Huisarts aan het woord: Fernand Vandamme (83)

Ze zeggen dat Vlaanderen één grote stad is, met tussen de wijken schaarse lapjes groen. Dat is niet je indruk wanneer je de Westhoek doorkruist op zoek naar het dorpje Leke. In het schier eindeloze landschap zo plat als een pannenkoek vormt de kerktoren een ijkpunt, waarrond woonhuizen en een zeldzame garagist. Een monument pal in het centrum herinnert aan de bevrijding door de Canadezen. In een zijstraatje signaleert Google Maps het kruideniertje annex koude bakker ‘Lut’. Ergens moet zich nog een slager-traiteur schuilhouden, maar in de hoofdstraat Lekedorp, waar de praktijk van dokter Fernand Vandamme gevestigd is, ontbreekt elk spoor van economische activiteit. Dit is de plek waar een huisarts van 83 vér na de pensioenleeftijd dapper doorfietst.

In de gietende regen arriveren mijn vrouw en ik bij nummer 99. Vanaf het moment dat de voordeur openzwaait, worden we omgeven door warmte, zowel fysiek als intermenselijk. Jammer toch van die onvermijdelijke mondkapjes! Dokter Vandamme gidst ons meteen naar de praktijkvleugel. De onderzoekskamer is ruim en goed gestoffeerd. Bij het raam staat een koersfiets op rollen. Trots wijst onze collega op de foto van zijn beklimming van de Mont Ventoux, nauwelijks tien jaar geleden. In een zijkamertje staat een functionerend maar hopeloos verouderd scopietoestel van Cobelix. “Wie het hebben wil, die mag het komen halen”, parafraseert Vandamme. Hij steekt van wal.

Dahlia’s of de stethoscoop
“Mijn ouders hadden een bloemenbedrijf. Dahlia’s, we waren bekend in binnen- en buitenland! Ik heb getwijfeld of ik het bedrijf zou voortzetten, maar heb toch voor geneeskunde gekozen. Mijn liefde voor bloemen heb ik wel behouden, ik ben er nog intens mee bezig op een stukje land iets verderop. Van mijn klas op het college van Oostende werden er drie pastoor, vier kozen voor geneeskunde. Mijn medestudenten werden alle drie prof. Ik koos voor een leven als huisarts, hoewel ik zeven keer een onderscheiding had – dat was toen niet zo gewoon! Daarmee trad ik in het voetspoor van mijn toekomstige schoonvader, die ik helaas nooit gekend heb. Dokter Leuridan kwam om in 1944, samen met een patiënt die hij naar het ziekenhuis bracht. Engelse piloten verwarden hen met vluchtende Duitsers!”

De grote ronde
“Na mijn studie moest ik voor anderhalf jaar naar het leger. Ze hadden gezegd dat ik in België kon blijven als ik trouwde, maar dat viel tegen: het werd Soest in Duitsland! Na mijn overplaatsing naar Elsenborn diende ik drie dagen per week het vaderland, de rest kon ik besteden aan het opstarten van een praktijk. Dat waren nog eens tijden! Het werd meteen erg druk. Wachtdiensten waren een uitdaging. De dorpen lagen ver uit elkaar en er waren geen mobiele telefoons. Als ik terugkwam van een afgelegen dorp, kon ik soms meteen terug daarnaartoe. Tot 450km maalde ik af in zo’n weekend! Tien jaar lang ben ik bovendien apotheekhoudend huisarts geweest. De hulp van mijn vrouw was daarbij onmisbaar. De collega’s zag ik in de loop der jaren één na één verdwijnen. Vereenooghe trok naar Frankrijk, Adriaans naar Oostduinkerke. Collega Vandezande kwam om in een auto-ongeval toen hij 75 was, samen met zijn echtgenote.”

Welkom in ons dorp!
“Leke telt nog twaalfhonderd inwoners. Het is een slapend dorp geworden, alleen de nieuwe woonwijken zorgen voor wat animo. Dat was vroeger wel anders! Mensen van Leke waren trots op hun dorp, dat lééfde! De parels van toen herinneren we ons met weemoed: de bijenclub, de vinkenzetting, de petanqueclub… Er was een internationaal erkende motorcross! Elk jaar tijdens de kermis ging de muziekmaatschappij het dorp rond, tegenwoordig staan er nog twee kermiskramen voor de kinderen. Er waren dertien cafés; nu rest er nog één, dat alleen open is op zondag. Zijn ook verdwenen: de pastoors en onderpastoors, het postkantoor, de rijkswachtkazerne… zelfs de veldwachter! De graanmolen werd kapotgeschoten in de oorlog. Die is wel teruggekomen, maar dan als een uitstekend restaurant. Wat ook is gebleven, dat zijn de 24 uur van Leke: tot 650 amateurs fietsen een etmaal lang voor een goed doel!”

