Exit lissage? En wat met de Ongunstig Gerangschikten? (dr. Karel De Crem)

Ongunstig Gerangschikten (OG), waarover ging dit ook alweer? In juli 2019 werd voor het eerst een precedent geschapen waarbij geslaagde aspirant-(tand)artsen geslaagd waren en aldus hun bekwaamheid bewezen hadden, toch niet mochten starten met hun studie in oktober 2019.  Deze groep vormen de ongunstig gerangschikten (OG).  Zij ijveren om alsnog te kunnen starten aan de (tand)artsenopleiding.

Vermits in België nog steeds het aantal starters federaal wordt vastgelegd (= federale quotum) op basis van duidelijke afspraken die door Vlaanderen en Wallonië moeten nageleefd worden, is het logisch dat onze Vlaamse studenten gelijke kansen moeten krijgen, net zoals de Waalse jongeren.

Hier loopt het echter ernstig fout: de gelijke kansen worden de Vlaamse jongeren ontnomen om verschillende objectieve redenen. Hier werd in verschillende artikels in najaar 2019 reeds dieper op ingegaan, en de argumentatie is zeer breed en divers.

Achtergrond:

Essentieel zijn de afspraken uit 2017.  Niet minder dan de Federale Planningscommissie heeft vastgesteld dat er voor Vlaanderen een OBJECTIEF TEKORT is van 1040 riziv-nummers voor de periode 2004-2021 en voor Wallonië een OBJECTIEF TEVEEL is van 1531.

Wat werd afgesproken: vanaf 2024 wordt dit tekort jaarlijks bijgeteld bij de toekomstige quota, 15 jaar lang tot 2038.  Dit werd omschreven als toename van 69/jaar van quotum voor Vlaanderen en wegwerking van overschot in Wallonië tegen 102/jaar.

Wat gebeurde er werkelijk:

- Wallonië : zowel in 2018 en 2019 ipv vermindering kon bijna het dubbele van quotum starten!!!  De laatste 2 jaar alleen al werden 1088  starters extra toegelaten boven het quotum.

- Vlaanderen: in 2019 : ipv laten starten van het toegelaten aantal, laat men 31 Vlaamse studenten MINDER starten dan volgens het federale quotum mocht starten!  Dit betekent dat men zelfs niet het volle quotum benut heeft in 2019.  Men zou toch minstens deze plaatsen kunnen opvullen met de volgende 31 geïnteresseerde OG, zodat minimaal het quotum wordt gehaald langs Vlaamse zijde en zodat er meer Vlaamse starters zijn om het medisch landschap straks te kunnen versterken.

Conclusie: schending van het gelijkheidsprincipe. In hetzelfde land waarbij de Rizivnummers federaal worden toegekend, dienen dezelfde principes gehanteerd te worden voor Vlaanderen en Wallonië

Waarom is de vraag van de OG gerechtvaardigd?

1/ afgesproken beleid uitvoeren:  sedert 1997 wordt het afgesproken beleid enkel door Vlaanderen gevolgd en nooit heeft Vlaanderen het quotum overschreden, terwijl reeds 22 jaar in Wallonië een totale negatie is van het toegekende quotum.

2/structurele ongelijkheid van het toegangsexamen:  in Vlaanderen mogen niet alle geslaagden starten, is er geen herkansing en aantal starters strikt volgens federaal opgelegd quotum (en zelfs 31 minder in 2019). In  Wallonië mogen ALLE geslaagde starten,  kan men 2x deelnemen (herkansing) en starten het DUBBELE aantal dan wat mag volgens federaal opgelegd quotum.

3/de noden op het terrein zijn duidelijk verschillend in Vlaanderen tov Wallonië :

Vlaanderen: 228 van de 298 gemeenten zijn huisartsenarm, manifeste toename van percentage huisartsen ouder dan 60 (volgens planningscommissie), ook vele klassieke specialistendisciplines vragen versterking maar ook arbeidsgeneeskunde, verzekeringsgeneeskunde en vaak vergeten het manifest tekort bij Defensie ( waarbij de aangeworven artsen ook binnen het quotum zitten om aanvaard te worden)

Als Vlamingen wensen we ook onze hoofdstad Brussel niet los te laten: de zorg in het Nederlands is dramatisch in Brussel, zoals o.a. blijkt uit noodkreten van de Brusselse huisartsenwachtpost. Artsen uit het zuiden van het land schuiven alsmaar meer op en duiken op in de noordrand van Brussel.

4/buitenlandse specialisten, vaak het Nederlands onvoldoende beheersend, worden aangetrokken om de plaatsen in te nemen van onze onvoldoende beschikbare Vlaamse jongeren. De weg naar hun diploma is niet steeds transparant en paradoxaal genoeg kunnen deze niet voorleggen dat ze geslaagd zijn voor een ingangsexamen dat hun bekwaamheid bewijst zowel qua taal als qua kennis, hetgeen de OG wel kunnen voorleggen.

5/burn-out, uitstap uit beroep, deeltijds werken : duidelijk onderschat fenomeen in berekenen van nood aan toekomstige artsen

Recente ontwikkelingen:

1/ belofte om overtal aan Franstalige studenten een halt toe te roepen: exit lissage!

Ecolo  (29/4) en cdH (8/5) verklaren in de pers dat nu al moet beslist worden dat alle (Waalse) artsen afgestudeerd dit jaar (2020) en ook alle artsen van volgend jaar (2021) hoedanook hun Riziv-nummer moeten krijgen.  Dat verklaren is één zaak, maar niet minder dan een paar dagen later (16/5) las ik dat minister De Block al een KB had klaarstaan om dit effectief zo uit te voeren!

