Op het webinar van VBS-GBS over de ziekenhuishervorming schetste Prof. Johan Kips enkele prioriteiten. Zo is er een definitie op komst in de vorm van een Koninklijk Besluit van de precieze opdrachten die locoregionale versus supraregionale netwerken zullen krijgen. Voor de CVA-centra is het nog wachten op een advies van de Raad van State. Klinische biologie en medische beeldvorming moeten versneld veranderen.
Professor Johan Kips van het kabinet Volksgezondheid en Sociale Zaken ging afgelopen zaterdag in op de beleidsnota van minister Vandenbroucke over de hervorming van de ziekenhuisfinanciering en de nomenclatuurhervorming. Hij deed dat door vijf lijnen te schetsen. Een overzicht in vogelvlucht van twee punten: de hervorming van het ziekenhuislandschap en die van de ziekenhuisfinanciering.
De redenen voor die hervorming zijn onderhand bekend: het systeem is nu te complex, weinig transparant, supplementen moeten verdwijnen, meer tariefzekerheid is nodig. Verder dient de moeilijke verhouding tussen artsen en ziekenhuismanagement te verbeteren, dient men meer samen te werken in plaats van te concurreren, en tot slot moet het systeem minder aanzetten tot overconsumptie.
Hervorming ziekenhuislandschap
Op dit vlak ligt de prioriteit in een definitie van locoregionale versus supranationale netwerken, analyseerde Prof. Kips die erop wees dat er in dat verband een KB op komst is. Elk locoregionaal ziekenhuis zal alle locoregionale functies moeten invullen, rekening houdend met een maximale aanrijtijd voor sommige ingrepen. Denk bijvoorbeeld aan de materniteiten en het studiewerk dat het KCE hierover al verrichtte.
Verder startte de beweging van de complexe zorg naar referentiecentra, cfr. slokdarm/pancreasoperaties plus de uitbreiding naar ovariumkanker, hals/hoofd. Ook tot de doelstellingen behoren de finalisering van de S2 centra CVA waar men nog wacht op een advies van de Raad van State. En tot slot moet ook het concept van de majeure traumacentra ingevuld worden.
In dat nieuwe ziekenhuislandschap zal ook een vereenvoudigde BTW-reglementering passen, dient men de labs anatomopathologie en hun diensten te integreren in netwerken. De globale erkenningscriteria zijn toe aan een analyse om hinderpalen bij de hervorming te vermijden, en Prof. Kips hoopt ook dat de evolutie naar DRG’s een en ander zal kunnen faciliteren.
Hervorming financiering
Prof. Kips beklemtoont dat het ziekenhuis hier geen alleenstaand element is. Geïntegreerde zorg, ziekenhuisen en de eerste lijn moeten goed op elkaar aansluiten. Om dit overzichtelijk te concretisreen, moeten de netwerken ingepast worden in een cartografie die er tegen het jaareinde dient te liggen. Dat om de posities van elk ziekenhuis te verduidelijken tegenover het geheel, maar ook in het licht van een interministeriële conferentie (IMC) die dan gepland staat..
Bedoeling is verder om de financiering van retrospectief naar prospectief om te turnen en meer transparantie in te bouwen. Men zal werken met all-in forfaits per pathologie/DRG waarin ook niet puur medische elementen passen zoals verpleegkundige omkadering, geneesmiddelen, werkkosten, hulpmiddelen.
Op termijn moeten hier ook de factoren pre- en posthospitalisatie een plaatsje krijgen.
Qua tempo vraagt Johan Kips een versnelling in de hervormingen van klinische biologie en medische beeldvorming. Voor de klinische biologie gaat het om forfaits per DRG en aanpassing van de sleutelletters; bij medische beeldvorming (zware apparatuur) spitst de hervorming zich toe op een opsplitsing van het honorarium: werkings- en apparatuurkosten versus reële medische kosten..
Dat ook de voorschrijvers van medische beeldvorming daarbij betrokken moeten worden, beseft Prof. Kips ten volle.
Tegelijk is een responsabiliseringsmechanisme nodig bij budgetoverschrijding, dat wordt onderzocht door het KCE. En men dient niet-zorg gerelateerde elementen te definiëren (cfr. B1).
Het governancemodel artsen-bestuurders dient te worden bijgeschaafd: wat valt ten laste van de honoraria? Akkoorden zijn nodig voor het co-beheer en de werking met wat medische prestaties opleveren. Op termijn denkt Kips aan meer meer trajectfinanciering, bundled payment. “Het forfait per DRG wordt dan de bouwsteen in een ketting all-in per pathologie. We zullen de zorgtrajecten diabetes, covid long, perinataal… verder ontwikkelen. Daarnaast stimuleren we daghospitalisatie met een klemtoon op innovatieve technologie: ik denk aan de winst die gemaakt werd op enkele decennia voor de plaatsing van een heupprothese: vroeger vergde dat 10 dagen ziekenhuisverblijf, nu kan het in daghospitalisatie.”
Deze tendens gaat gepaard met een herziening van het profiel van ziekenhuisbedden (minder acuut, meer chronisch).