Op de Medicomut van afgelopen maandag (19/06) werd een belangrijk dossier voor de klinisch biologen én bij uitbreiding voor alle medisch specialisten in een beslissende plooi gelegd. In het akkoord 2022-23 stond een uitgebreid stuk over de hervorming van de ziekenhuisfinanciering én over de hervorming van de nomenclatuur. Hierbij werd de klinische biologie specifiek naar voor geschoven om reeds deels te behandelen in dit lopend akkoord.
“Door deze aanpassingen zal een nieuw financieringsmodel tot stand worden gebracht met een opsplitsing tussen het kostengedeelte en professioneel gedeelte van de honoraria voor de klinische biologie, zowel in de ziekenhuissector als in de ambulante sector”
Ook al hebben we nooit begrepen waarom men er 1 discipline afzonderlijk uitlichtte in plaats van een grondige pandisciplinaire hervorming door te voeren, toch hebben we conform ons DNA scherp en constructief mee onderhandeld", specificeren voorzitter Thomas Gevaert en ASGB-bestuurslid Pieter De Schouwer. "We hebben tijdens de onderhandelingen meerdere angels uit de initiële voorstellen kunnen halen, maar uiteraard diende alles nog te worden uit onderhandeld."
Krijtlijnen
Kort samengevat zijn dit de krijtlijnen:
- Er wordt een budgettaire massa van 15% vrijgemaakt op de (alle) honoraria klinische biologie.
- In de ambulante sector wordt deze vrijgemaakte massa (46mio euro) gebruikt voor nieuwe initiatieven voor huisartsen én specialisten.
- In de ziekenhuissector komt deze budgettaire massa (223 miljoen - 46 miljoen = 177 miljoen euro) terug als honorariummassa naar de ziekenhuizen én wordt via een akkoord medische raad / beheerder in het ziekenhuis aangewend ter vrijwaring van de take-home van de klinisch biologen. Hiervoor werd een conventie uitgewerkt.
- Er worden bijkomende transparantiebepalingen bij het vragen van supplementen in de (ambulante) klinische biologie toegevoegd, om te vermijden dat de patiënten deze verschuiving linea recta zelf moeten compenseren. Het aanrekenen van niet-vergoede verstrekkingen blijft mogelijk.
"We kunnen ons akkoord verklaren met de grote krachtlijnen van dit akkoord", aldus beide ASGB'ers, "maar we houden een slag om de arm om toe te zien dat de uitwerking voor de klinisch biologen correct, billijk en transparant verloopt. Dit hebben we ook omstandig verwoord tijdens de medicomut en we laten dit ook duidelijk notuleren in het proces verbaal."
De opmerkingen en voorwaarden die ze ter zitting maakten:
- Het akkoord heeft een belangrijke component van onderling vertrouwen tussen beheerders en artsen. Dit vertrouwen werd duidelijk uitgesproken tussen de onderhandelaars van artsen en beheerders. Als dit vertrouwen wordt geschonden ten nadele van de klinisch biologen in de ziekenhuizen wanneer alles wordt uitgerold is er voor ons een majeur probleem (lees: komt het hele overlegmodel en in het bijzonder de onderhandeling over de ziekenhuisfinanciering en herijking op de helling te staan).
- Deze regeling moet lopen tot de afronding van de volledige hervorming van de nomenclatuur en de ziekenhuisfinanciering.
- Er moet transparantie en duidelijkheid komen rond de gebruikte bronnen om de 15% marge te berekenen. Het Möbiusrapport is voor ons alvast een slecht werkstuk gebleken en hier dient openlijk afstand van te worden genomen.
- Er is een gentleman’s agreement om voorlopig met verlaging van de coëfficiënt te werken, maar in het te sluiten akkoord voor 2024-25 een regeling te treffen met verlaging van de sleutelletter in plaats van de coëfficiënt.
- We hebben enkele belangrijke tekstuele aanpassingen laten doen aan de finale teksten. Zo werd bijvoorbeeld in het TGR document het woord ‘gelijkwaardig’ vervangen door ‘gelijk’.
- Omdat er een aantal harmonisaties tussen apothekers en artsen klinisch biologen gevraagd worden, hebben we een definitieve regeling om de apothekers klinisch biologen eindelijk te laten stemmen tijdens de medische verkiezingen op tafel gelegd. Een vraag die ASGB/Kartel overigens al jaren stelt, destijds ook aan een zekere Frank Vandenbroucke.