Extra meldingsplicht extramurale specialisten op til

Een wetsvoorstel van Nawal Farih (CD&V) mikt op een beter zicht op de uitoefening van risicovolle medische verstrekkingen in extramurale praktijken, met -naar eigen zeggen- het oog op een betere bescherming van de zorgkwaliteit en patiëntveiligheid. Hoe die bescherming er uitziet? Via een bijkomende meldingsplicht voor gezondheidszorgbeoefenaars die “risicovolle verstrekkingen” buiten het ziekenhuis uitoefenen. Ze suggereert ook een stok achter de deur.

Het voorstel is slechts een eerste stap. In een tweede fase zou, op basis van de bekomen informatie, bekeken moeten worden of er voor bepaalde categorieën van extramurale ingrepen bijkomende regels inzake patiëntveiligheid en zorgkwaliteit moeten worden uitgevaardigd.

“Door de afdrachten aan ziekenhuizen zijn specialisten steeds meer geneigd om extramuraal een praktijk op te starten”, aldus Farih. “Bovendien zijn specialisten ook gebonden aan de maximumplafonds voor ereloonsupplementen die ziekenhuizen opleggen, terwijl ze extramuraal een vrije keuze hebben als ze niet geconventioneerd zijn. Als ze extramuraal werken, kunnen ze zich ook onttrekken aan de wachtdiensten en permanenties van het ziekenhuis.”

“De zorgcontinuïteit is nochtans een van de belangrijkste ankerpunten voor een kwaliteitsvolle zorgverlening. In de ziekenhuizen zien we voor bepaalde specialisaties (bijvoorbeeld dermatologie, gynaecologie, plastische chirurgie) steeds langere wachtlijsten ontstaan, wat patiënten nagenoeg dwingt om hun toevlucht te nemen tot extramurale praktijken die niet steeds dezelfde waarborgen inzake kwaliteit en veiligheid kunnen bieden”, duidt het CD&V-kamerlid verder nog de aanloop naar haar wetsvoorstel.

Volgens haar is de voornaamste focus van de zorgbeoefenaar buiten het ziekenhuis vaak winstmaximalisatie, terwijl dat de optimalisatie van de zorg zou moeten zijn. 

Register artsenpraktijken

Momenteel bestaat er evenwel nog geen register van alle artsenpraktijken, waardoor het onmogelijk is om zicht te krijgen op het aantal extramurale praktijken in België of het aantal ingrepen dat buiten het ziekenhuis plaatsvindt. De kwaliteitswet voorziet wel een wettelijke basis voor zo’n register. Het praktijkregister zou normaliter in de loop van 2024 operationeel worden.

Anderzijds bestaat nog geen wetgeving voor de uitbating, de uitrusting, de veiligheid of de kwaliteitsbewaking van de zorg in extramurale praktijken (uiteraard geldt de Kwaliteitswet wel voor elke gezondheidszorgbeoefenaar). Dat noemt Farih een ‘juridisch vacuüm’ en ze wijst op de tegenstelling met de strenge normen waaraan ziekenhuizen moeten voldoen.

Geen nauwkeurige lijst mogelijk

De Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen stelde dat het gerechtvaardigd is om aandacht te schenken aan de voorwaarden voor de kwaliteit en de veiligheid van deze verstrekkingen, maar “wegens de voortdurende evolutie van de technische en medische praktijken, blijkt het onmogelijk om een nauwkeurige lijst op te stellen van de ingrepen die niet buiten het ziekenhuis kunnen worden verricht.” Er werd dus nog geen uitvoering gegeven aan deze machtiging. “Dat betekent derhalve dat in principe elke verstrekking, ook risicovolle verstrekkingen, uitgevoerd kunnen worden buiten het ziekenhuis”, besluit Nawal Farih.

De Kwaliteitswet nam wel enkele relevante bepalingen op voor de praktijkvoering in extramurale praktijken, bijvoorbeeld voor prestaties onder anesthesie. Voor complicaties verwijst de wet twee keer naar nodige maatregelen van de extramurale specialist om samen te werken met een ziekenhuis. “Deze kwaliteitsvereiste impliceert dus dat de arts met een extramurale praktijk een samenwerkingsovereenkomst moet sluiten met een ziekenhuis”, argumenteert ze.

