"Onze geneeskunde is ontmenselijkt. Mensen in zorg hollen zichzelf voorbij en de verspilling in ons zorgsysteem wordt geschat op zeker 20%. Daarmee zouden we heel wat andere dingen kunnen doen. We moeten de zorg dichter bij de mensen krijgen." Dat is in een notendop de boodschap in het pas gepubliceerde boek van Ri De Ridder.
In België zijn we vaak best positief over onze gezondheidszorg – tot we ernstig ziek worden. Tijd voor een wake-upcall! Dat was de drijfveer van voormalig Riziv-topman om zijn boek “Goed ziek” te schrijven. Onze gezondheidszorg heeft meer baat bij zieke mensen dan bij gezonde, wat leidt tot onnodige procedures, overmedicalisering en de verspilling van middelen, heet het nog. Een boodschap die op zich niet nieuw is maar de vraag is wat we eraan doen en in welke mate verandering nodig is.
Sukkelstraatje
Voor Ri De Ridder zitten we zonder meer in een sukkelstraatje. Hij pleit voor buurtzorg, bundeling van de financiering op streekniveau en een verregaande integratie van welzijn en gezondheid tussen sectoren. “Dat zou beter zijn dan de huidige situatie waarin iedereen maar wat doet. Dat leidt ertoe dat iemand die chronisch ziek is, gemiddeld 17 verschillende professionals moet raadplegen.”
Een integratie-evolutie is nu nochtans voor een stuk op gang getrokken op Vlaams niveau waar de zorgraden geïnstalleerd worden, ingebed in zorgzones. Die laatste moeten het contactpunt gaan vormen tussen eerste en tweede lijn. Een tweede lijn die door de netwerkvorming gedwongen zou moeten worden om minder overlap in stand te houden (en dus op termijn efficiënter werkt).
De Ridder is als pleitbezorger van de wijkgezondheidscentra (WGC’s) ook voorstander van “minder druk op de zorgverleners en van een systeem dat niemand uitsluit en bovendien niet meer kost.” Maggie De Block lichtte onlangs diezelfde WGC’s door, want ook zij zouden overgefinancierd zijn. De audit bracht geen grote wantoestanden aan het licht, al rezen er wel vraagtekens over de financiering en de transparantie van de medische huizen. De minister hief alvast het WGC-moratorium op dat ze eerder in het leven riep.
Nieuwe staatshervorming
De Ridder zelf is niet alleen negatief over ons systeem: “Een aantal zaken doen we zeer goed, zoals het behandelen van kanker en operatief aanpakken van ziekten. Maar borstkankerscreening is ondermaats, net zoals de griepvaccinatie voor de risicogroepen. Dat omdat we te veel gefocust zijn op ziek zijn.”
Als oplossing is er dus werken op buurtniveau (een stadswijk van 8.000 à 10.000 inwoners) waar zorgverleners elkaar goed moeten verstaan en nauw samenwerken met de welzijnssector. Zo kan men snel ingrijpen en vermijden dat men mensen al te snel moet hospitaliseren.
De stijgende zorgvraag dwingt ons om nutteloze taken te vermijden en iedereen zich op zijn corebusiness te laten concentreren. Concreet vraagt dat wel om heel wat experimenten om in die richting te evolueren en daarvoor is ruimte nodig. De sterke decentralisatie van de zorg die De Ridder voorstaat, betekent ook dat we vroeg of laat weer een ‘institutionele oefening’ zullen moeten doorvoeren zoals dat bij hem in een soort newspeak heet. Lees: een nieuwe staatshervorming. “We moeten meer naar de gemeenschappen en zelfs naar de gewesten overhevelen.” Een boodschap die wel opvalt vermits ze komt van een voormalige topman van het federale Riziv die dus zelf op dat niveau jarenlang actief was.
De ommezwaai vereist financiële prikkels in de richting van minder prestatiegeneeskunde en meer zorgverleners met een vast inkomen die zich vooral door hun wetenschappelijke instelling gedreven voelen, luidt het nog. Dat is dan weer een bekend standpunt van de voormalige Riziv-topman.
> Lees ook het afscheidsinterview van Ri De Ridder als Riziv-topman.
Ri De Ridder, “Goed ziek”. Paperback
ISBN 978-94-6131-997-5, € 22,00 incl. BTW