Sinds gisteren is dr. Dirk Bernard officieel de nieuwe voorzitter van Amonis in opvolging van dr. Herwig Van Dijck. Een verdere verjonging en vervrouwelijking van de raad van bestuur is een van zijn prioriteiten. "We doorstonden de covid-crisis goed, en die bood ons ook opportuniteiten."
Dokter Van Dijck had er al twee voorzitterstermijnen van zes jaar op zitten en de statuten bepalen dat bij een derde termijn halfweg een wissel moet plaatsvinden. Dat is nu gebeurd. De consensus rond dr. Bernard werd snel gevonden. "Ik was de juiste man op de juiste plaats op het juiste moment", licht hij de beslissing toe.
Of die juiste man per se een dokter moet zijn? "We zijn een organisatie van zorgverleners en daarin vormen de grootste groep nog steeds de artsen. Daarnaast zijn we ook een ledenvereniging (met zowat 28.000 leden, red.), het is logisch dat de groep die de meeste leden vertegenwoordigt, de voorzitter levert. De tweede grootste groep, die van de kinesitherapeuten, heeft sowieso ook een zitje in de raad van bestuur. We zien er trouwens op toe dat alle ledengroepen een stem hebben."
Dokter Bernard merkt op dat het percentage niet-zorgverleners in Amonis toeneemt. "We trekken in onze raad van bestuur daarom ook mensen met een ander profiel aan. Zo betekent het instappen van een jonge jurist net nu een verrijking voor zorgvuldig bestuur.
Bekend is dat de raden van bestuur meer moeten vervrouwelijken in ons land, en de nieuwe voorzitter wil daar zeker werk van maken."We tellen nu al drie vrouwen in onze RvB", signaleert hij (Rachel Lamock, Brigitte Boone en Florence Hut, red.). "Verder kwam de jonge dokter Jérémie Gras onze rangen vervoegen."
Crisis als opportuniteit
"De covid-19-crisis bleek een stevige test voor ons noodplan dat we jaren geleden al hadden vastgelegd mocht onze zetel op een of ander moment onbereikbaar worden. We vielen terug op videoconferenties en dat werkte."
"Dit is ook een opportuniteit om gegevens meer elektronisch te gaan uitwisselen met onze leden. Ons ledenportaal draait proef op dit moment: de leden zullen er alle dcoumenten kunnen opladen voor zichzelf. En wij zullen door die elektronische communicatie onze persoonlijke voetafdruk kunnen verkleinen, waarmee we aansluiten bij onze filosofie. Uiteraard blijven fysieke vergaderingen in de toekomst wel onontbeerlijk, soms hebben ze een meerwaarde."