Uit het nieuwe activiteitenverslag van het Fonds Medische Ongevallen (FMO) moet blijken dat de historische achterstand werd weggewerkt in de behandeling van de dossiers. Dat na het actieplan en de inschakeling van een taskforce. De doorlooptijden zouden nu ook een stuk korter zijn.
De historische achterstand van het Fonds voor de medische ongevallen (FMO) is weggewerkt en de werking is structureel verbeterd. Sinds de oprichting van het Fonds voor de medische ongevallen zijn er in totaal 6.817 dossiers ingediend. 87% van deze zaken werd afgesloten of gaf aanleiding gegeven tot een advies. Sinds 2021 worden nieuwe dossiers drie keer zo snel afgehandeld. Dat is het resultaat van de taskforce en het actieplan die twee jaar geleden zijn gestart, in combinatie met het werk van het vaste team.
"Het FMO kan nu met een schone lei verder werken aan een optimale opvolging van complexe en delicate dossiers over medische ongevallen, die een bron van stress zijn voor zowel slachtoffers als zorgverleners", zegt Benoît Collin, administrateur-generaal van het Riziv.
Ter herinnering: het FMO kan verschillende soorten advies uitvaardigen:
- burgerlijke aansprakelijkheid (BA) van de zorgverlener met schade waarbij de ernstgraad al dan niet is bereikt overeenkomstig de wet (eventueel vergoedbaar door het Fonds),
- een medisch ongeval zonder aansprakelijkheid (MOZA) met schade waarbij de ernstgraad is bereikt overeenkomstig de wet (vergoedbaar door het Fonds),
- geen BA van een zorgverlener en geen MOZA (NINI – niet vergoedbaar door het Fonds).
Sinds de oprichting van het FMO is de verdeling van de 87% van de dossiers die zijn afgesloten of die aanleiding hebben gegeven tot een advies als volgt:
4.829 dossiers kregen een advies. Hiervan werden er 336 geclassificeerd als burgerlijke aansprakelijkheid van de zorgverlener waarbij de ernstgraad niet werd bereikt en 309 waarbij de ernstgraad werd bereikt. Hiervan werden er 344 afgesloten met een MOZA-advies. 3837 werden gesloten als NINI. In de laatste fase, vlak voor het advies, werden 3 zaken stopgezet vanwege het indienen van een rechtszaak.
1.088 dossiers werden vóór de adviesfase afgesloten wegens niet-ontvankelijkheid, opzegging door de aanvrager, cosmetische schade, enz.
Ten slotte moet worden opgemerkt dat het bedrag van de schadevergoeding op 9 november 2023 €14.880.369,95 bedroeg voor 112 gevallen in een vergelijkbare trend als de twee voorgaande jaren, vergeleken met € 8.455.061,17 in 2020 voor 74 gevallen.
Doeltreffend actieplan
In een auditverslag van het Rekenhof uit 2019 werden enkele problematische punten aan de orde gesteld, met name over de achterstand bij de verwerking van FMO-dossiers, waarbij de gemiddelde duur van de behandeling van een dossier op 4 jaar werd geraamd.
Het directiecomité, de toenmalige directeur van het FMO (in nauw overleg met de administrateur-generaal van het Riziv en de bevoegde minister) stelden in de loop van 2021 een actieplan voor om deze achterstand sneller weg te werken zonder een nieuwe op te bouwen, met name door de oprichting van een tijdelijk team - de "Taskforce" en de aanpassing van de structurele procedures voor de behandeling van aanvragen. Sinds september 2021 is deze taskforce actief binnen het FMO om in samenwerking met het vaste team aanvragen te behandelen. Daarna heeft het FMO tal van maatregelen genomen om de processen en doorlooptijden te verbeteren voor de verschillende stadia van de aanvragen waarvoor zij verantwoordelijk is.
Dit werk heeft ongetwijfeld zijn vruchten afgeworpen, aangezien geschat wordt dat 80% van de in 2021 ontvangen dossiers in gemiddeld 16,5 maanden zijn verwerkt. Het FMO zal zich blijven inspannen om deze termijnen verder te verbeteren, hoewel sommige stappen in de verwerking van een aanvraag niet te reduceren blijven. Het FMO kan immers slechts beperkte of geen invloed uitoefenen op externe deskundigen (met name om objectiviteit en kwaliteit te waarborgen).
Van de in totaal 6.817 dossiers zijn er 1.249 door de taskforce beheerd sinds deze in oktober 2021 operationeel werd. 83% van de dossiers die via de taskforce werden beheerd, kreeg een advies. Van de overige dossiers heeft 16% nog geen advies ontvangen (13% is nog in behandeling bij externe expertise en 3% is in behandeling bij het FMO) en 1% is "in behandeling" op verzoek van de aanvrager (bijvoorbeeld in geval van minnelijke schikkingsgesprekken met de verzekeraar).
Impact van de verbeteringen en afbouw van de achterstand
“Op het einde van de vorige legislatuur, bij mijn aantreden in 2020, trof ik een zeer problematische situatie aan. Ondertussen hebben we orde op zaken gesteld. De historische achterstand is dankzij de taskforce nu weggewerkt. Het FMO kan nu werken met een schone lei en op een verbeterde manier", zegt Frank Vandenbroucke, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken.
Meer info:
Activiteitenverslagen van het Fonds voor de medische ongevallen