In de UZ Leuven wordt al zowat vijftien jaar onderzoek gedaan naar methodes om het comfort van kinderen in de MRI-scanner te verbeteren.
“We willen de kinderen beter voorbereiden op de scan zodat ze die minder beangstigend vinden en zodat de beeldvorming ook beter lukt”, zegt Sam Geuens, pediatrisch psycholoog aan UZ Leuven.
Die voorbereiding nam aanvankelijk de vorm aan van een verhaaltje: De vallende ster Twinkel is bedroefd omdat hij helemaal uit de ruimte naar beneden is gevallen. Hij mist zijn vriendjes. Met een raket -de MRI-scanner- kan een astronaut –de jonge patiënt– Twinkel terugbrengen naar de ruimte.
Op zoek naar een alternatief
Met het Twinkel-verhaal worden voor kinderen vanaf vier jaar, ook kinderen met een mentale beperking of veel angst voorbereid op de scan. Uit doctoraatsonderzoek blijkt dat er dankzij die aanpak veel minder vaak narcose nodig was en dat de beeldkwaliteit van de scans voldoende was. Alleen was er nog wel een logistiek probleem, aldus Geuens. “Je hebt een medewerker nodig om al die kinderen voor te bereiden en ze het nodige aan te leren. Dat vergt veel tijd per kind.” Zo’n medewerker is ook niet altijd beschikbaar, zegt Babs Weyn, innovatiemanager van het Medical Imaging Research Centre (MIRC) van KU Leuven. “Terwijl er in de praktijk wel elk uur van elke dag MRI-scans gemaakt worden.”.
Daarom werd verder gezocht naar een oplossing die goedkoper was en meer kinderen kon bereiken. In 2019 sloeg KU Leuven de handen in elkaar met een paar andere Europese universiteiten en MRI-scannerfabrikant Philips Electronics om een digitaal hulpmiddel te ontwikkelen. “Het resultaat was een prototype van een mobiele app, een game waarin het verhaal van Twinkel verwerkt zit. Onder begeleiding van een virtuele buddy moeten de kinderen zeven niveaus behalen, zeven leerdoelen die ze moeten halen voor de MRI-scan. Na elk niveau volgt een quizje en een beloningsspelletje. Ze kunnen een week voor de scan thuis oefenen. In de testfase bezorgden we ze daar een gsm voor, op termijn kan het gewoon via een download van de app”, aldus Babs Weyn.
De meerwaarde van een serious game
De mini-game werd uitgetest bij 82 kinderen tussen vier en tien jaar oud, in verschillende Vlaamse ziekenhuizen. Uit het onderzoek blijkt dat zowel kinderen als ouders de game wel weten te appreciëren. “De kinderen kunnen op hun eentje aan de slag en er werden geen technische problemen gerapporteerd.”
Oorspronkelijk werd de applicatie alleen in UZ Leuven gebruikt, maar ondertussen werd ze overgenomen in de samenwerkende ziekenhuizen van Brugge, Genk en Hasselt. Philips Electronics werkt nu aan de commercialisatie van de app voor ziekenhuizen. Weyn en Geuens zien deze aanpak zeker algemeen ingeburgerd geraken bij MRI-scans bij kinderen: “Het is een voorbeeld van hoe een serious game voor alle betrokken partijen een meerwaarde kan zijn.”