Het akkoord artsen-ziekenfondsen 2022-2023 voorzag in de oprichting van een werkgroep binnen het Verzekeringscomité om de telematicapremies te harmoniseren. De discussies die plaatsvonden in deze werkgroep, en vervolgens in de nationale commissie artsen-ziekenfondsen, leidden tot een voorstel om de criteria en drempels voor de geïntegreerde praktijkpremie voor 2023 aan te passen.
Het ontwerp van koninklijk besluit (KB) voert het voorstel uit zodat het kan worden opgenomen in het KB van 30 juni 2017 tot bepaling van de voorwaarden en de modaliteiten overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiële tegemoetkoming verleent aan de huisartsen voor gebruik van telematica en het elektronisch beheer van de medische dossiers.
Daarnaast voorziet dit ontwerp van KB ook in een bijdrage van het Riziv, onder de vorm van een startbonus GMD, voor het elektronisch beheer van medische dossiers door huisartsen die tijdens het jaar van de bonus een voor huisartsen gereserveerd Riziv-nummer toegewezen krijgen.
Ter beschikking gestelde middelen
De doelstelling voor 2023 voorziet een bedrag van 58,347 miljoen euro voor de geïntegreerde huisartsenpraktijkenpremie. De financiële impact van dit ontwerp van KB zal pas in 2024 voelbaar zijn. In de technische raming 2024 is het bedrag van de premie voor de geïntegreerde huisartsenpraktijk verhoogd tot 59,806 miljoen euro.
Het financieel kader van het akkoord artsen-ziekenfondsen 2023 voorziet ook een budget van 4 miljoen euro voor 2023 en 2 miljoen euro op jaarbasis vanaf 2024 voor een bijkomende vergoeding voor het beheer van de GMD door een arts in opleiding.
Dit zal worden betaald via de praktijkvergoeding en zal de verwachte 421 bonussen van €4.256 per stuk financieren, naast een mogelijke marge van 48 extra bonussen op jaarbasis en 97 bonussen voor 2023.