Opsluiting in kinderpsychiatrie is lang geen uitzondering

Kinderen en jongeren in de psychiatrie mogen enkel bij uitzondering opgesloten worden, wanneer er acuut en ernstig gevaar voor de patiënt of zijn omgeving dreigt. In de praktijk gebeurt die vrijheidsberoving nog te vaak, blijkt uit een inspectieronde van de Vlaamse Zorginspectie bij 36 psychiatrische afdelingen. Minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) neemt maatregelen.

Volgens internationale richtlijnen mag vrijheidsberoving pas als laatste redmiddel, als er geen alternatieven meer voorhanden zijn en er sprake is van acuut en ernstig gevaar. Opsluiting (in een afzonderingskamer of in een andere ruimte) mag niet als straf of standaardmaatregel en mag enkel in een veilig ingerichte ruimte en onder strikt toezicht.

Vrijheidsberoving blijkt echter niet de uitzondering die het zou moeten zijn. In driekwart van de onderzochte afdelingen voorzien de eigen procedures dat afzondering (in een speciale afzonderingskamer) en separatie (in een andere ruimte, met gesloten deur) niet enkel bij acuut en ernstig gevaar kunnen worden toegepast. In een derde van de concrete gevallen van afzondering of separatie die de Zorginspectie controleerde, ging het ook effectief niet om een laatste noodmaatregel. Op meer dan de helft van de afdelingen wordt afzondering of separatie soms gecombineerd met fixatie (het vastmaken van patiënten).

Bovendien is de helft van de afzonderings- en separatieruimtes niet in orde met de veiligheid en is het toezicht op de 'opgesloten' patiënten niet altijd sluitend. Dat is vooral zo voor de separatieruimtes. Patiëntenkamers voldoen per definitie niet om mensen met afgesloten deur af te zonderen.

De Zorginspectie benadrukt wel dat er grote onderlinge verschillen zijn tussen de onderzochte afdelingen en er zijn ook heel wat goede praktijken vastgesteld. In een voorafgaande bevraging blijkt dat één op de zeven patiënten ooit afgezonderd of gesepareerd wordt. Bij dat cijfer hoort wel een kanttekening: omdat er geen exacte definitie over bestaat en omdat de registratie niet altijd even goed loopt, is dit een puur indicatief cijfer. "Er zijn afdeling waar niet wordt afgezonderd en afdelingen waar iemand quasi zeker wordt afgezonderd", zegt Stef van Eekert, afdelingshoofd van de Zorginspectie.

Minister Vandeurzen neemt in elk geval bijkomende maatregelen. Er zullen heldere en duidelijke richtlijnen worden uitgewerkt. Daarnaast zijn er middelen vrijgemaakt voor bouwkundige ingrepen in de psychiatrische diensten en voor vorming over agressiehantering. Minister Vandeurzen wil de bepalingen over vrijheidsbeperkende maatregelen ook verstrengen in het decreet over de rechtspositie van de minderjarige.

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.