Nieuwe CO voor ASO’s: nog veel knelpunten

Zowel Maggie De Block (Open VLD) als Frieda Gijbels (N-VA) wilden van minister Vandenbroucke (Vooruit) weten hoe de afspraken werden opgevolgd tussen ziekenhuizen en ASO’s wat hun sociaal statuut betreft en de collectieve overeenkomst (CO). Blijkbaar zitten de onderhandelingen in het slop en zouden sommige ziekenhuizen hun bevoegdheden overschrijden.

“De onlangs geplande vergadering van de commissie artsen-ziekenhuizen over een nieuwe cao voor ASO's werd op het laatste moment afgelast, omdat vruchtbaar overleg blijkbaar niet mogelijk was. Recent bleek dat enkele universitaire ziekenhuizen alle artsen in opleiding hebben gevraagd om hun conventiepremie aan het ziekenhuis terug te betalen”, schetste Frieda Gijbels het plaatje. Zij wou uiteraard weten waar de knopen zaten en of die ontward worden.

De minister gaf toe dat de onderhandelingen over een CO stroef verlopen. De manier om de gepresteerde uren te tellen bij de ASO’s noemde hij het grootste knelpunt. Niet alleen voor die ASO’s (met een zogenaamde ondertekende opt-out), maar ook voor de ziekenhuizen en de flexibiliteit die nodig is om de arbeidsroosters op te maken.

Wat het sociaal statuut aangaat, wees de minister erop dat dit vanaf het premiejaar 2023 verder versterkt is door een investering van 5 miljoen euro in het Riziv-sociaal statuut: zo komt het op 7.465,04 euro. Dat moet toch een appeltje voor de dorst vormen voor het pensioen. Simulaties zouden duidelijk maken dat de ASO dankzij het sociaal statuut betaald door het Riziv, tijdens zijn of haar assistentenjaren minstens een gelijkwaardig pensioen opbouwt als in een scenario dat hij of zij tijdens die jaren pensioenrechten als werknemer zou opzijzetten.

Maggie De Block zag ook nog een lacune voor de werkloosheidsvergoeding maar blijkbaar vond Vandenbroucke dat dossier minder prioritair “wegens het artsentekort, niet alleen voor het klinische werk, maar ook in de administraties en bij de ziekenfondsen.”

Registratietool en premies

“Is de zogenaamde tijdregistratietool (‘prikklok’) ondertussen operationeel?”, wou Frieda Gijbels weten. “In de cao van 19 mei 2021 werd geopteerd voor de tijdsregistratietool, in plaats van voor de oprichting van een vzw”, stipte de minister aan. “De ziekenhuissector ziet geen meerwaarde in een vzw, omdat hij zelf de werkgeversfunctie vervult. Men vindt dat er een belangrijk verschil is met de situatie van de huisartsen, waar er wel een vzw is.’

Een antwoord dat niet echt bevredigend was. De verhouding tussen ziekenhuis en ASO is immers ongelijk, weet Gijbels. “Die scheve machtsverhouding maakt dat de student in opleiding heel moeilijk de hem opgelegde eisen kan negeren.” 

En die eisen kunnen heel ver gaan zoals onlangs bleek: het Hôpital Universitaire de Bruxelles en de Universiteit van Gent vroegen de ASO’s immers om hun conventiepremie terug te betalen terwijl die hen nochtans zou toekomen. Overigens, ook de COVID-premie werd vaak niet door de ziekenhuizen doorgestort naar de artsen in opleiding, hoewel die hun wel toekwam.

En tot slot: ziekenhuizen krijgen 30 miljoen extra per jaar om het uniforme basisloon te kunnen garanderen, maar blijkbaar was er maar ongeveer 21 miljoen voor nodig. “Wat gebeurt er met het te veel betaalde bedrag?” vroeg Frieda Gijbels zich af. “Wordt dat teruggevorderd?

Minister Vandenbroucke verwees naar gegevens van de RSZ voor het jaar 2022. Daaruit bleek dat de ziekenhuizen, afhankelijk van de interpretatie van de cijfers, inderdaad slechts tussen 21 en 25 miljoen euro extra vergoedingen hebben uitbetaald aan de ASO’s, in plaats van de vrijgemaakte 30 miljoen. “De analyse wordt nu verder verfijnd. Daar komt bij dat de algemene raad op 16 oktober 2023 besliste om eveneens een budget van 9,038 miljoen euro vrij te maken voor de artsen in opleiding, waarvan 6,78 miljoen voor de ASO’s en de rest voor de huisartsen in opleiding. Dat budget wordt gereserveerd in het kader van de lopende besprekingen over de evaluatie en de bijsturing”, dixit de minister. 

Voor het conflict over de conventiepremie 2023 waste de minister zijn handen in onschuld: “Dat daarover interne afspraken gemaakt dienen te worden, heb ik ook heel duidelijk meegedeeld onder meer aan de twee door u aangehaalde ziekenhuizen, omdat daar inderdaad discussie over bestond. Bij het overleg op federaal niveau is duidelijk gezegd dat beslist kan worden om die premie door te storten naar het ziekenhuis, maar dat kan alleen op basis van overleg en gemaakte afspraken daarover.”

Scheiding werkgever-opleider

Een reden voor Frieda Gijbels om in haar repliek terug te komen op de noodzakelijke scheiding tussen werkgever en opleider. “Zo kunnen dergelijke problemen van de baan geholpen worden. Ik begrijp dat ziekenhuizen die rol zelf willen vervullen, maar dat is echt niet in het voordeel van de zwakste schakel in het systeem.”

“Ik heb voorts begrepen dat de ziekenhuizen niet verder over de arbeidsvoorwaarden willen onderhandelen. Het is nodig dat u er als minister op aandringt dat er echt stappen vooruit op dat vlak worden gezet. Die zijn echt nodig. Ik vraag u om de artsen-specialisten in opleiding ondubbelzinnig te steunen en actie te ondernemen om de collectieve arbeidsovereenkomst te verbeteren.”

Ze waarschuwde er nog voor om het dossier over de werkloosheidssteun niet uit het oog te verliezen: “Het gaat misschien maar om enkelingen, maar voor hen kan dat wel een groot verschil maken. Bijvoorbeeld, wie een specialisatie in heelkunde volgde, vindt niet per se onmiddellijk werk.”

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.