De tweede editie van het HIMSS Liège congres, met als thema ‘patiënten en ziekenhuizen met elkaar verbinden via nieuwe informatietechnologie’, sloot afgelopen week de deuren na drie intense congresdagen met meer als 200 deelnemers. Professor Philippe Kolh, cardiovasculair chirurg, CIO van het CHU de Liège en initiatiefnemer van HIMSS Liège blikt terug.

Met meer dan tweehonderd deelnemers wilde het HIMSS Liège 2019 congres, waarvan NumeriKare een partner was, een stand van zaken schetsen van niet-traditionele zorgmodellen, zoals een uitbreiding van de zorg buiten de muren van het ziekenhuis. Die aanpak gaat gepaard met heel wat uitdagingen zoals het bereiken van de patiënten (zowel op het vlak van zichtbaarheid, als wat feedback, context, enz. betreft), het implementeren van de nodige technologie (veiligheid, interoperabiliteit, toegang, gebruiksvriendelijkheid, enz.), het voorzien van specifieke menselijke interactie (gebaseerd op vertrouwen, begrip, openheid, enz.), responsabilisering van de actoren op het terrein (thuisverzorging) en een nieuw terugbetalingssysteem. 

Maar uit een aantal tussenkomsten op het congres blijkt dat die uitdagingen aangepakt kunnen worden met technologie (virtuele realiteit, telegeneeskunde, mobiele tools, enz.), met het beter delen van informatie (onder meer door de patiënt toegang te verschaffen tot zijn dossier), met opleidingen voor zorgverstrekkers en patiënten, beter aangepaste interfaces voor vaak oudere gebruikers, nog meer beveiliging, betere dienstverlening voor gebruikers en met het definiëren van een nieuwe rol voor bepaalde zorgverstrekkers.

Prof. Philippe Kolh maakt een balans van de driedaagse. “Er zijn hoe langer hoe meer intelligente en mobiele toepassingen die de patiënt thuis kan gebruiken en dat is belangrijk in een context van een verouderende bevolking, stijgende kosten in de gezondheidszorg en de noodzaak van kortere verblijfsduren in ziekenhuizen. En dan hebben we het nog niet eens over het personeelstekort.”

Maar het is ook interessant om over gegevens te kunnen beschikken van de patiënt zelf, vooral bij patiënten met chronische respiratoire aandoeningen, hartaandoeningen, hypertensie, maar bijvoorbeeld ook voor het monitoren van patiënten met een complexe zwangerschap.  “Daarnaast kan de patiënt bijvoorbeeld ook informatie toevoegen via zijn smartphone, en zijn dossier raadplegen voor elke consultatie.” De professor laat ook weten dat het CHU verschillende proefstudies opstartte zoals het Hodisee-programma (hospitalisation à domicile pour les patients atteints de cancer) en Envol (de suivi de la grossesse à domicile).

“Men moet de tijd nemen om naar de patiënt te luisteren, maar het huidige financieringssysteem is gebaseerd op het aantal medische akten en dat is een probleem. De terugbetaling zou gebaseerd moeten zijn op de tijd die een arts doorbrengt met een patiënt.”

Bevraagd naar het feit waarom er op het congres geen vertegenwoordigers waren van Belgische patiëntenverenigingen (VPP of LUSS) en ook geen vertegenwoordigers van de eerste lijn zoals de SSMG (Société Scientifique de Médecine Générale) of de APB zegt dr. Philippe Kolh dat de voorbereiding van het congres misschien een beetje te snel moest gaan. “We werkten samen met de patiëntenvereniging van het CHU de Liège, maar het is duidelijk dat we voor de volgende editie met nog meer verenigingen willen samenwerken.”

Afspraak dus op het derde congres, dat wellicht eind maart 2021 zal plaatshebben, met uitbreiding naar Frankrijk en Duitsland.