Complicaties

Ze verwijst naar diezelfde Kwaliteitswet die vraagt om een werkende procedure bij spoedhulp in geval van complicaties en een procedure voor de overbrenging van patiënten. Bovendien zijn regels mogelijk voor de kwalitatieve toetsing van de praktijkvoering en het onderhouden van de professionele bekwaming van de gezondheidszorgbeoefenaars die risicovolle verstrekkingen verrichten (inclusief een verplichting voor elke gezondheidszorgbeoefenaar om bepaalde gegevens te melden aan de DG Gezondheidszorg van de FOD Volksgezondheid).

Vandaar de vraag in haar wetsvoorstel om een bijkomende meldingsplicht in te voeren voor gezondheidszorgbeoefenaars die risicovolle verstrekkingen buiten het ziekenhuis uitoefenen. Ze vraagt om extramurale specialisten de volgende gegevens te laten melden:

  • de aard van de risicovolle medische handelingen die worden gesteld; 
  • de maatregelen die worden genomen om de kwaliteit van de zorg en de veiligheid voor de patiënt te garanderen; 
  • de naam van het ziekenhuis waarmee een samenwerkingsovereenkomst werd gesloten

Stok achter de deur: gedifferentieerde terugbetaling

Het wetsvoorstel beoogt in een eerste fase meer transparantie te kunnen bieden aan de patiënt. In een tweede fase zouden bijkomende regels inzake veiligheid van de patiënt en zorgkwaliteit moeten worden uitgevaardigd, bepleit ze. Dan kan men het resultaat van de kwaliteitscontrole opnemen in het praktijkregister voor gezondheidszorgbeoefenaars die risicovolle verstrekkingen uitoefenen buiten het ziekenhuis.

Last but not least suggereert ze deze stok achter de deur: “Er kan ook worden nagedacht over een differentiatie van de terugbetaling." Meer bepaald zou die terugbetaling dan verschillen voor prestaties van artsen die solidair deelnemen aan de ziekenhuispermanentie en artsen in commerciële extramurale praktijken die dat niet doen.

Hier leest u het volledige wetsvoorstel.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.

Laatste reacties

  • Joke LEYN

    16 februari 2024

    Hoezo niet dezelfde waarborgen inzake kwaliteit? Hoezo gebrek aan verantwoordelijkheidszin? Uw perceptie is fout. Als extramuros dermatoloog probeer ik patiëntvriendelijk, kostenefficiënt en kwalitatief werk te leveren. Daar komt heel wat administratief en organisatorisch werk bovenop. Voor onze discipline is dit bepaald niet tegen lucratieve tarieven. Het is net een voordeel voor de patiënt, geen nadeel: optimalisatie van de zorg dus.

  • Frank Campaert

    16 februari 2024

    "Volgens haar is de voornaamste focus van de
    zorgbeoefenaar buiten het ziekenhuis vaak
    winstmaximalisatie, terwijl dat de optimalisatie
    van de zorg zou moeten zijn."
    Zeker dat u zich niet vergist mevrouw Farih?

  • Jacques GOETHALS

    15 februari 2024

    Groot gelijk. Ik schrik van deze vaststelling en kan enkel met afkeuring kijken naar het gebrek aan verantwoordelijkheidszin collega's die patiënten in de kou laten staan.

  • Lorenzo Lefevere

    15 februari 2024

    Ik melde deze bezorgdheid al aan de FOD gezondheid met bedroevend resultaat.... zie hieronder het relaas.
    Dr Lorenzo Lefevere (Lorenzo.lefevere@telenet.be)
    Ik mailde volgende: "Hooggeachte Minister
    Ik ben een NKO-arts in een klein regionaal ziekenhuis. Ik maakte een bewuste keuze omdat ik graag op mensenmaat werk en zelf voor kwaliteit kan zorgen in een goed en direct contact met de patiënten en collega’s.
    Ik slaak een noodkreet om wat ik rond mij zie gebeuren. Ik heb een zeer grote bekommernis omdat ik ziekenhuisartsen die gebukt gaan onder drukke wachtschema’s en moeilijkheden hebben om nieuwe (schaarse) collega’s aan te trekken, zie verdwijnen uit ziekenhuizen naar privépraktijken.

    In de regio waar ik werk (Vlaamse Ardennen). Zijn er momenteel geen volwaardige neurologen meer actief. Ze zijn ofwel (vervroegd) gestopt of ze werken enkel nog privé.
    Dit betekent ernstig kwaliteitsverlies voor de omgeving aangezien er geen snelle en directe hulp kan worden geboden bij acute neurologische aandoeningen binnen en buiten ziekenhuizen. Dit wordt voor een stuk ondersteund via de grote ‘huizen’ van het netwerk maar ook daar hebbende netwerken zeer ambigue houdingen…

    Ziekenhuizen spreken randdisciplines aan om bij te springen, maar ondanks goede bedoelingen kunnen deze geen neuroloog vervangen. Dit maakt ook nog eens de wachtbelasting en medicolegale risico’s voor de rest zwaarder.
    Ik maak mij ernstig de bedenking hoe dit verder kan. Sommige collega’s die vertrokken zijn uit het ziekenhuis werken wel lekker privé verder maar nemen aan geen wachten meer deel… Kan dit wel getolereerd worden?

