Het Koninklijk Besluit dat het sociaal statuut van arts, kinesitherapeut en vroedvrouw actualiseert, verscheen vandaag in Het Staatsblad. Onder meer het geïndexeerde premiebedrag voor haio's en aso's wordt vanaf het premiejaar 2023 bijkomend verhoogd met 542,59 euro. Maar voor sommige artsen zelf wordt ook een en ander bijgestuurd.
Voor artsen houdt dat het volgende in:
· wie het volledige jaar formeel inactief was wegens onder andere arbeidsongeschiktheid maar toch een toegelaten beroepsactiviteit had, kan een premiebedrag sociaal statuut verkrijgen;
· de term “erkenning” voor artsen wordt gespecificeerd zodat artsen met een Riziv-nummer met de bevoegdheidscode ‘artsen zonder bijzondere beroepstitel en verworven rechten’, evenals ‘huisartsen op basis van verworven rechten’, gelijkgesteld worden met erkende artsen;
· er worden activiteitsdrempels ingeschreven voor de nieuwe specialismen klinische genetica en gerechtelijke geneeskunde, voor beide vastgelegd op 25.000 euro aan terugbetalingen van aangerekende prestaties voor het volledige sociaal statuut (verlaagde activiteitsdrempel: 15.000 euro);
· het geïndexeerde premiebedrag voor huisartsen in opleiding (Haio’s) en artsen-specialisten in opleiding (ASO’s) wordt vanaf premiejaar 2023 bijkomend verhoogd met 542,59 euro en zal voor premiejaar 2023 7.465,04 euro bedragen. Dat dankzij het extra vrijgemaakte bedrag van 5 miljoen dat in de begroting 2023 werd voorzien.
Ook kinesitherapeuten zien hun sociaal statuut opgetrokken: voor 2022 wordt het vastgelegd op respectievelijk 1.790,34 euro, 2.365,79 euro en 3.165,07 euro. De vroedvrouwen zien vanaf premiejaar 2023 sociale en andere voordelen ingevoerd voor 593,44 euro (minimale activiteitsdrempel van 150 verstrekkingen).