Cumul van verschillende functies voor spoedartsen en intensivisten

De ministerraad keurt op voorstel van minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke drie ontwerpen van koninklijk besluit goed over de tijdsbesteding van de arts-diensthoofd in de functies MUG, intensieve zorg en spoedgevallenzorg. Aan de basis ligt een schrijven van het Kartel uit 2021, gericht aan de FOD Volksgezondheid en de Federale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen.

Artsen die diensthoofd zijn van de gespecialiseerde spoedgevallenzorg, intensieve zorg of de mobiele urgentiegroep (MUG) en meerdere van deze functies willen combineren, kunnen dat tot op vandaag moeilijk door de geldende erkenningsnormen. De normen bepalen immers voor elk van de functies dat het diensthoofd meer dan de helft van zijn werktijd in de functie moet besteden.

In meerdere (fusie)ziekenhuizen met meervoudige vestigingsplaatsen werden en worden intussen  overkoepelende diensthoofden benoemd, zeker in het licht van de evolutie naar ziekenhuisnetwerken. Bij de uitoefening van de functie van diensthoofd voor verschillende ziekenhuizen moet op elke vestigingsplaats aan deze normen worden voldaan. En dat is dus nog moeilijk werkbaar in een netwerkstructuur.

Overkoepelende diensthoofden

Een betere integratie van de vestigingsplaatsen dringt zich op. Zo werden fusieziekenhuizen naar aanleiding van een audit door het Vlaams Agentschap voor Zorg en Gezondheid zelfs uitdrukkelijk aangespoord om niet meer met diensthoofden per campus te werken,

Voor de meeste diensten of functies rijst geen groot probleem op zich: desnoods kan men op de verschillende vestigingsplaatsen dezelfde persoon diensthoofd benoemen. "Er rijst echter wel een probleem wanneer de erkenningsnormen een activiteitsniveau in de dienst of de functie vereisen. We denken daarbij aan de functies intensieve zorg of gespecialiseerde spoedgevallen", schreven dr. Rutsaert en Van Dijck (Kartel) toen.

Intensieve zorg, spoed

Het Kartel verwees daarbij naar het KB van 27 april 1998 over de erkenningsnormen voor de functie intensieve zorg.  Artikel 13 luidt daar als volgt: "Een erkend geneesheer-specialist in de heelkunde, de inwendige geneeskunde, de anesthesiereanimatie of in één van de daartoe behorende subspecialismen, of in specifieke omstandigheden in de pediatrie, houder van de bijzondere beroepstitel in de intensieve zorg, is geneesheer-diensthoofd van de functie. Hij werkt voltijds in het ziekenhuis, met hoofdactiviteit in de functie."

Hetzelfde probleem dook op bij de voltijdse werkende spoedarts in één ziekenhuis in combinatie met overkoepelend diensthoofd in diverse vestigingsplaatsen. Het is uiteraard onmogelijk om tegelijk in meerdere erkende functies een hoofdactiviteit te hebben. 

Concrete aanleiding van de brief was "een geval van een groot fusieziekenhuis waar de raad van bestuur met akkoord van de medische raad is overgegaan tot het ontslag van de diensthoofden om daarna over te gaan tot de benoeming van overkoepelende diensthoofden", herinnert Robert Rutsaert zich. "Sommige artsen die niet herbenoemd werden vechten dit nu juridisch aan op basis van bovenvermelde erkenningsnormen. Puur juridisch lijken zij een punt te hebben."

Wijziging

Om deze problematiek te verhelpen, heeft de minister van Volksgezondheid nu dus de drie ontwerpen van koninklijk besluit uitgewerkt die de tijdsbesteding van de arts-diensthoofd flexibeler maken. Anders riskeerde de overheid tegen zijn eigen beleid in te gaan (stimuleren van geïntegreerde vestigingsplaatsen). 

Het arts-diensthoofd moet voltijds aan een ziekenhuis verbonden blijven, maar kan zijn werktijd over de verschillende functies verdelen, als hij diensthoofd is van meerdere diensten (gespecialiseerde spoedgevallenzorg, intensieve zorg of MUG) van hetzelfde ziekenhuis.

Als een diensthoofd gespecialiseerde spoedgevallenzorg ook het diensthoofdschap van de MUG waarneemt, verdeelt hij zijn voltijdse werktijd in het ziekenhuis over beide functies, al dan niet uitgebaat op één of meerdere vestigingsplaatsen van het ziekenhuis.

Daarnaast wordt de terminologie genderneutraal aangepast (‘geneesheer-diensthoofd’ wordt ‘arts-diensthoofd’) en wordt uitdrukkelijk ingeschreven dat het diensthoofd zich kan laten bijstaan door een of meerdere artsen met een bijzondere bekwaming.

De ontwerpen worden voorgelegd aan de Raad van State.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.

Laatste reacties

  • Guy NOLLET

    18 april 2023

    Het verstand komt met de jaren! Guy Nollet - Arts Intensivist Urgentist OLV Aalst op pensioen.