Akkoord artsenquota (Vandenbroucke), Vlaamse regering kijkt nog kat uit de boom

Minister Vandenbroiucke maakt zich sterk dat hij een akkoord rond heeft met de Franstalige Gemeenschap over de artsenquota. De Franstalige Gemeenschap stelt vanaf het academiejaar 2023-2024 een numerus fixus in zoals de Nederlandstalige en zal eventuele overtallen die intussen nog worden opgebouwd, de volgende drie jaar indien nodig uitvlakken.

"Na meer dan een kwarteeuw muurvast te zitten, is het akkoord er", aldus de minister die daarbij drie punten beklemtoont:

(1) er komt zekerheid dat een geschikt aantal studenten wordt opgeleid rekening houdend met de behoeften

(2)  alle studenten die aan de opleiding geneeskunde beginnen (omdat ze het vergelijkend examen met succes hebben afgelegd) krijgen de garantie dat ze later het beroep ook mogen uitoefenen en dus een Riziv-nummer krijgen.

(3) de planning van het medisch aanbod houdt rekening met de reële behoeften van zowel de bevolking als de artsen. Dit op basis van een verfijnde en dynamische methodologie van de planningscommissie die unaniem werd goedgekeurd. Zo wordt er een sterke stimulans gegeven aan de huisartsgeneeskunde.

De overtallen uit het verleden (door overschrijding van de vroeger vastgelegde quota) worden volledig weggewerkt, omdat de startcijfers van de planningscommissie er rekening mee houden.

“Het is belangrijk dat we nu eindelijk een structurele oplossing vonden voor het aanslepend probleem van de artsenquota. Niet alleen om studenten die aan de opleiding beginnen de zekerheid te geven dat ze later ook de job van arts mogen uitoefenen, maar ook om de kwaliteit van ons zorgsysteem in de toekomst te verzekeren", zegt Vandenbroucke. "Want de afstemming van het aantal artsen op de behoeften van de bevolking heeft een positief effect op de kwaliteit van de opleiding, op de kwaliteit van de medische beroepen én de kwaliteit van de zorg.”

Inhoud akkoord

Op voorstel van minister Vandenbroucke lag een pakket op tafel dat moet leiden tot een planning van het medisch aanbod dat beter is afgestemd op de noden, met specifieke aandacht voor de knelpuntspecialismes (huisartsen, psychiaters, geriaters) terwijl federale quota dienden te worden gerespecteerd en rechtszekerheid moest bestaan voor de studenten.  Er is ook overlegd met de Vlaamse Regering, die echter te kennen gaf dat ze de realisatie van het akkoord met de Franse Gemeenschap eerst wil afwachten.

Uitgangspunten

1. AANBOD OP BASIS VAN NODEN

Het quotum voor 2028 - zowel langs Vlaamse als langs Franstalige kant - wordt verhoogd. De verhoging vertrekt van het advies van de federale planningscommissie, maar voor het jaar 2028 wordt er uitzonderlijk en eenmalig een extra ‘reserve’ toegevoegd, op basis van een bijkomende verhoging van 10% van het sub-quotum voor huisartsen voor 2028 waar de planningscommissie van vertrokken is. Deze bijkomende ‘reserve’ houdt rekening met de mogelijkheid dat huisartsen in de context van terugkerende epidemieën meer tijd moeten besteden aan het beheren van de volksgezondheid van de hele bevolking (‘population health management’).

Concreet komt dit erop neer dat het totale quotum voor 2028 voor de Franstalige Gemeenschap (voor alle artsen) gelijk wordt aan 744 en voor de Vlaamse Gemeenschap gelijk aan 1104. Aan de planningscommissie wordt gevraagd om de nood aan dergelijke reserve grondig te bekijken; vanzelfsprekend zal zij bij de vaststelling van haar quota in 2029 rekening houden met het feit dat deze eenmalige verhoging voor 2028 toegekend is.

Alhoewel in 2028 een eenmalige verhoging gebeurt, ten voordele van zowel de Vlaamse als de Franstalige Gemeenschap, zullen het dus steeds de berekeningen en scenario’s van de federale planningscommissie zijn, die leidend zullen zijn voor de vaststelling van de quota. De methode die de federale planningscommissie hanteert is unaniem goedgekeurd in deze commissie (9 stemgerechtigde Vlamingen, 6 stemgerechtigde Franstaligen).

