Een complex verhaal waarop panelleden Pedro Facon (Riziv), Miet Vandemaele (Vaso), Anouk Buelens-Terryn (HOP-Haio), Sigrid Sterckx (UGent) en Kirsten Catthoor (Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie) een antwoord probeerden te formuleren op het ASGB-congres van afgelopen zaterdag. Hoe zien ze het zorglandschap van de toekomst?
Pedro Facon (foto) oordeelde dat de vraag om werk werkbaar te houden niet uniek is voor de gezondheidszorg. Het thema spoort met wat zich macro-economisch voordoet: voldoende competent volk vinden om alle functies in te vullen. “Meer flexibel werken is niet de oplossing”, ging hij in tegen wat Miet Vandemaele suggereerde. Zij vroeg zich af of jonge artsen het werk anders kunnen spreiden door onder meer ’s avonds te werken en het zo werkbaar te houden: “Dat ligt moeilijk omdat je als arts meer dan vroeger in een ziekenhuisteam werkt. En dus is je werk meer spreiden niet eenvoudig omdat de hele equipe dient mee te stappen in je verhaal. Het was stuk eenvoudiger op dat vlak toen artsen allemaal solisten waren”, analyseerde hij.
Ann Colson (asgb) wees vanuit de zaal die meer flexibele werkuren om het werk werkbaarder te houden, ook af. Onder meer omdat autonoom werken vaak in de weg zit van die flexibiliteit. Bovendien kun je slechts beperkt flexibel zijn in een strak gestructureerde maatschappij waarin je bijvoorbeeld rekening moet houden met de school die stopt om 16u. Voor jonge artsen met kinderen zou het werk naar ‘s avonds spreiden niet erg realistisch zijn.
Van artsen wordt soms meer gevraagd dan van de eigen patiënten, stipte Anouk Buelens-Terryn aan met het bekende gegeven: “Een kwart van de artsen slechts heeft een eigen huisarts.“
Value based
Professor ethiek en politieke en sociale filosofie Sigrid Sterckx leverde vooral systeemkritiek. Een van de knelpunten ligt volgens haar in de dehumanisering van artsen. Door de intrede van het elektronisch patiëntendossier onder meer zien artsen zichzelf meer en meer louter als robots. In één ruk bekritiseerde ze ook het concept ‘value based medicine’ zoals dat onlangs door Vlerick werd voorgesteld,: “Dat leek meer op economic based medicine. Waarop Reinier Huetung (asgb) later inpikte als toehoorder: “Een karikatuur van value based krijg je als je witte kaders loslaat op de geneeskunde.” Sterckx wees er tot slot nog op dat misbruiken van het systeem de Rizivkosten opdrijven.
Capaciteit: alarm
Ook Reinier Hueting raakte in de zaal dat thema aan vanuit de huisartsgeneeskunde. De voormalige Kartelvoorzitter meent dat arbeidscapaciteit voor de huisarts het allerbelangrijkste blijft. “De overheden moeten dringend iets doen aan huisartsenspreiding, opleiders dienen studenten erop te wijzen dat je met een solopraktijk in netwerkverband in rurale gebieden fantastisch werk kunt verrichten. Overal waar de huisarts uitvalt, leidt dat nu tot een drama.”
Voor de psychiaters beklemtoonde Kirsten Catthoor dat specifiek bij hen een prangend capaciteitsprobleem rijst. Ze waarschuwde ervoor dat op dat domein zeer binnenkort gaten in het systeem zullen vallen.
Op de vraag in welk syndicaal verkiezingsprogramma werk werkbaar maken het best was terug te vinden, hield Pedro Facon de boot van zich af: “De kwaliteit van verkiezingsprogramma’s beoordelen is niet aan mij. We moeten over dat item zeker nadenken voor de toekomst, want het leeft breed. En dan is het belangrijk dat de mindere opkomst voor de verkiezingen van vorige keer, stijgt. Voor de overheid is het een stuk makkelijker onderhandelen als de syndicaten representatiever zijn.”
“Er bestaan geen silver bullets, men zal diverse deeloplossingen moeten combineren. Het hangt er ook van af wat de overheid wil betalen: gezondheidszorg groeit overal in de Oeso sneller dan de economie. Maar er zijn kapers op de kust. Andere sectoren willen ook een deel van de koek, het budgettair kader wordt moeilijker.”
> Discussie over artsenplanning laait op