Dr. Roel Van Giel is voorzitter van Domus Medica en vertegenwoordiger van de Alliantie Artsenbelang – Domus Medica (AADM). In deze opiniebijdrage schrijft hij waarom voor AADM een gemengd financieringssysteem noodzakelijk is.
Niets ligt bij collega-artsen zo gevoelig als hun inkomen. We overleggen met collega’s over patiënten, spreken samen over nieuwe wetenschappelijke inzichten, maar ook over kunst, voetbal of zelfs De Mol maar niet over ons inkomen…
Waarom stelt de Alliantie Artsenbelang – Domus Medica (AADM) dan een grondige hervorming van de financiering voor? Waarom poneer je dit dan als jong syndicaat zo prominent in je programma? Waarom stel je jezelf zo bloot aan te verwachten populistische kritiek?
“Voer je het programma van de mutualiteiten uit? Wil je de vrije geneeskunde en het ondernemerschap fnuiken? Wil je van alle artsen ambtenaren maken? Wil je de sociale zekerheid splitsen?” De insinuaties zijn te zot voor woorden maar toch passeerden ze, zoals te verwachten was, de voorbije weken allemaal de revue.
Waarom doe je het dan? Waarom maak je je zo kwetsbaar?
Ten eerste omdat het nodig is om een toekomst uit te bouwen voor alle collega’s die nog tien, twintig, dertig of veertig jaar hun vak met passie willen beoefenen. Ten tweede omdat het noodzakelijk is om onze toegankelijke hoogstaande geneeskunde te behouden.
Is het huidige systeem, overwegend op basis van prestatiefinanciering, dan een duivels systeem? Neen, het prestatiefinancieringssysteem heeft absoluut zijn merites in de uitbouw van een excellente zorg, alleen worden we nu geconfronteerd met een aantal grote problemen die we met dit systeem niet kunnen oplossen.
Beperkingen van financiering per prestatie
Ten eerste heeft het systeem zoals we dat vandaag kennen, zijn oorsprong in de vorige eeuw. Toen maakte de gezondheidszorg grote sprongen voorwaarts door enorme innovaties in de behandeling van acute pathologie. Er was nauwelijks aandacht voor chronische pathologie. Vandaag de dag is de situatie geëvolueerd.
De aanpak van en aandacht voor chronische pathologie wordt steeds belangrijker en vraagt een heel andere benadering: veel meer samenwerking, delegatie van taken, tussentijdse opvolging van de patiënt, educatie van patiënten,… Een overwegend prestatiefinancieringssysteem kan deze elementen niet vergoeden.
Ten tweede zijn de onbezorgde jaren in de gezondheidszorg voorbij.
Groeinormen van 4,5% boven de index zijn enkel nog verre dromen uit het verleden. De huidige groeinorm dekt zelfs niet meer de reële groei. Het gevolg is dat we de laatste vier jaar alleen maar hebben kunnen schuiven binnen het huidige budget in de richting van intellectuele prestaties maar geen innovaties meer hebben kunnen realiseren. Ook dr. Moens gaf in een artikel aan dat we de laatste tijd niets nieuws hebben kunnen realiseren. (1)
Nieuwe behandelingen, nieuwe diagnosetechnieken, nieuwe samenwerkingsvormen worden niet meer terugbetaald omdat we er de middelen niet voor hebben.
Om niet in te boeten aan performantie en om verder te kunnen innoveren is het noodzakelijk om middelen anders toe te kennen en verandering te brengen in het systeem.
Ten derde zijn er ook nog steeds onaanvaardbare verschillen tussen de inkomens van artsen.
Iedereen die effectief in het veld staat, weet welke disciplines exuberante inkomens hebben. Iedereen vindt dit niet langer aanvaardbaar maar de meerderheid op de artsenbank heeft het niet aangepakt. AADM wil dit veranderen omdat elke arts gelijk is en eist een gelijkwaardig inkomen voor elke arts. Geef toe, u weet wat we bedoelen.
Ten vierde zet het huidige prestatiefinancieringssysteem ook aan tot hogere volumes in de zorg, ongepaste chirurgie, ongepaste spoedgevallen en opnames, het remt doorverwijzing en leidt tot meer fragmentatie en duplicatie. (2), (3)
Wat stellen wij in de plaats voor?
- AADM vertrekt vanuit een norminkomen.
Het norminkomen moet afhankelijk zijn van opleiding, beschikbaarheid, workload en verantwoordelijkheid. Dit zorgt voor een correct inkomen voor elke arts. Het gaat dus niet om één vast inkomen voor elke arts (dit om een populistische tweet voor te zijn). Het norminkomen zal variëren per specialisme afhankelijk van een aantal objectieve criteria zoals aantal wachtdiensten, studieduur, complexiteit, verantwoordelijkheid en dergelijke.
