Hoewel voldoende beweging belangrijk is bij oncologische revalidatie, bestaat er op dit moment geen nomenclatuur voor. Minister Vandenbroucke (Vooruit) maakt in antwoord op een vraag van kamerlid Nathalie Muylle (CD&V) duidelijk dat daar niet meteen verandering in zal komen.
Kankerpatiënten krijgen gedurende lange periodes vaak erg intensieve behandelingen, die voor redelijk wat bijwerkingen zorgen zoals misselijkheid, vermoeidheid spierzwakte. Die hebben op hun beurt een grote impact op de levenskwaliteit van de patiënt. Omdat patiënten zich vaak niet goed voelen, gaan ze ook geen of amper fysieke activiteit verrichten. Dat werkt op zijn beurt vermoeidheid weer in de hand. Kortom een vicieuze cirkel. Nochtans tonen studies regelmatig aan dat bewegen tijdens en na kanker de vermoeidheid vermindert, de spierkracht verbetert en ook de fitheid van de patiënt vergroot. Beweging verhoogt bovendien de overlevingskansen en zorgt voor meer levenskwaliteit. Zowel mentaal als fysiek voelen patiënten zich beter door regelmatig te bewegen.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) beveelt 150 tot 300 minuten matig intensief bewegen per week aan bij mensen met kanker en ex-kankerpatiënten. Daarbij wordt gedacht aan wandelen, fietsen en huishoudelijke taken. Kiest een patiënt voor intensieve sport – bijvoorbeeld lopen – dan is de aanbeveling van de WGO 75 tot 150 minuten per week.
Inloophuizen zijn alternatief
“Tijdens de kankerbehandeling of erna is het echter vaak moeilijk voor de patiënten om dit alleen te doen”, stelt kamerlid Nathalie Muylle (CD&V) vast. “Gelukkig bestaat er in de meeste ziekenhuizen een oncologisch revalidatieprogramma waar patiënten terecht kunnen voor begeleiding tijdens en/of na het beëindigen van hun behandeling. Patiënten komen er twee keer per week trainen gedurende een periode van drie tot vier maanden. Elke sessie duurt anderhalf uur. Voor zij die niet in het ziekenhuis geraken, wordt verwijzing voorzien naar kinesitherapeuten in de buurt van de patiënt. Helaas ontbreekt op heden nog steeds een nomenclatuur voor oncologische revalidatie. Nochtans zou beweging tot de standaardtherapie in de zorg van patiënten moeten behoren.”
Volgens minister Frank Vandenbroucke bestaan er binnen het college van artsen-directeurs geen plannen om een trainingsprogramma voor (ex-)kankerpatiënten te financieren. Specifieke nomenclatuur voor oncologische revalidatie moet dan ook niet meteen worden verwacht. De minister verwijst als alternatief naar de inloophuizen die bijkomende begeleiding en activiteiten aanbieden voor kankerpatiënten. Een aantal van deze privé-initiatieven worden ondersteund door Kom op tegen Kanker en de Stichting tegen Kanker.
