De wet diverse bepalingen inzake gezondheid die op 24 november in het Staatsblad verscheen wijzigt onder meer art. 21 van de ziekenhuiswet. Daarmee krijgt de hoofdarts van een ziekenhuis bijkomende bevoegdheden om de kwaliteit en veiligheid van de zorgverstrekking in het medisch departement te garanderen. Hij is dus niet langer een scheidsrechter zonder fluitje. Daarop pikt het webinar medische raden in dat Bvas organiseert op 14 december aanstaande.
Er worden de hoofdarts wettelijke instrumenten aangereikt om het medisch beleid te handhaven, naast de organisatie en de coördinatie ervan.
De hoofdarts zal in het bijzonder kunnen beschikken over twee handhavingsbevoegdheden waardoor hij zijn maatregelen afdwingbaar kan maken.
De hoofdarts krijgt de bevoegdheid om aan een ziekenhuisarts een waarschuwing te geven wanneer hij oordeelt dat het medisch aspect, de zorgkwaliteit of de patiëntenveiligheid dat rechtvaardigen. De waarschuwing wordt schriftelijk gegeven.
De tweede handhavingsbevoegdheid betreft een mogelijkheid voor de hoofdarts om, naar analogie met de netwerkhoofdarts (college) maar dan voor wat zijn bevoegdheden betreft, aan de ziekenhuisartsen schriftelijke instructies te geven. Dit instructierecht om de kwaliteit van de medische activiteit te handhaven en/of te verbeteren en/of de veiligheid van de patiënten te waarborgen, is opgenomen in een nieuwe paragraaf 3.
Zowel over het geven van een waarschuwing als over het instructierecht is overleg met de medische raad onontbeerlijk.
Het is inderdaad belangrijk om na te gaan wat de consequenties voor de medische raad zijn in het licht van de nieuwe taken van de hoofdarts.
Betrokkenheid
De medische raad moet nauw worden betrokken bij deze maatregelen. De tekst legt geen specifiek mechanisme op om deze betrokkenheid te garanderen. Het staat de ziekenhuizen dus vrij om de dialoog over de zorgkwaliteit naar eigen goeddunken te organiseren, op een overlegde en pragmatische manier.
Het aan de hoofdarts verleende instrument houdt geen sanctiebevoegdheid in. Het is bedoeld om hoofdartsen een extra middel in handen te geven om, in overleg met de medische raad, de kwaliteit van de zorg te waarborgen. De waarschuwing is een uitnodiging aan de arts om na te denken over zijn praktijk. Het is geen sanctie en de waarschuwing heeft geen invloed op de relatie tussen de beheerder en de arts. Deze waarschuwing of de feiten die tot deze waarschuwing hebben geleid, kunnen dan ook geen antecedent vormen waarmee rekening zal worden gehouden in een eventueel toekomstig tuchtrechtelijk onderzoek van de beheerder tegen de arts.
"Aangezien het geven van een waarschuwing of een instructie geen sanctie is, is art. 137, 8° ziekenhuis niet van toepassing. Er is dan ook geen voorafgaand advies van de medische raad nodig voor de waarschuwing of instructie. De Raad van State adviseerde overigens ook dat artikel 137 betrekking heeft op adviezen aan de beheerder terwijl het in casu een beslissing van de hoofdarts betreft zodat artikel 137 ook om die reden geen toepassing kan vinden. In de huidige tekst wordt wel de mogelijkheid geboden om zowel voor de waarschuwing als voor het instructierecht nadere regelen bij koninklijk besluit vast te leggen", aldus Bvas.
Deze nieuwe bevoegdheid van de hoofdarts treedt in werking op 4 december 2023. Vandaar dus het webinar dat hierop een helder licht kan werpen.
De sessies ‘De medische raad geadviseerd - the basics’ hebben de bedoeling om startende, toekomstige, maar ook ervaren leden van de medische raad een duidelijk en praktisch overzicht te bezorgen van het juridisch kader dat van toepassing is op de werking van de medische raad. Mr. Lafaut en Mr. Buelens, advocaten van Arcas Law en beiden gespecialiseerd in medisch recht en gezondheidsrecht, lichten in deze infosessie de basisprincipes van de medische raad toe.