Tegen eind 2020 kon het FMO 3.314 zaken afsluiten, of 59% van de 5.581 zaken die sinds de oprichting waren binnengelopen. Is die achterstand intussen teruggelopen? Deze en heel wat andere vragen stelden we aan de Riziv-top. Het volledige interview vindt u in de papieren editie van deze week. Alvast een voorsmaakje.
De tandem met Riziv-topambtenaren Benoît Collin-Pedro Facon is intussen ingereden. Voor De Specialist gaven ze exclusief hun mening over de organisatie van ons sociaal overlegmodel en het akkoordensysteem. Maar eerst dus een reactie op vraag over de werking van het Fonds Medische Ongevallen (FMO).
Benoît Collin: "Sinds de oprichting van de taskforce zien we een vermindering van de achterstand. Deze taskforce eindigt uiterlijk in september 2023. Bovendien beschikt het FMO vooralsnog over een werkingsbudget dat wordt betaald uit de administratiekosten van de begroting gezondheidszorg.”
“Voor de toekomst besloten we tot een normatieve begroting die als basis zal dienen voor de komende jaren. Zo kan een groot deel van het huidige Taskforce-team worden geïntegreerd in het permanente FMO-team. Aan IT-kant ten slotte is het systeem herzien met een nieuwe toepassing die ook een beter toezicht mogelijk maakt. Alles lijkt dus onder controle en conform de gedane toezeggingen."
Pedro Facon, u als jurylid voor eindwerken van artsen met een opleiding management en leiderschap: moeten we eerst niet de hoofdartsen meer waarderen zodat ze geen scheidsrechter blijven zonder fluitje?
Pedro Facon: “Tijdens de covidcrisis hebben we hun rol al onderstreept. De hoofdartsen zouden een belangrijkere rol moeten kunnen spelen. Hen meer autoriteit geven is geen bevoegdheid van het Riziv maar van de FOD Volksgezondheid..”
B.C.: “in sommige landen landen waar de hoofdarts eerst een managementopleiding moet hebben gevolgd alvorens hij zijn functie kan opnemen. Vaak nemen sterke persoonlijkheden nu de leiding waarbij ook vrouwen zoals Florence Hut om er eentje te noemen.” Dit moet uiteraard worden geïntegreerd in het nieuwe ziekenhuisbeleid, evenals in de rol van de medische raad of de diensthoofden.
Komen in het interview onder meer ook aan bod:
- innoverende manieren om uw voorschrijfgedrag ‘lichtjes te sturen zonder de therapeutische vrijheid in te perken’, ‘
- conventionering: vrij laten of verplichten?
- organisatie van de medische verkiezingen
- 'artsenproductiviteit’
- de plaats van extramurale dokters in de ziekenhuishervorming
- mogen we gezondheidsdata commercieel aanwenden?