Nederlandse artsen in loondienst werkten in 2022 relatief vaak in ongunstige arbeidsomstandigheden. Het gaat dan om overwerk, onregelmatig werk, en beperkte autonomie. Van de ondervraagde artsen zegt amper 39% autonomie te hebben. Bijna zes op de tien geeft aan dat beeldschermwerk hen minstens zes uur per dag in beslag neemt. Positief is wel dat artsen voor het eerst hun werk 'emotioneel minder zwaar' vonden dan de jaren voordien.
Weliswaar werd er nog flink overgewerkt (liefst 4,36 uur per week) maar de lagere emotionele druk is een trendbreuk met de jaren ervoor: bijna één op de vier (24,2%) artsen vindt het werk emotioneel zwaar terwijl dat in de voorgaande jaren lag op 37,6% (2021), 33,6 (2020) en 35,7 (2019). Ongetwijfeld speelt het corona-effect daar een doorslaggevende rol.
Starre structuur
Ronald Batenburg van onderzoeksinstituut Nivel en bijzonder hoogleraar arbeids- en organisatievraagstukken in de zorg (Radboud Universiteit) beoordeelt de arbeidsautonomie van de artsen als 'laag'. Hij spreekt in Medisch Contact ook over ‘professionele bureaucratie’, een begrip uit de organisatiewetenschap. "Dat zijn mensen, zoals medisch specialisten, die inhoudelijk weliswaar autonoom kunnen werken, maar in een structuur die zeer weinig flexibiliteit kent. Dat komt door richtlijnen, roosters, wetgeving en veel administratie."
Over het grote aantal uren beeldschermwerk per dag (meer dan bij andere zorgverleners) reageert de hoogleraar arbeidsvraagstukken als volgt. "Ik vind dat wel schrikbarend. Hier zie je ook in cijfers uitgedrukt het effect van alles wat artsen moeten vastleggen tijdens hun werk."
De resultaten van het onderzoek komen uit de 18de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2022, die jaarlijks wordt uitgevoerd door onderzoeksinstituut TNO en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), in samenwerking met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ruim 60.000 werknemers vulden de NEA 2022 vragenlijst in. Op verzoek van Medisch Contact lichtte TNO van alle geënquêteerden de artsen eruit. Omdat de NEA over werknemers gaat, betreft het louter artsen in dienstverband.