Na een "marathonvergadering" zijn de ziekenhuiskoepels en artsen het toch nog eens geraakt over de verbeterde arbeidsvoorwaarden voor artsen in opleiding. De deadline daarvoor lag op 31 december. "Opnieuw een stap vooruit", verkondigt de Vlaamse vereniging voor Arts-specialisten in Opleiding (VASO) donderdag in een persbericht.
Het vernieuwde akkoord biedt meer structurele bescherming van de levens- en werkkwaliteit. Zo zal het niet langer mogelijk zijn om een arts voor meerdere opeenvolgende weken het maximum aantal van 72 werkuren in te roosteren. Ook aan de vergoeding is gesleuteld. Die voor nachtelijke uren wordt verhoogd, net als de verplaatsings- en onkostenvergoeding. Ten slotte kunnen artsen in opleiding voortaan ook hun thuiswerk registreren. In afwachting va n de publicatie van het akkoord in het Staatsblad vraagt VASO om de nieuwe voorwaarden zo snel mogelijk in te voeren.
Die ingrepen zijn niet allemaal voor de rekening van de ziekenhuizen. De regering legt structureel 6,7 miljoen euro op tafel voor de ziekenhuizen en stagemeesters, boven op de jaarlijkse injectie van 30 miljoen euro. Dat bevestigt ook het kabinet van minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit).
Het akkoord kwam er op basis van een evaluatie van het systeem, zegt Margot Cloet, gedelegeerd bestuurder van Zorgnet-Icuro. Zij reageert tevreden op het gevonden evenwicht tussen de vragen van de ASO's en de verwachtingen van de ziekenhuizen. "Artsen-specialisten zijn van waardevol belang voor de ziekenhuizen", sluit Cloet af.
Toch is er nog steeds werk aan de winkel, vindt VASO-voorzitter Maarten Falter. "Ondanks de afspraken in 2021 is er nog steeds geen oplossing voor sociale bescherming of pensioenopbouw voor ASO's en is de dubbele rol van werkgever en opleider nog niet gesplitst." Dat zal de komende jaren nog aan bod komen.