Verscheidene artsenverenigingen luiden de noodklok over de economische situatie in Duitse artsenpraktijken. Ze kondigen een landelijke protestcampagne aan. De overheid sprak de bewering van de artsenverenigingen tegen dat de ambulante zorg in Duitsland wordt "geruïneerd" door de politiek en de ziekenfondsen.
De aangekondigde protestcampagne was doorspekt met "veel halve waarheden", legde een woordvoerder van het ministerie uit - en hij voegde een vijf pagina's tellende "fact paper" toe aan die mededeling. Daarin staat onder andere dat de economische levensvatbaarheid van geconventioneerde zorg gegarandeerd is, zelfs bij stijgende praktijkkosten.
De kostenontwikkelingen die relevant zijn voor de praktijken - bijvoorbeeld als gevolg van inflatie - maken deel uit van jaarlijkse onderhandelingen tussen de vertegenwoordigers van de medische beroepsgroep en de ziekenfondsen.
Bovendien zijn, volgens het document van het ministerie, de uitgaven van de wettelijke ziektekostenverzekering (GKV) voor ambulante zorg de afgelopen tien jaar "enorm" gestegen.
Terwijl de GKV-fondsen hiervoor in 2013 in totaal ongeveer 32 miljard euro beschikbaar stelden, zou dat in 2022 ongeveer 46,1 miljard euro zijn. Dat komt overeen met een stijging van meer dan 44 procent - een stijging die hoger is dan die voor de ziekenhuissector. Daar zijn de uitgaven met minder dan 36 procent gestegen.
Het ministerie verwijst ook naar gegevens van het Federaal Bureau voor de Statistiek. Daaruit blijkt dat het jaarlijkse gemiddelde 'netto-inkomen' van een artsenpraktijk - vanaf 2019 - 296.000 euro bedroeg. In 2015 was dat nog 258.000 euro.
Het 'netto-inkomen' is natuurlijk niet gelijk te stellen met de winst of het inkomen van de artsen. Het komt overeen met het verschil tussen alle inkomsten en uitgaven - zoals personeel - van een artsenpraktijk. Extra uitgaven voor ouderdoms- en ziektekostenverzekering van de praktijkeigenaren zijn niet inbegrepen in het netto-inkomen.
Corona genereerde inkomsten
De solidariteitsbijdragen voor ambulante medische zorg zijn niet karig. Zoals de "facts paper" van het ministerie laat zien, zullen de GKVI en de particuliere ziektekostenverzekering (PKV) in 2021 bijna 63 miljard euro uitgeven aan artsenpraktijken. Omgerekend naar de individuele artsenpraktijk zou dit overeenkomen met ongeveer 626.000 euro.
"Opslag met dubbele cijfers"
De huisartsen eisten bij de start van de onderhandelingen dan weer een opslag van de honoraria die wordt uitgedrukt in een procent met dubbele cijfers.
In vergelijking met 2019 zijn de uitgaven van de ziekenfondsen en zorgverzekeraars met bijna vijf miljard euro gestegen, of met ongeveer 60.000 euro per huisartsenpraktijk. Het ministerie schrijft dat tests voor en vaccinaties tegen het coronavirus aanzienlijk hebben bijgedragen aan de stijging.
De praktijken hadden te kampen met een enorme kostendruk door inflatie, stijgende huren en hoge energieprijzen. "Tegelijkertijd zitten we midden in een tekort aan geschoold personeel", heet het. Ondanks gerechtvaardigde loonsverhogingen voor doktersassistenten kunnen artsen vaak niet concurreren met ziekenhuizen en zorgverzekeraars op hun salarissen.
Eén syndicaat stelt voor om op 2 oktober een artsen-protestdag te houden. Op deze dag zouden in heel Duitsland regionale protesten, sluitingen van praktijken, voorlichtingsevenementen en lokale demonstraties gepland worden.