Het Duitse Federale Hooggerechtshof bevestigt de vrijspraken voor twee artsen die patiënten tijdens hun zelfdoding hadden begeleid: in die specifieke gevallen werden de artsen ontheven van de "fundamentele verplichting om levens te redden".
Dokters die suïcideplegers begeleiden bij hun stervensproces zijn geen daders. In een geschil in Duitsland over vermeende doodslag en "niet geboden hulp" sprak het Federale Hooggerechtshof (BGH) in Leipzig de beschuldigde artsen vrij. Daarmee werden de vrijspraken van lagere rechtbanken van Hamburg en Berlijn bevestigd. De vrouwen die door de artsen begeleid werden, beslisten "onafhankelijk vrij" tot hun dood.
Beschrijving Hamburgse casus
In de Hamburgse zaak leden twee bevriende vrouwen, 81 en 85 jaar oud, elk aan verschillende ziekten. Die waren niet levensbedreigend, maar de vrouwen zagen hun levenskwaliteit en hun actiemogelijkheden steeds meer ingeperkt. Zij wendden zich daarom tot een stervenshulpvereniging, die op haar beurt haar steun afhankelijk maakte van een psychiatrisch rapport.
De arts die verantwoordelijk was voor neurologie en psychiatrie twijfelde net zo min aan het beoordelingsvermogen van de vrouwen als aan de vastberadenheid en het "welzijn" van hun zelfdodingswensen. Op verzoek van de vrouwen was de arts aanwezig toen ze hun dodelijke medicatie namen en onthield hij zich, nadat bewusteloos raakten, van alle reddingsmaatregelen.
Beschrijving Berlijnse casus
In de Berlijnse zaak had de huisarts een patiënt toegang gegeven tot een dodelijk geneesmiddel. De 44-jarige doktersassistente leed al sinds haar zestiende aan een ziekte die tot ernstige spastische pijn leidde. Diverse behandelingen hielpen niet.
De vrouw nam de medicatie en informeerde haar huisarts. Hij kwam naar haar toe en zorgde twee en een halve dag voor haar tot haar dood. Zoals gewenst, deed hij ook niets om het leven van de vrouw te redden.
In beide gevallen beschouwde het Openbaar Ministerie het gedrag van de artsen als moord en een nagelaten hulp aan een persoon in nood. De arrondissementsrechtbanken van Hamburg en Berlijn spraken de gedaagden echter vrij. Voor de BGH spraken de artsen van een "conflictsituatie" en verdedigden ze hun gedrag als een "morele verplichting".
Dokters ontheven van reddingsplicht
De rechters hadden tijdens de hoorzitting al gewezen op de juridische passage over de patiënt. Volgens dit artikel is de wil van patiënten die in staat zijn om beslissingen te nemen, bindend en mogen artsen het beoogde stervensproces niet beëindigen door "reddingsplicht" of hulp aan een persoon in nood. De BGH paste dit principe nu ook hier toe. Alle drie de vrouwen hadden besloten om onafhankelijk en "zelfstandig" zelfmoord te plegen. De algemene reddingsplicht bij personen in nood was daarom niet van toepassing.
Zelfs een behandelend arts, zoals in de casus van Berlijn, was in zulke gevallen "vrijgesteld van de (....) fundamentele verplichting om het leven van zijn patiënt te redden door de uitoefening van het zelfbeschikkingsrecht van de latere overledene". De BGH hoefde niet te beslissen of er sprake was van een inbreuk op het tuchtrecht.
> Lees ook: Grote meerderheid voor legalisering euthanasie (Duitsland)