Na een geboorte genieten zelfstandige werkneemsters en werknemers helaas niet dezelfde rechten als loontrekkenden. Het verschil tussen beide stelsels is nog niet helemaal verdwenen, maar wordt toch al kleiner. Het feit dat moederschapsuitkeringen vanaf volgend jaar maandelijks zullen worden uitbetaald is daarvan een nieuw voorbeeld.
Voor zelfstandige werkneemsters bestaan er in het domein van het moederschapsverlof grote verschillen met loontrekkenden. Hun verlof bestaat uit twee delen waarvan het ene verplicht en het andere facultatief is. Het verplichte moederschapsverlof duurt 3 weken: 1 week voor de bevalling en 2 weken postnatale rust onmiddellijk na de geboorte. Het facultatieve deel van het moederschapsverlof telt 9 weken (10 voor meergeboorte) die vóór of na afloop van de bevalling mogen worden opgenomen.
Tijdens de moederschapsrust heeft de zelfstandige werkneemster recht op een forfaitaire vergoeding van 475,41 euro per week (237,71 euro voor deeltijdse rust). In de praktijk wordt deze uitkering echter vaak betaald op het einde van de rustperiode, waardoor moeders geen inkomen hebben tijdens de weken die volgen op de komst van de pasgeborene.
Voortaan zal dit echter niet langer het geval zijn, zoals werd aangekondigd door Sophie Wilmès, minister van Begroting, en Denis Ducarme, minister van Zelfstandigen: vanaf 2019 worden de moederschapsuitkeringen voor zelfstandigen maandelijks uitbetaald. Dankzij de nieuwe maatregel zou het ook mogelijk moeten zijn om een beter evenwicht te vinden tussen privé- en beroepsleven.