    Een paar enkelingen worden verwacht om zeer frequent of permanent van wacht te zijn omdat ze toevallig in een ziekenhuis werken, terwijl de andere lekker rustig privé kunnen verder werken.
    Wat ik hier vertel over neurologen, geldt evenzeer in onze omgeving voor kinderartsen en ook nog voor andere disciplines. 3 kinderartsen in de omgeving werken enkel privé… en een paar (uit het buitenland aangetrokken) enkelingen lopen massaal veel wachten omdat ze aan een ziekenhuis zijn verbonden. Dit klopt niet! Op die manier jaag je collega’s (van knelpuntdisciplines) weg uit ziekenhuizen of richting burn-out.

    Ik ben niet politiek gekleurd en ben geen lid van een artsenvakbond…. Ik weet dat van die kant uit men zal oproepen tot (verhoogde) wachtvergoedingen om dit op te lossen.
    Elke arts is pro deo van wacht tijdens de week in mijn ziekenhuis. Tijdens het weekend is er een wachtvergoeding van ca. 300€ om 60 uur continu van wacht te zijn… (5 euro per uur).

    Ik ben tevreden met mijn verloning en zie de wacht als mijn maatschappelijke taak. Maar niet als de solidariteit wordt verbroken. Bezorgd over de schaarse overheidsmiddelen zou ik u toch willen voorstellen om alle specialisten wacht te laten uitvoeren in een ziekenhuis. Deze moeten naar mijn gevoel niet noodzakelijk extra vergoed worden. Een andere mogelijkheid is ziekenhuisartsen andere hoger gewaardeerde nomenclatuur laten gebruiken dan wie enkel privé werkt en geen wachtdiensten ondersteund…. (of devalueer hun nomenclatuur om budgetvriendelijker te zijn). Dan zullen ziekenhuisartsen vermoedelijk meer versterking krijgen, vermoedelijk ook nieuwe collega’s kunnen aantrekken en zo beter hun maatschappelijke rol kunnen spelen. Wat ik nu zie gebeuren bij overbelaste, ondergewaardeerde specialisten en ook huisartsen is schrikbarend.¨ De kwaliteit en toegankelijkheid van onze gezondheidszorg staart er m.i. momenteel echt niet goed voor en snelle actie lijkt me meer dan noodzakelijk.
    Ik ben steeds bereid om constructief mee te denken…."

    Dit was het antwoord:
    Hartelijk dank voor uw uitgebreide en eerlijke uiteenzetting over de uitdagingen als ziekenhuisarts in uw regio. We delen uw bezorgdheid en erkennen dat er concrete stappen nodig zijn om de situatie te verbeteren. In dat opzicht brengt u zelf twee voorstellen aan, waar we graag op reageren.

    Uw eerste voorstel is om arts-specialisten die uitsluitend een privépraktijk hebben te verplichten om deel te nemen aan de wachtdiensten in een naburig ziekenhuis. Alhoewel we de rationale begrijpen, geniet dit voorstel niet onze voorkeur. Vermits deze arts-specialisten geen onderdeel uitmaken van de medische staf, is de implementatie van dit voorstel namelijk niet evident, bijvoorbeeld naar medische verantwoordelijkheid toe.

    Daarentegen volgen we u wel in uw tweede voorstel om de nomenclatuur te herzien. Hier zetten we ook beleidsmatig op in. In kader van de structurele hervorming van de nomenclatuur die lopende is, voorzien we namelijk een herwaardering van de geneeskundige prestaties die enkel in het ziekenhuis plaatsvinden, zoals het opmaken van opname- en ontslagdossiers, permanente aanwezigheid en bedconsultaties. Het doel is om deze taken beter naar waarde te schatten en te erkennen binnen het geheel van medische dienstverleningen.

    Zo zetten we in op een evenwichtige aanpak die zowel de belangen van de patiënten als de zorgverleners respecteert. We blijven streven naar oplossingen die de toegankelijkheid en kwaliteit van de gezondheidszorg verbeteren en waarderen uw constructieve bijdrage daarbij.