De Federale Planningcommissie publiceerde zopas de enquêteresultaten over de artsenwerkuren en het artseninkomen. Naast de huisartsgeneeskunde werden drie specialismen onderzocht. Het grootste artsensyndicaat reageert eerder afwachtend bij de interpretatie van deze resultaten.
De federale Planningscommissie FOD Volksgezondheid vroeg IM Associates om een nationale studie te organiseren en uit te voeren. De bedoeling was om "een betere methode te ontwikkelen om een voltijds equivalent arts te definiëren".
Van de ondervraagde specialisten beantwoordden 327 anesthesiologen de vragenlijst, samen met 82 gastro-enterologen en 149 orthopedisch chirurgen. Dat komt overeen met respectievelijk 14%, 10% en 14% van alle artsen in elk van deze specialismen. Niet iedereen gaf bruikbare informatie voor alle vragen.
Voor de anesthesiologen blijkt dat 69% van hen schat dat ze gemiddeld 58,2 uur per week werken. Ze geven aan dat ze gemiddeld 48,5 uur per week zouden willen werken. De kloof tussen wens en realiteit is het grootst in Brussel: 16,6 uur, of 27%, tegenover 15% in Vlaanderen en Wallonië. Er bestaan verschillen tussen mannen en vrouwen: een grote meerderheid van de mannen (81%) werkt voltijds, terwijl slechts een kleine helft van de vrouwen (48%) dat doet. In het hele land is de algemene verdeling tussen voltijdse en deeltijdse werknemers echter niet uniform. In Wallonië werkt 37,5% deeltijds, tegenover 20,6% in Brussel en 29,6% in Vlaanderen. Wat de verdeling van de taken betreft, wordt 62% van de tijd besteed aan directe interactie met patiënten, 11% aan andere medische taken en 26% aan niet-medische taken.
Gastro-enterologen schatten hun wekelijkse werklast op 55,4 uur voor voltijds werk. Ze werken bijna allemaal voltijds in Vlaanderen (98%), terwijl een kleiner deel dat doet in Wallonië (74%) en Brussel (71%). Orthopedisch chirurgen werken 57,2 uur per week, en 91% van hen doet dat. Maar de helft van wie zegt deeltijds te werken, schat dat ze 80% van een voltijdse job presteren.
Een interessant onderzoek," zegt men bij Bvas, "maar de steekproeven zijn klein. "We moeten de gegevens grondig analyseren en vragen stellen die verder gaan dan de cijfers."
Aan Franstalige kant geeft dr. de Toeuf toe dat het hem niet verbaast dat er in het noorden van het land meer uren wordt gewerkt dan in het zuiden. "We draaien nog steeds meer uren per week in Brusselse ziekenhuizen", zegt hij. "Maar we mogen niet vergeten dat 50% van de bedden in Brussel universitaire bedden zijn. In deze omgeving nemen universitaire opdrachten (onderwijs, expertise, enz.) veel tijd in beslag naast het zuiver klinische werk.
"Het onderzoek een interessant licht op de zaak, met gegevens die we misten. Maar deze gegevens moeten we nu vergelijken met wat we al weten."