De netwerken die nu gevormd worden, zouden de efficiëntie van de materniteiten nog kunnen verhogen als ze het aantal bevallingen voor hun materniteiten jaarlijks tot 900 en zelfs 1.000 zouden optrekken.
Zo kan hetzelfde aantal bevallingen gebeuren met minder personeel en infrastructuur, en zonder verlies aan kwaliteit. De kostenbesparing die zo wordt bereikt, wordt best wel opnieuw geïnvesteerd door de ziekenhuizen, bijvoorbeeld in meer verpleegkundigen op afdelingen die kampen met een tekort, zoals geriatrie of revalidatie, beveelt het KCE aan.
Personeel heroriënteren
En wat met de weerslag van die sluiting op andere diensten zoals bijvoorbeeld pediatrie?
Een (beperkt) deel van het personeel kan worden overgeheveld naar de resterende materniteiten in de buurt. Aan vroedvrouwen kan een bijscholing naar verpleegkundige worden aangeboden, om aan de slag te kunnen gaan in andere ziekenhuisdiensten met een tekort aan verpleegkundig personeel. Zo kan het aantal patiënten per verpleegkundige verminderen.
Verder zullen door een korter verblijf op de materniteit meer vroedvrouwen buiten de ziekenhuizen nodig zijn, om postnatale zorg thuis te verlenen. Deze grotere autonomie vereist onvermijdelijk een versterking en uitbreiding van hun opleiding, om meer competenties te verwerven in organisatie- en coördinatievaardigheden.
Lees ook:
> Welke kraamklinieken liggen nu in het vizier?
> Reactie beroepsvereniging Vlaamse gynaecologen
> “KCE: minstens 557 bevallingen jaarlijks nodig, dus 21 kraamklinieken sluiten”
> Na correctie door bereikbaarheidsfactor van < 30 minuten: 17 kraamklinieken dicht
> "Opportuniteit voor onze gezondheidszorg: materniteiten afbouwen" (De Block)
> "Er kunnen niet zomaar 17 materniteiten gesloten worden" (CD&V)