In een studie gemaakt op vraag van het Kartel, staat hiervoor een methode beschreven.4 Het norminkomen is een bruto-inkomen en staat los van geassocieerde kosten. Er zal dus een range zijn in de verschillen tussen de specialismen maar het zal wel de bestaande inkomensverhoudingen tussen artsen ingrijpend wijzigen.
- AADM kiest voor een gemengd financieringssysteem.
Om het evenwicht in financiële prikkels juist te zetten, moeten we het evenwicht omdraaien met een grotere vaste component.
AADM kiest daarom voor 60% vaste (= vorm van forfaitaire) financiering.
Deze grote vaste component is geen pleidooi voor het klassieke salaris maar wel voor nieuwe waardegedreven betalingsmodellen die internationaal worden ingevoerd om de volledige zorgketen van de patiënt te financieren. (5), (6)
Deze vaste component zal uit een aantal elementen bestaan. Het gaat deels om een vergoeding per patiënt (zoals we dat nu al kennen bij het GMD, maar kan bijvoorbeeld ook een bedrag per jaar zijn voor de telemonitoring van een patiënt met een bepaalde aandoening), een deel zal praktijkvergoeding zijn en een deel zal bestaan uit ‘bundled payment’. (7)
Daarnaast kiest AADM voor 30% prestatiefinanciering.
AADM vindt prestatiefinanciering belangrijk omdat dit een belangrijke prikkel tot initiatief en productiviteit is, wat de toegankelijkheid van ons gezondheidszorgsysteem moet behouden. In de internationale literatuur kiest men doorgaans voor een lager percentage prestatiefinanciering maar wij zetten deze component expliciet hoger omwille van het belang van een toegankelijke zorg.
Ten slotte kiest AADM voor (maximaal) 10% kwaliteitsfinanciering.
Dit moet artsen die vandaag al excellente kwaliteit leveren, belonen. Op heden is dat niet het geval en wordt kwaliteitsvol werken eerder bestraft dan beloond.
AADM ziet het evenwel niet als een ‘registratie-kwaliteits-financieringssysteem’ waarbij de arts een extra bonus krijgt als hij/zij x aantal vakjes heeft afgevinkt. We zien het wel als een systeem dat kwaliteitsvolle zorg die vandaag al geleverd wordt, evenredig beloont zonder extra administratieve inspanningen.
Artsen nemen het voortouw
AADM gelooft dat een dergelijk gemengd financieringssysteem ons wapent voor de toekomst.
Zowel de internationale literatuur, het Vlaamse CORTEXS-onderzoek als evoluties die zich in andere Europese landen aan het voltrekken zijn, tonen aan dat een gemengde financiering met een verdeling zoals door ons voorgesteld, het meest toekomstgerichte financieringsmodel is voor de veranderende zorgvraag.
Tevens neutraliseert dit systeem de negatieve effecten van elk financieringssysteem apart (prestatiefinanciering, forfaitaire financiering of pay for quality).
AADM stelt ook vast dat internationaal artsen het voortouw nemen en meermaals deze opportuniteiten benutten. (8) Artsen kunnen via de nieuwe betalingsmodellen immers zelf de nieuwe strategie uitbouwen en de ‘drivers’ worden van het businessmodel. (9) De positieve effecten komen zelfs het meest tot uiting als artsen zelf de leiding nemen.
AADM wil hierin het voortouw nemen. Wij steken onze kop niet in het zand voor de problemen van het huidige financieringssysteem. Wij blijven niet dogmatisch vasthouden aan een systeem uit de vorige eeuw.
Natuurlijk brengt elke verandering onzekerheid met zich mee, zeker als het over het inkomen gaat. AADM wil met dit nieuw financieringsmodel een grotere financiële zekerheid (door het norminkomen) bieden, plus het geeft artsen de mogelijkheid om de leiding te nemen in de hele transitie die de gezondheidszorg zal ondergaan.
AADM wil proactief veranderen, net om de vrije geneeskunde te behouden, niet om ze af te schaffen. We hechten belang aan ‘waarde’, meer dan aan ‘volume’ en daarom zoeken we naar betere betalingsmodellen. Wij veranderen omdat wij kiezen voor de toekomst en niet willen blijven vasthouden aan het verleden.
Namens de Alliantie Artsenbelang – Domus Medica,
Dr. Roel Van Giel – voorzitter Domus Medica
Referenties kunnen worden opgevraagd bij de redactie.