Acht extreme outliers voor dringende ambulante NMR's

Voor de onterechte aanrekening van dringende ambulante NMR's (nomenclatuurnummers 599572 en 599594) recupereerde de Dienst Geneeskundige Evaluatie en Controle (DGEC) 934.289,27 euro van de ziekenhuizen. Er werden acht extreme outliers opgespoord. Voorts startte de inspectie een sensibiliseringsactie op voor de aanrekening medische beeldvorming wervelzuil, blijkt uit het pas gepubliceerde jaarverslag.

Er gelden bijkomende honoraria voor de aanrekening van dringende technische verstrekkingen die 's nachts of tijdens het weekend of op een feestdag worden uitgevoerd, overeenkomstig de daartoe vastgestelde voorwaarden in artikel 26 van de nomenclatuur. Voor de aanrekening van dringende ambulante NMR's gaat het om de nomenclatuurnummers 599572 en 599594. 

Acht extreme outliers ziekenhuizen

In 2018 voerde de inspectie een nationaal controleonderzoek uit over de aanrekening van deze urgentiesupplementen bij ambulante NMR's. Door een impactmeting uit 2022 van deze actie, kon de inspectie 8 extreme outliers bij de ziekenhuizen detecteren. Die rekenden bij meer dan 2,55% van de aangerekende ambulante NMR's in 2019 een urgentiesupplement aan (de mediaan bedroeg slechts 0,236%). 

Na analyse van de gegevens nam de DGEC contact op met de diensthoofden van de afdelingen radiologie van de ziekenhuizen. Hen werd de lijst bezorgd van de urgentiesupplementen die het ziekenhuis bij ambulante NMR's aanrekende tussen 6 augustus 2019 en 18 januari 2022 (gecontroleerde periode). Er werd aan die diensthoofden  gevraagd om de supplementen uit te lichten die werkelijk aan de dringende NMR's konden worden gelinkt en om het voorschrift en het protocol van die NMR's binnen een bepaalde termijn te bezorgen.

Op basis van de ontvangen antwoorden werd een proces-verbaal van vaststelling en een uitnodiging tot vrijwillige terugbetaling verzonden naar de maatschappelijke zetels van de ziekenhuizen die urgentiesupplementen hadden  aangerekend die niet aan de bepalingen van de nomenclatuur voldeden.

Resultaten

Eén ziekenhuis had sinds juni 2019, dus al vóór aanvang van de controleperiode, nog amper urgentiesupplementen bij ambulante NMR's aangerekend. De inspectie sloot dat ziekenhuis van het controleonderzoek uit. Geen van de 7 gecontacteerde ziekenhuizen merkte in de hen toegstuurde lijst supplementen op die aan dringende NMR's konden worden gelinkt. Sommige ziekenhuizen legden de inspectie wel uit dat hun facturatieprogramma automatisch en per vergissing een urgentiesupplement had aangerekend voor NMR's die in het weekend of na 18 uur waren uitgevoerd.

Alle ten laste gelegde supplementen waren dus niet-conform, omdat ze bij niet-dringende NMR's waren aangerekend en niet voldeden aan de nomenclatuurvoorwaarden.

"We legden een totaalbedrag van 934.289,27 euro ten laste, dat de ziekenhuizen volledig en vrijwillig hebben terugbetaald. We hebben een administratieve procedure ingeleid voor 2 ziekenhuizen die in 2019 reeds een procesverbaal van vaststelling hadden ontvangen voor urgentiesupplementen die ze bij niet-dringende NMR's hadden aangerekend en die deze supplementen sindsdien onterecht zijn blijven aanrekenen", aldus de DGEC.

In 2022 diende de inspectie bovendien een voorstel in bij de NRKP (Nationale Raad voor Kwaliteitspromotie) voor een indicator van manifeste afwijking van goede medische praktijk met betrekking tot deze urgentiesupplementen. De indicator werd goedgekeurd en in 2023 in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. "We hebben alle ziekenhuizen die in 2022 NMR-onderzoeken uitvoerden, hiervan op de hoogte gebracht via een sensibiliseringsbrief en een bericht op de website van het Riziv."

Aanrekening medische beeldvorming wervelzuil: sensibilisering

De inspectie wilde tevens nagaan of ziekenhuizen ambulante CT- of NMR-onderzoeken systematisch opsplitsen in meerdere sessies (fractionering), om zo hun aanrekeningen te 'optimaliseren'. De DGEC vond geen aanwijzingen voor fractionering van ambulante CT- of NMR-onderzoeken van de wervelzuil. Ziekenhuizen splitsen ambulante CT- of NMR-onderzoeken niet systematisch op in meerdere sessies.

"We zagen daarentegen dat er 13 ziekenhuizen waren die de nieuwe nomenclatuurnummers helemaal niet aanrekenden voor CT en/of NMR. Deze 13 ziekenhuizen rekenden uitsluitend de ‘oude’ nomenclatuurnummers aan. Sinds 1 december 2018 zijn deze nomenclatuurnummers enkel geldig voor onderzoeken van de cervicale wervelzuil en niet meer voor de andere delen. Deze ziekenhuizen hadden hun facturatiesysteem dus hoogstwaarschijnlijk niet aangepast aan de nomenclatuurswijziging van 2018" veronderstelt de inspectie.

Het gebruik van de ‘oude’, reeds bestaande nummers had voor deze 13 ziekenhuizen geen financiële gevolgen omdat de vergoeding hiervoor gelijk is aan de vergoeding voor de nieuwe nummers. "Daarom hebben we beslist om ons te beperken tot een sensibiliseringsactie. We stuurden sensibiliseringsbrieven naar elk van de 13 ziekenhuizen die de nieuwe nomenclatuurnummers nog niet gebruikten: naar de beheerder, de hoofdarts en het diensthoofd medische beeldvorming. We hebben hen gevraagd om de aanrekeningen na te kijken en hun facturatiesysteem aan te passen, als dat sinds 2019 nog niet gebeurd zou zijn."

(1) De nomenclatuurnummers voor de CT’s zijn 458850 (cervicale gedeelte), 457855 (thoracale gedeelte) en 457870 (lumbosacrale gedeelte). Voor de NMR’s zijn ze 459491 (cervicale gedeelte), 457914 (thoracale gedeelte) en 457936 (lumbosacrale gedeelte). De nomenclatuurnummers zijn 457892 voor de CT’s en 457951 voor de NMR’s. 

> Acht extreme outliers voor dringende ambulante NMR's

> Transparantieregister: cijfers

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.