Met 20.903 artsen die stemden tijdens de medische verkiezingen, werden de stoutste verwachtingen overtroffen. Volgens de sowieso al ongunstige berekeningswijze van het Riziv komt dat neer op een participatiegraad van 35,3% tegenover iets meer dan 23% bij de vorige verkiezingen. De rel met Vandenbroucke op de voorlaatste verkiezingsdag gaf wellicht een ultieme opstoot.
Vandaag is het D-day voor de artsensyndicaten. In de loop van de namiddag wordt in het bijzijn van een deurwaarder immers vastgesteld welk syndicaat hoeveel stemmen haalde en dan kan de zetelverdeling beginnen voor de talrijke Riziv-commissies, waarvan de NCAZ (medicomut) en het Verzekeringscomité de belangrijkste zijn.
Intussen is bekend dat de dringende oproep om te gaan stemmen van de syndicaten en gesteund door de vakpers, zijn vruchten afwierp. Met 20.903 stemmen knoopt het syndicalisme weer aan met een participatiegraad die doet denken aan de hoogdagen. Relatief gezien scoorden de huisartsen het beste met 8.852 stemmen.
In absolute cijfers ligt het aantal wel hoger bij de specialisten (12.051), maar die laatsten maakten wel een inhaalbeweging. De rel tussen Frank Vandenbroucke en Vincent Van Quickenborne - die precies ging over de ereloonsupplementen - dreef immers niet minder dan 1.700 specialisten alsnog naar het elektronische stemhokje. Een neveneffect dat de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid wellicht niet incalculeerde.
Jos Vanhoof glundert bij die hoge deelname. Zelf had hij ingeschat dat zowat 18.000 artsen zouden gaan stemmen. "Deze hoge participatiegraad geeft ons flink wat gewicht bij de onderhandelingen. De 35,3% deelname volgens Rizivcijfers is dan nog een duidelijke onderschatting want ze wordt afgezet tegen 60.000 ingeschreven artsen." Het is bekend dat Bvas die berekeningsmethode op de korrel neemt en eerder wil vergelijken met het aantal écht praktijkvoerende artsen, ongeveer 39.000. En dan zou de participatiegraad ruim boven de 50% liggen.
