Begin 2023 werd onderzoek van Maastricht University naar de doeltreffendheid van digitale huisartsenzorg afgerond. Het onderzoek richtte zich op vier digitale zorgtoepassingen in de huisartsenzorg. Contact op afstand via e-consult, contact op afstand via videoconsult, telemonitoring en digitale zelftriage waren de vier onderzochte toepassingen.
“Wat werkt wanneer (wel en niet), bij welke zorgvragen, klachten en aandoeningen en bij welke patiëntkenmerken? Kijkend naar onze bevindingen, kunnen we op deze vraag maar beperkt antwoord geven”, aldus de onderzoekers. “Er is geen concrete opsomming te geven over wanneer, waarvoor en met welke mogelijke gevolgen een digitale zorgtoepassing wel of niet bruikbaar kan worden ingezet. We zien op basis van onze bevindingen dat het e-consult (digitaal schriftelijk contact met de huisarts) inzetbaar is bij eenvoudige, niet-urgente vragen die geen lichamelijk onderzoek vereisen. Het e-consult lijkt, in tegenstelling tot de andere toepassingen, ook inzetbaar om taalbarrières te overbruggen. Het kan ingezet worden bij veel patiëntengroepen. Dat geldt ook voor het videoconsult, maar dan voor patiënten die niet gemakkelijk naar de praktijk kunnen komen en waarbij een visuele beoordeling wel van belang kan zijn.”
“Telemonitoring, het gedurende langere periode volgen van de gezondheidssituatie van de patiënt door het delen van zelfmetingen, heeft zich voor chronische aandoeningen, met name voor diabetes, enigszins bewezen. Het leent zich voor eenvoudige metingen bij chronische aandoeningen. Bij deze drie digitale zorgtoepassingen is een bestaande arts-patiënt relatie belangrijk. Bij digitale zelftriage, het digitaal beantwoorden van een set vragen door een persoon met een gezondheidsklacht over ervaren symptomen of zelf waargenomen kenmerken, is de arts-patiënt relatie minder van belang, en heeft het mogelijk een omgekeerd effect. Huisartsen en andere gebruikers zien voor digitale zelftriage weinig meerwaarde in de dagpraktijk. De meerwaarde lijkt vooral te liggen bij inzet bij eenvoudige en enkelvoudige klachten op de huisartsenpost.”
Personeelstekorten verholpen?
Hoe en in welke mate kan digitale zorg bijdragen aan personeelstekorten en andere uitdagingen in de huisartsenzorg? Op de tweede centrale onderzoeksvraag kunnen we eveneens beperkt antwoord geven. Er is over het algemeen weinig tot geen literatuurbewijs beschikbaar over de (kosten)effectiviteit van digitale huisartsenzorg. Ook is er weinig bekend over het effect op de werkdruk of werkplezier. Vanzelfsprekend hebben de patiënten die deelnamen aan het vragenlijstonderzoek weinig zicht op deze vraagstukken en levert ons vragenlijstonderzoek dus geen inzicht op. Tijdens de focusgroepen observeerden we wisselende ervaringen en meningen van huisartsen over de kosteneffectiviteit en effecten op de werkdruk. Dit lijkt met name af te hangen van het enthousiasme van de huisarts over digitale huisartsenzorg en hoe goed deze zorgtoepassingen al in de praktijk zijn geïmplementeerd. Er is geen bewijs gevonden dat de onderzochte vormen van digitale huisartsenzorg behulpzaam zijn om personeelstekorten in de huisartsenzorg te helpen verminderen. De vier digitale zorgtoepassingen worden met name benut door digitaal vaardige patiënten. Toepassing van digitale zorgtoepassingen bij deze patiëntengroep zou potentieel tijd kunnen vrijspelen die besteed kan worden aan de patiëntengroep die niet digitaal vaardig is, en/of geen gebruik wenst te maken van deze toepassingen, maar daarvoor hebben we nog geen ondersteunende data gevonden.”
Uit de internationale literatuur blijkt weinig overtuigend bewijs omtrent de effectiviteit van de vier digitale zorgtoepassingen die gebruikt worden door huisartsen en het levert geen bewijs dat het de werkdruk in de huisartsenzorg verlaagt. “Er is geen bewijs gevonden dat de onderzochte vormen van digitale huisartsenzorg behulpzaam zijn om personeelstekorten in de huisartsenzorg te verminderen. Er is evenmin bewijs gevonden dat digitale zorgtoepassingen in de huisartsenzorg kosteneffectief zijn. Een bestaande arts-patiënt relatie is belangrijk voor een effectieve inzet van het e-consult, videoconsult en telemonitoring in de huisartsenzorg. Er wordt weinig toegevoegde waarde gezien in digitale zelftriage in de dagpraktijk, maar mogelijk is er wel een bescheiden rol voor digitale zelftriage voor inzet op de huisartsenpost.”