Glorie, missers en miserie
Ooit zag Fernand Vandamme 35 patiënten per dag, tegenwoordig zijn dat er nog een tiental. “Minder mag ook”, glimlacht hij. Veel mensen uit de streek zijn patiënt in Diksmuide. Zijn getrouwen werden samen met hem ouder: “Vijf zijn 95-plus!” Geregeld komt de dokter nog thuis met een kip, wijn, wafels of een krop sla; ondanks alles is dankbaarheid nog steeds een deugd in Leke. Toch is zijn leven niet steeds over dahlia’s gelopen. Twee keer heeft Fernand gas terug moeten nemen: “Aan een bezoek aan de tandarts heb ik ooit hepatitis B overgehouden. En na een lange periode van toenemende vermoeidheid werd bij mij caverneuze tbc vastgesteld!” Zoals elke arts heeft ook dokter Vandamme patiënten verloren. Een hele nacht bleef hij waken bij de ouders van een meisje van negentien dat was omgekomen bij een ongeval. Er was een schietincident in de school. Tweemaal ging het mis bij een bevalling, één keer met fatale gevolgen, een andere keer kwam het kind ter wereld met een ernstige handicap. “Die ouders hebben mij dat nooit vergeven.” Een vrouw met een infarct stierf terwijl Fernand haar een intraveneuze injectie gaf. Haar man wilde hem te lijf gaan, maar kwam zich de volgende dag excuseren met een cadeau. Of die achttienjarige jongen, die uit het leven stapte uit schrik te zakken voor zijn examens. Achteraf bleek dat hij grote onderscheiding had!

Dankbaar doorgaan
Het is tijd voor een informeel moment. Mevrouw Vandamme, geboren Frida Leuridan, heeft het mooiste servies klaargezet. Bij de koffie horen pralines en een fruittaart op een bodem van room en gebak, “van de beste bakker van Diksmuide!” Het regent niet meer, de onberispelijk onderhouden tuin ligt te dampen in sfumato. Terwijl we smullen van de zegeningen van de streek, wisselen we vergelijkingen uit tussen gedokter in de Westhoek en het leven als esculaap in de grote stad. Ondanks de verwachte verschillen zit er opvallend veel gelijkenis in de anekdotiek!

Met de avond komt wat de Portugezen saudade noemen, en de onvermijdelijke vraag: wat nu? Fernand Vandamme glimlacht. “Mijn dochter zegt dat het tijd is om er een punt achter te zetten. Ik zou dat doen eind mei… maar nee, ik ga door! Weet u, het is niet gemakkelijk om een opvolger te vinden. Jonge mensen kiezen voor samenwerking, wellicht is dat beter voor iedereen, ook voor henzelf. Hier is werk voor één huisarts, niet voor twee. Bovendien wonen en werken wij hier nog graag. De oprechte samenhorigheid, het gevoel één te zijn in goede en minder goede tijden, dat is verdwenen. Mensen leven meer in hun eigen kringetje. De tijd draai je niet terug, maar we zijn dankbaar voor het moois en het goeds dat wij hebben mogen beleven. Dat mag nog wel even doorgaan.”

De fiche

Geboren in Moere (Gistel) op 21 juli 1938

Lagere school in Moere, inclusief een zevende studiejaar

Klassieke humaniora aan het Onze-Lieve-Vrouwcollege in Oostende

Doctor in de genees-, heel- en verloskunde aan de Katholieke Universiteit Leuven, met onderscheiding, 1964

Anderhalf jaar legerdienst in Soest en Elsenborn, daarnaast een halftijdse huisartsenpraktijk in het dorpje Leke, thans deelgemeente van Diksmuide

Solopraktijk, 1964-heden (57 jaar lang en nog steeds actief)

Geaccrediteerd en voltijds werkend, inclusief zaterdagmorgen

Deed in zijn carrière een honderdtal bevallingen

Voormalig voorzitter van diverse verenigingen

Hobby’s: de natuur verkennen, tuinieren, reizen, fietsen
(tot 10.000km/jaar), graven naar overblijfselen van de wereldoorlogen bij bunkers, samenzijn met familie… en het werk!

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.