De medische raad van het AZ Oudenaarde stuurde op 20 december een motie van wantrouwen naar de voorzitter van de raad van bestuur Stefaan Vercamer en naar algemeen directeur Ann De Maere. Hoe kwam het zo ver en welke richting moet het nu uit? Dokter Katrien Lecluyse, voorzitter van de medische raad, geeft een stand van zaken.
"Sinds enige tijd leefden er spanningen tussen de medische raad enerzijds en anderzijds algemeen directeur Ann De Maere en de voorzitter van de raad van bestuur Stefaan Vercamer. Ons inziens bestond er te weinig overleg en inspraak over de te varen koers. Soms werden we ook te laat ingelicht of men luisterde niet naar ons advies. De medische raad werd te weinig betrokken bij strategische beslissingen."
Op een gegeven moment bleek de maat vol. Dat mondde uit in de motie van wantrouwen op 20 december van vorig jaar. Die motie werd door iedereen van de medische raad getekend en was dus unaniem. Tot nu toe kwam daarop nog geen antwoord. Wel legde Stefaan Vercamer inmiddels zijn mandaat neer "maar hij zou in de raad van bestuur willen blijven zetelen", aldus dokter Lecluyse. "De positie van Ann De Maere is momenteel nog niet erg duidelijk, al moeten we zeggen dat ze de voorbije 18 jaar als CEO vele goede zaken verwezenlijkte. We zitten nu in een mooi traject met het netwerk Gent. Met onder andere het UZ Gent en AZ St-Lucas bestaan er al vlot lopende samenwerkingen. De gesprekken over een verregaande samenwerking binnen het netwerk en een mogelijke fusie werden voorlopig on hold gezet."
Dokter Lecluyse onderstreept dat de motie van wantrouwen helemaal niets te maken heeft met het netwerk Gent waarvan AZ Oudenaarde sinds kort deel uitmaakt. Wel geeft ze toe dat er nood is aan blijvende regionale samenwerking met de andere ziekenhuizen in de Vlaamse Ardennen "maar vanuit de artsengroep bestaat er geen tegenkanting tegen een samenwerking met het netwerk Gent."
Het kernprobleem is en blijft dus dat de artsen niet betrokken worden bij de implementatie van strategische beslissingen en het reeds uitgeschreven zorgstrategisch plan. "We willen de raad van bestuur alle ademruimte geven om te bekijken hoe we deze impasse kunnen oplossen", besluit de voorzitter van de medische raad. "Tot 31 januari heeft die raad de tijd om een antwoord te bieden op onze motie van wantrouwen."