer voor artsen-specialisten en huisartsen van de Vlaamse Planningscommissie. Hij verwijst naar een synthesetabel van de FOD VVVL - Datawarehouse AM&SB – Riziv- met gegevens over de apothekers klinisch biologen.
Uit de tabel blijkt dat 732 apothekers klinische biologie gemachtigd zijn om het beroep uit te oefenen. Daarvan zijn er 479 (65,4%) beroepsactief en 398 (54,4%) actief in de gezondheidszorg met een activiteit gerelateerd aan de klinische biologie. En uiteraard kan een aantal taken in de klinische biologie door hen worden uitgevoerd.
Vervelend is wel dat, wat toekomstprojecties betreft, er (nog) geen tabel bestaat die hun evolutie projecteert naar het jaar 2041. Maar Marc Moens geeft zelf wel toe dat er langzamerhand wel een tekort groeit aan artsen die de laboratoriumgeneeskunde beoefenen. Ook het verschil in artsenaanbod klinische biologie in beide gemeenschappen staat als een paal boven water: in Franstalig België werden gedurende decennia voornamelijk apothekers opgeleid in de klinisch biologie (80%) en maar weinig artsen (20%).
En toch blijft de inbreng van artsen klinisch biologen hier onontbeerlijk: “De klinische biologie wordt jammer genoeg nogal eens gereduceerd tot grote, resultaten spuwende machines die in ‘straten’ worden opgesteld, terwijl het over zoveel meer gaat”, weet dokter Moens. “Uiteraard moeten die toestellen perfect worden afgesteld en hun kwaliteit worden gemonitord, maar de resultaten moeten in de klinische context en de follow-up van de individuele patiënt worden gekaderd en over probleempatiënten moet worden overlegd met de artsen clinici. Dat geldt in het bijzonder wanneer het hemato-oncologische patiënten betreft, of patiënten met bacteriële, virale of mycologisch infecties. Verder zijn er de bloedtransfusietransfusieproblemen, de vaccinologie, de ontwikkelingen in de moleculaire biologie…”
Oorzaken
Waar we de oorzaken dan moeten zoeken van dat groeiende tekort? Onder meer precies in de overmaat aan apothekers klinisch biologen die wordt ‘geproduceerd’ waardoor artsen afhaken.
“Er is geen enkele beperking voor de instroom van apothekers klinisch biologen terwijl de artsen een numerus fixus kennen waarbinnen er slechts een beperkt aantal artsen de klinische biologie-opleiding kan starten”, analyseert dokter Moens. Daarnaast stelt hij ook vast dat de klinische biologie een erg commerciële connotatie opgeplakt kreeg, “niet het minst door een handvol apothekers klinisch biologen die het commerciële ver boven het klinische plaatsten”.
Wie de actualiteit op dit vlak wat volgde, onder meer door de superwinstmarges die werden opgestreken bij een recente ‘monsterverkoop’ van laboratoria door een miljardairskoppel dat liever uit de schijnwerpers blijft, weet waarop dit slaat. “Zij hebben de klinische biologie gereduceerd tot loutere handelswaar”, luidde zijn recente scherpe kritiek in de algemene pers. Anderen bestempelen dit dan weer als “een mooi ondernemersverhaal”.
Stof tot nadenken.