Op het huldesymposium ter ere van Marc Moens, georganiseerd door het Vas met de steun van De Specialist en MediSfeer, gaf Riziv-topman Jo De Cock na een sterkte-zwakteanalyse van ons overlegmodel drie boodschappen mee: over de organisatie, de scope en de financiële context.
Met zijn kenmerkende droge humor schetste Jo De Cock eerst nog het ‘Bismarck model’ vanwaar we komen - niet alleen dat van de 19e eeuwse Pruisische kanselier, maar ook dat waarin Marc Moens en Marc Justaert – ook Bis-Marc - samen met vele anderen een prominente rol spelen of hebben gespeeld.
Als sterktes van het overlegmodel ziet De Cock:
· het vermogen om een brug te slaan tussen overheid en de zorgactoren en om voldoende draagvlak en betrokkenheid te creëren voor noodzakelijke aanpassingen. Een gulden middenweg tussen een louter marktgebeuren en een exclusieve overheidssturing.
· De expertise en de terreinkennis van de betrokken partners leidt onmiskenbaar tot waardevolle input en inzichten.
· Een zekere continuïteit en financiële stabiliteit van het systeem.
· De nodige autonomie om nieuwe initiatieven te ontwikkelen binnen toegewezen kaders (accreditering; GMD, zorgtrajecten, complexe chirurgie,...).
Hij stipt de volgende zwaktes van het overlegmodel aan:
· De strategische dimensie is niet altijd aanwezig (“neigt soms te veel naar het beheer van status quo”). Weinig incentives voor disruptiviteit.
· De overlegstructuren zijn versnipperd, complex en te weinig gestroomlijnd. Ook transparantie is niet altijd optimaal en voor verbetering vatbaar.
· Procedures leiden tot een te langzaam proces in tijden van snelle verandering.
· Er is gebrek aan een gemeenschappelijk project tussen partners en duidelijk geformuleerde doelstellingen.
Vervolgens ziet hij deze opportuniteiten:
· Gezamenlijke antwoorden bieden op nieuwe omstandigheden en evoluties (netwerken, herziening nomenclatuur, telegeneeskunde, integratie van zorg, kwaliteitsinitiatieven,...)
· Een wisseling van generaties opent nieuwe mogelijkheden en kan ook een bron zijn van frisse inzichten die aansluiten bij de bekommernissen van de zorgverleners in de toekomst.
En tenslotte zijn er bedreigingen:
· De bevoegdheidsverdeling inzake gezondheidszorg over verschillende niveaus leidt niet altijd tot de gewenste coherentie (aanbodbeheersing zorgverleners, kwaliteitssturing,...)
· Ook de complexiteit van de regelgeving werpt soms hindernissen op.
· De sluipende erosie van de conventioneringsgraad voor sommige beroepen en categorieën specialisten samen met de problematiek van soms ongebreidelde ereloonsupplementen is van aard het maatschappelijk vertrouwen te verzwakken. Tariefzekerheid mag geen virtuele realiteit worden.
· De sterk dalende participatiegraad bij de medische verkiezingen doet bij sommigen ook vragen rijzen naar de representativiteit van het overlegmodel.
Drie boodschappen
Dit alles is uiteraard sterk schematiserend. Op basis daarvan komt de administrateur-generaal van het Riziv tot drie boodschappen:
1 - Een eerste element betreft de organisatie van het overleg.
Vereenvoudig, reduceer en herschik het aantal overlegorganen en -structuren om overlappingen te vermijden en efficiëntie te bevorderen. Tevens moeten we voor een aantal domeinen de verticale silo benadering gebaseerd op het type zorgverlener vervangen door een meer horizontale en multidisciplinaire approach gebaseerd op de noden van de patiënt.
Lever inspanningen om te komen tot een grotere betrokkenheid van een ruimere waaier van professionals uit het werkveld bij het overleg. We testen dit thans uit bij de hervorming van de nomenclatuur en binnenkort ook bij de projecten doelmatige zorg die in de steigers staan. Bedoeling is hierbij om meer ruimte te creëren voor de inbreng vanuit de praktijk.
Bij de organisatie van het overleg moeten we meer een beroep doen op moderne communicatiemogelijkheden en digitale tools.
2 - De scope van het overleg moet in de toekomst meer kunnen stoelen op klare en duidelijke gezondheidsdoelstellingen en prioriteiten. Met mechanismen die een meerjarenapproach ondersteunen en de totstandkoming van innoverende zorgmodellen bevorderen. Zo kan het overleg ook een motor van verandering zijn gericht op de toekomst. Het overleg is dan geen spel meer van winnen of verliezen maar van krachten bundelen.
In dit verband herhaal ik de idee die ik vroeger reeds heb geopperd om de Algemene Raad van het RIZIV met een dergelijke opdracht te belasten. En zou het - met het oog op het versterken van coöperatief federalisme – hierbij ondenkbaar zijn om de gemeenschappen te betrekken bij dergelijk traject ?
3 Een derde boodschap slaat op de financiële context. De budgettaire situatie zal nopen tot een versterking van de responsabilisering en de accountability van alle actoren. Het verstrekken van doelmatige zorg en het terugdringen van niet te rechtvaardigen zorgvariaties zal hierbij meer op het voorplan komen.
Vier essentiële vragen
De Cock besloot met een verwijzing naar een uitspraak van de voormalige Nederlandse minister-president Wim Kok als antwoord op welke factoren het goed functioneren van sociaal overleg bepaalden. Wim Kok antwoordde met vier vragen die ook hier vandaag alle betekenis hebben:
- ziet iedere partner de meerwaarde van het overleg en weet hij daarvoor in eigen geledingen steun te krijgen?
- is iedere partner bereid en in staat het algemeen belang in het oog te houden en over zijn eigen schaduw te springen?
- is iedere partner bereid en in staat om niet alleen de korte maar ook de lange termijndoelen na te streven?
- is iedere partner voldoende representatief voor de groepering die hij vertegenwoordigt ?
Overleg, een werkwoord
Die vragen gelden natuurlijk ook voor de gezondheidszorg.
Dit alles toont aan dat een overlegmodel veel vergt van onderhandelaars. Een overlegmodel gaat niet alleen om het verdelen van voorspoed en vooruitgang of over het verdedigen van heilige huisjes, maar moet ook solide zijn bij het opvangen van schokken en het vinden van oplossingen in moeilijke omstandigheden. "Misschien herinnert Marc Moens zich nog de meeting van 17 december 2012 waarin hij moederziel alleen het standpunt van zijn organisatie toelichtte inzake het wegblijven van zijn organisatie aan de onderhandelingstafels", klonk het veelbetekenend.
"Ten slotte vergt overleg ook vertrouwen gebaseerd op wederzijds respect en geloofwaardigheid. Kortom, overleg is een werkwoord. Overleg lijkt evident maar komt niet vanzelf."
> Lees ook: 'Accountability' rode draad doorheen betoog De Block, Facon en De Cock