In een arrest vers van de pers heeft het Grondwettelijk Hof het beroep verworpen dat was ingesteld tegen de wet van 29 november 2022 die zorgverleners verbiedt om extra kosten aan te rekenen voor ambulante zorg aan patiënten met recht op de "verhoogde tegemoetkoming" (VT).

Het beroep werd ingesteld door tandartsen-specialisten en verenigingen die de belangen verdedigen van tandartsen-specialisten, klinische laboratoria en klinische apothekers, en door Bvas (Belgische Vereniging van Artsensyndicaten).

Zij bekritiseerden het feit dat het verbod op het aanrekenen van extra honoraria van toepassing was op zowel geconventioneerde als niet-geconventioneerde zorgverleners.

Het Hof verwierp het beroep. Volgens het Hof is het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel gerespecteerd, aangezien het verbod de toegang tot gezondheidszorg garandeerde door de kosten voor mensen in financiële moeilijkheden te verlagen. 

Het Hof oordeelde ook dat de wet geen afbreuk deed aan "het recht op een billijke vergoeding van niet-geconventioneerde zorgverleners, aangezien zij de vergoedingen blijven ontvangen die gelden voor alle geconventioneerde zorgverleners en voor niet-geconventioneerde zorgverleners die geen extra kosten aanrekenen."

"Iedereen heeft recht op de beste zorg, en moet die ook kunnen betalen", reageert een tevreden minister Vandenbroucke. "Ik ben dan ook zeer blij met deze uitspraak van het Grondwettelijk Hof, die het verbod op ereloonsupplementen voor kwetsbare patiënten die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming, bevestigt. Dit is een historische doorbraak in de strijd voor betaalbare gezondheidszorg voor iedereen."

> Hier leest u het volledige arrest.