Het historisch overschot aan Franstalige kant wordt opgeslorpt, omdat de planningscommissie rekening houdt met deze overtallen in haar rekenmodel. Om dezelfde reden worden alle eventuele overtallen tot en met 2027 aanvaard (voor zowel Vlaanderen als Wallonië) zonder opbouw van een nieuwe ‘schuld’.

"Deze voorstellen laten toe om een boost kunnen geven aan de huisartsengeneeskunde en andere knelpunten zoals de kinder- en jeugdpsychiatrie. Er worden bovendien, elk binnen de eigen bevoegdheden, instrumenten uitgewerkt om te zorgen voor een voldoende spreiding van de (huis/tand)artsen over het gehele grondgebied, en het aantal (huis/tand)artsarme regio’s te verminderen", aldus de minister.

2. ZEKERHEID VOOR STUDENTEN

Alle studenten krijgen de zekerheid dat eenmaal ze de studie aanvatten en succesvol afronden, toegang krijgen voor een opleiding tot een bijzondere beroepstitel (huisarts of specialist) en een Riziv-nummer. Dit geldt ook voor de studenten die vandaag bezig zijn.

3. RESPONSABILISERING VAN GEMEENSCHAPPEN

Het huidige ingangsexamen in Wallonië (numerus clausus) wordt omgevormd tot een vergelijkend ingangsexamen (numerus fixus) vanaf het academiejaar 2023-2024, net zoals in Vlaanderen al het geval was. Dat moet zorgen voor een goede overeenstemming tussen het aantal toegelaten studenten aan de basisopleiding en de federale quota vanaf 2029. De regering van de Franse Gemeenschap heeft zich geëngageerd om dit meteen uit te werken in een eigen decreet.

In afwachting van deze numerus fixus, wordt voor 2022-2023 eveneens een responsabilisering doorgevoerd. Als het aantal studenten in de Franse Gemeenschap dat kan starten in het academiejaar 2022-2023 het quotum van 2028 overschrijdt, zorgt de Franse Gemeenschap er zelf voor, via het eigen decreet, dat dit - in afwachting van de numerus fixus - gecompenseerd wordt de komende drie jaar.

Vanaf 2028 zouden er geen overtallen meer mogen zijn gezien de afdoende filter aan de ingang van de studie. Er wordt evenwel een garantie ingebouwd. Een eventuele overschrijding van het quotum 2028 zal direct volledig worden afgetrokken van het aantal studenten dat toegelaten wordt tot de basisopleiding in 2029, en zo verder.

Stok achter de deur verdwijnt

Het akkoord voorziet dat art69 wordt teruggetrokken uit de wet diverse bepalingen inzake gezondheid, die momenteel ter stemming voorligt in het federaal parlement. Dat artikel voorziet een wettelijke bepaling om federale contingenteringsattesten in te voeren, waarbij enkel studenten die zo’n attest hebben toegang zouden krijgen tot de ziekteverzekering.

Frank Vandenbroucke: ‘We hebben een betere oplossing gevonden met de invoering van het vergelijkend ingangsexamen, en kunnen de studenten nu rechtszekerheid geven. Ik heb de garantie van de bevoegde minister van de Franstalige Gemeenschap, Valérie Glatigny, dat ze onmiddellijk werk begint te maken van het decreet dat een vergelijkend examen (en dus een numerus fixus) organiseert.’

Wat dat laatste betreft, is het uiteraard opletten geblazen. Garanties langs Franstalige kant bleken in het verleden niet altijd wat ze schenen te zijn. Ook blijft het koffiedik kijken of bij een nieuwe legislatuur en een andere federale minister van gezondheid geen nieuwe wetten/decreten zullen gelden. Veel zal dan ook afhangen van de werkbaarheid van deze overeenkomst de volgende jaren om te zien in hoeverre ze geloofwaardigheid kan opbouwen. En in hoeverre men dan nog een stok achter de deur kan hanteren. In eerste instantie is het nu ook uitkijken naar een reactie van de Vlaamse Gemeenschap.

> Vaso sceptisch

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.