Niemand die er iets op tegen heeft – het zou er nog aan ontbreken -  om studenten na 6 jaar geneeskunde toegang te geven om de geneeskunde uit te oefenen en dus een Riziv-nummer te krijgen, maar hopelijk dan na met succes geslaagd te zijn in de examens en de stage.

Maar: men blijft dus in Wallonië een voorafname doen op toekomstige riziv-nummers, eens te meer, daar waar net de afspraak was van te werken aan afbouw in Wallonië van het opgebouwde overtal.   Exit lissage?  Veel Vlaamse jongeren zouden maar wat graag mogen beschikken over het toverwoord “lissage”.   Waarom geen beperkt aantal geslaagde OG laten starten, als zomaar alleen al voor dit jaar 465 meer dan federaal vastgelegd mogen doorstromen naar de beroepsopleiding (1.695 ipv federale contingent van 1.230)? 

Hoe zou het komen dat dat zelfs de meest gematigde, modale burger van Vlaanderen minstens begint na te denken om te stemmen voor een partij die de Vlaamse jongeren verdedigt en opkomt voor hun rechtvaardige belangen, net zoals de Waalse politici dit unisono doen?   

2/toename van burn-out en verband met de OG:

Ook actueel is de toename van burn-out o.a ten gevolge van de corona-epidemie. Vorige week had ik nog een gesprek met een lid van de Orde der Artsen, die me erop wees dat er een toename is van meldingen bij Arts in Nood.  De combinatie covid-wachten met eigen praktijk werd aangegeven als de druppel die de emmer doet overlopen. Hij vergeleek dit met een rugzak: allen hebben we een rugzak en die kunnen we dragen tot die vol zit, maar de ene kan een grote rugzak dragen en de andere niet.  Als we geen oog hebben voor diegenen met de op eerste zicht niet grote rugzak en niet zo zwaar beladen rugzak, zien we niet dat iemand er onderdoor gaat.  Hierdoor overwegen een aantal artsen te stoppen met het beroep.

Hier maak ik toch graag de vergelijking met de OG: het volstaat niet om te oordelen dat deze jongeren meegedaan hebben en dat dit een goede leerschool was (“volgende keer beter”) en dat ze nog hun leven/studie voor zich hebben. Neen, als er iets duidelijk geworden is waarom we ook in de bres gesprongen zijn voor de OG dan was één van de belangrijkste redenen de massieve en soms fatale impact op deze jongeren.  Het verdict van geslaagd te zijn, maar bij nader bekijken “ongunstig gerangschikt” en toch niet mogen starten, heeft bij vele van deze jongeren diepe wonden geslagen: psychiaters zullen u bevestigen dat een 18-jarige adolescent, zittend in de fragiele opbouw en zoektocht naar zelfzekerheid, een enorme dreun kan krijgen met twijfelen aan zichzelf en voor velen ook persisterende faalangst en minderwaardigheidsgevoel.   

Als we ongetwijfeld begrip kunnen opbrengen voor de wat oudere arts die in burn-out dreigt verzeild te geraken,  moeten we ook begrip hebben voor deze OG die ook aspirant-geneeskundestudenten zijn en ook mogen rekenen op de beschermende vleugels van de gevestigde  artsen en structuren.

Stand van zaken voor wat betreft de  Ongunstig Gerangschikten

Talloze (al dan niet politieke) personen hebben we gecontacteerd en de lijst zou te lang zijn om te vermelden.  Alvast volgende kabinetten werden bezocht :

- kabinet Jambon/kabinet Weyts/kabinet Somers/kabinet Crevits/kabinet Beke/kabinet De Block:

·       Overal konden we rekenen op veel begrip

·       Vaak kregen we te horen : “Indien het mijn zoon/dochter was, ik zou net hetzelfde doen.”

·       kabinet De Block : uitgebreid onderhoud (mondelinge bevestiging van haar eerdere verklaring in pers van 5/12/19  waarbij ze “begrijpt dat studenten die in deze situatie verkeren, naar de rechtbank gaan”

Er werd ons geadviseerd van te ijveren voor een decreetswijziging in het Vlaams Parlement voor eind december 2019, zoniet kon dit niet meer iets wijzigen voor onze OG.  We hebben dus volop ingezet op deze niet-juridische weg, temeer we overal waar we wat tijd kregen om onze zaak uit de doeken te doen,  op veel tot zelfs zeer veel begrip konden rekenen.

Pas nadat de conclusie was dat er overal veel begrip was, maar geen concrete stappen vooruit, hebben we de juridische procedure laten starten.  

Er werd een gesloten fb-pagina opgericht waar enkel OG lid konden van worden, waarbij deze maandenlang op de hoogte werden gehouden van onze gesprekken (cfr.supra)  en evolutie.  Toen bleek dat dus enkel de juridische weg nog mogelijk was, hebben we de OG de kans gegeven om mee te stappen in de gerechtelijke procedure.  Ondertussen is deze lopende en kan ik hier niet meer info over geven.

We denken dan ook dat het onze plicht was om in een rechtsstaat onze Vlaamse studenten te verdedigen tegen de discriminatie en ongelijke kansen, temeer we dit op verschillende domeinen objectief kunnen argumenteren.

Dank

Tot slot wens ik SVH te bedanken voor hun blijvende inzet vanaf het begin tot op heden, waarbij ze steun geven aan alle (toekomstige) huisartsen.  Net als zij benadrukken we dat we voor behoud zijn van de federale quota, maar dat het huidig quotum faalt.  Daarnaast kan via de subquota een betere verhouding huisarts/specialist bekomen worden.

> Lees ook: Politieke oplossing numerus fixus via 4 vragen/antwoorden

> Lees ook: Riziv-quota: alle geneeskundestudenten mogen specialisatie volgen, eens te meer bocht De Block

 

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.