Twee Leuvense geneeskundestudenten, Sarah Maesen en Maja Heylebosch, ijveren namens de recent opgerichte vereniging Arts en Mens voor een betere mentale gezondheid voor artsen in opleiding. Arts en Mens zet in op drie speerpunten.
Beide auteurs zetten deze week hun standpunt uiteen in De Standaard, maar ze deden dat al eind december 2022 ook al in het studentenblad Veto. De drie speerpunten zijn voor hen de afschaffing van het zogenaamde ‘opting-out’systeem, een verplichte onkostenvergoeding en meer investeringen in de zorgsector als eerste stappen naar een gezondere werkethiek voor de masterstages geneeskundestudenten.
Arts en Mens bestaat naar eigen zeggen uit een groep geneeskundestudenten die de problematieken van geneeskundestages probeert bloot te leggen en oplossingen voorstelt die de stages in een meer menselijk kader kunnen plaatsen.
Niet dat dit alles nu ineens revolutionair nieuws is: de vereniging van arts-specialisten in opleiding (Vaso) timmert al enkele jaren duchtig aan die weg met als resultaat vorig jaar een ‘historische’ politieke doorbraak: een arbeidsovereenkomst tussen artsen en ziekenhuizen, mee tot stand gebracht onder impuls van medicomutvoorzitter Jo De Cock. Die overeenkomst zou wel na een jaar geëvalueerd worden en blijkbaar zit er nog heel wat scheef op het terrein als we Sarah Maesen en Maja Heylebosch mogen geloven.
Enter Arts en Mens met dus drie werkpunten.
Opting-out moet weg
Vooral de manier waarop de afspraken voor een 48-urige stage-werkweek (met optie naar 60u) omzeild wordt, ligt Sarah Maesen en Maja Heylebosch zwaar op de maag. Hun aanklacht in De Standaard: “Masterstudenten geneeskunde werken in België sowieso al meer uren dan hun lotgenoten in onze buurlanden, maar wie er niet genoeg van kan krijgen, kan nog extra tijd op de stageplaats doorbrengen door 'vrijwillig' een opting-out te ondertekenen die het wettelijk mogelijk maakt om een werkweek te hebben van gemiddeld 60 uur (max. 72 uur).” Het vrijwillige karakter van die opting-out trekken ze sterk in twijfel.
“In de praktijk is er van vrije wil weinig sprake. Vele ziekenhuizen en stagebegeleiders verwachten van stagiairs dat ze het document hoe dan ook tekenen. Vaak krijgen studenten de opting-out al op de eerste dag van hun stage onder de neus geschoven door de mensen die ook hun prestaties zullen beoordelen. Het systeem creëert ook verdeeldheid tussen stagiairs die samen stage lopen in hetzelfde ziekenhuis. Als een van hen de opting-out niet tekent, zadelt hij de anderen op met extra shiften van 12 uur.”
Hoe anders kan het lopen in het buitenland, wat duidelijk wordt in een getuigenis in Veto. “Tijdens mijn chirurgiestage in Duitsland had ik een werkweek van 40 uur. Ik voelde me frisser, had meer energie en was minder uitgeput waardoor ik ook beter kon onthouden wat ik doorheen de dag leerde. De focus lag daar heel duidelijk op mijn leerproces en niet op het aantal uren dat ik moest presteren. Dat was echt een verademing. Doordat ik 8u per dag moest werken, had ik ook eindelijk terug tijd om even voor mezelf te kunnen zorgen. Ik had terug een sociaal leven, kon beter ontspannen en ik kon ook terug tijd vrijmaken om aan mijn thesis te schrijven. Ik voelde me terug even gewoon student en daar had ik echt nood aan.”
Onkostenvergoeding
Tweede speerpunt is een verplichte onkostenvergoeding voor wie in België onbetaald een stage aflegt. Waarom? “De zware werklast tijdens de stageperiode zorgt ervoor dat je als stagiair je flexibiliteit verliest om een studentenjob uit te oefenen. Veel studenten hebben die inkomsten echter nodig om hun studies, kot, voeding en dergelijke te betalen. Of je een vergoeding krijgt, hangt nu volledig af van de goede wil van de stageplaats zelf.” Onbetaalde stages werken zo de sociale ongelijkheid in de hand.
Investeren in zorg
Tot slot zien beide geneeskundestudenten ook wel het bredere plaatje: deze toestanden zijn het gevolg van een scheefgegroeid systeem dat ondergefinancierd is. Ziekenhuizen moeten onbetaalde stagiairs inschakelen om het systeem blijvend te laten draaien. Het zorgpersoneel vandaag kreunt onder een immense werkdruk. Het kan niet de bedoeling zijn dat verbeterde werkomstandigheden voor stagiairs betekent dat het zorgpersoneel nog eens extra belast wordt.
En dus zijn meer investeringen en nog veel meer zuurstof nodig dan de recente zuurstofballon die minister Vandenbroucke toekende om de grootste noden te lenigen.
Ziedaar de bezwaren van Arts en Mens die zeker opgepikt zullen worden bij de nakende evaluatie van de arbeidsovereenkomst uit 2022. Daarop bereiden ook de artsensyndicaten zich volop voor door bij hun achterban te peilen naar het oordeel over de recente vernieuwingen. Dat doen ze zowel bij de studenten als bij de stagemeesters. Een historisch akkoord is immers maar historisch als ook de daad bij het woord wordt gevoegd.