De Kamercommissie Gezondheid heeft in tweede lezing het licht op groen gezet voor het wetsontwerp dat de artsen- en tandartsenquota voor respectievelijk 2028 en 2027 vastlegt. Het gaat om een van de bouwstenen van het akkoord dat de federale regering en de regering van de Franse gemeenschap eind april sloten over de decennialange discussie over de Riziv-nummers.
De tekst is belangrijk. Het gaat om een van de bouwstenen van het akkoord dat de federale regering en de regering van de Franse gemeenschap eind april sloten over de decennialange discussie over de Riziv-nummers. Het akkoord stuitte op nogal wat scepsis langs Nederlandstalige kant omdat een grendel uit het regeerakkoord wegviel om de Franstaligen onder druk te blijven zetten.
In ruil voor een toename van de quota voor het zuiden van het land vanaf 2028, voert de Franse gemeenschap vanaf 2023 een ingangsproef in. Die moet ervoor zorgen dat het aantal afgestudeerden in lijn ligt van het aantal Riziv-nummers. In Vlaanderen bestaat die proef al veel langer.
De quota voor artsen en tandartsen zorgen al 25 jaar voor communautair gehakketak. In principe bepaalt de federale planningscommissie hoeveel studenten geneeskunde elk jaar kunnen afstuderen in Vlaanderen en Franstalig België, maar in het zuiden van het land studeren al jaren veel meer studenten af dan afgesproken. Vlaanderen besliste daarop vorig jaar om de quota zelf ook aan de laars te lappen.
Het wetsontwerp kreeg vandaag in Commissie de steun van de meerderheidspartijen. N-VA en Vlaams Belang stemden tegen, onder meer omdat de tekst de historische overtallen aan Franstalige zijde volgens hen simpelweg pardonneert. De PVDA onthield zich.