Een open brief van een artsentrio zet de stelling fors kracht bij dat eerst de zorgverleners gevaccineerd moeten worden en niet de bewoners van woonzorgcentra (WZC's). De infectiologen Stefaan Vandecasteele en Jens Van Praet (AZ Sint-Jan Brugge) en arbeidsarts voor de stad Brugge Anne-Marie Temmerman houden daarvoor een pleidooi, grosso modo gestoeld op vijf argumenten.
Stefaan Vandecasteele (foto) lichtte niet alleen als infectioloog maar ook als coronacoördinator in het AZ Sint-Jan in Brugge het betoog toe in "De ochtend" op Radio 1. De open brief verscheen tevens op vrtnws. Met de open brief sluiten deze artsen zich aan bij een eerder pleidooi van onder meer de anesthesiologen.
Hier volgt de tekst.
Beste Ministers en beleidsverantwoordelijken,
Wij werken als arts-infectiologen, medisch verantwoordelijk voor corona in AZ Sint-Jan Brugge en als arbeidsgeneesheer voor stad Brugge.
We beseffen zeer goed dat er een hoge nood is voor een COVID-vaccinatie van de bewoners van rust- en verzorgingstehuizen (RVT). De tol die het corona virus van deze groep mensen eist, is onmenselijk. Het is een terechte hoop dat het coronavaccin deze groep mensen terug een menselijk leven zal geven. Indien er slechts enkele weken verschil zou zitten tussen deze doelgroep en het zorgpersoneel, zou de hier aangevoerde discussie zelfs niet zinvol zijn. Maar het ziet er meer en meer naar uit dat het zorgpersoneel buiten de RVT’s nog verschillende maanden zal moeten wachten op zijn vaccinatie.
We willen met deze open brief een dringende oproep doen om rationele argumenten te laten primeren op emotionele door in de prioriteitenlijst van de vaccinatiecampagne ernstig te overwegen om als eerste het verzorgend personeel dat rechtstreeks bij de patiënten in de RVT én de ziekenhuizen staat - verpleegkundigen, zorgkundigen en artsen - te vaccineren, en slechts erna alle andere terechte doelgroepen, inclusief bewoners van rusthuizen. Er is een belangrijke schaarste van vaccins, en er zullen schrijnende prioriteiten moeten gesteld worden.
We stellen deze vraag niet als kritiek op het beleid, maar uit een grote bezorgdheid voor alle personeel uit de zorgsector en ons gezondheidssysteem op zich. En dit om volgende redenen:
1. De tweede COVID-golf heeft een gelijkaardig verloop als de eerste. Eerst een brede verspreiding in de maatschappij bij jonge, gezonde mensen, erna een golf van hospitalisaties die gevolgd wordt door een overrompeling van de diensten voor intensieve zorg. En in de staart van de epidemie een hardnekkige verspreiding in kwetsbare populaties, zowel in rust- en verzorgingstehuizen als in de ziekenhuizen. In deze laatste fase worden de ziekenhuizen broedplaatsen voor COVID-infecties, en is het zorgpersoneel de motor achter de epidemie en de besmetting van kwetsbare patiënten. Dit zelfs als de nodige beschermende maatregelen maximaal gevolgd worden. Hierdoor wordt een veilige zorg voor gelijk welk medisch probleem problematisch.
2. De data die we hebben over de werkzaamheid van het vaccin zijn ronduit schitterend. Het vaccin beschermt 19 op de 20 gevaccineerde personen tegen een COVID-infectie. We hebben evenwel weinig data die bewijzen dat hoge werkzaamheid voor dit vaccin ook geldt voor hoogbejaarde personen, terwijl er heel veel data zijn voor andere vaccins dan het COVID-vaccin die aantonen dat deze groep personen in regel veel minder beschermd wordt door een vaccin dan jongere groepen.
3. Het zorgpersoneel is uitgeput, maar moet toch in overdrive blijven werken. Een snelle vaccinatie van deze groep zou het gigantische absenteïsme door COVID en quarantainemaatregelen, en de gigantische werkdruk sterk helpen verminderen. We zien echt niet goed hoe onze gezondheidszorg nog een derde golf kan opvangen.
4. Zorgpersoneel heeft 3,5 keer zoveel kans om met COVID besmet te geraken als andere populaties van de maatschappij. De naasten van zorgpersoneel hebben bijna dubbel zoveel kans om COVID te krijgen als andere mensen. Een vaccinatie van het zorgpersoneel zou dan ook diegenen beschermen die door hun dagdagelijkse inzet voor onze maatschappij en voor de anderen meer dan wie ook blootgesteld worden aan het risico op een COVID-infectie bij hen of hun naasten.
5. De toedieningswijze en de bewaarvereisten van het Pfizer vaccin maken van het correct bereiden en toedienen van dit vaccin een ganse uitdaging. Indien dit gebeurt door mensen die dit niet gewoon zijn, is het risico reëel dat met één flesje vaccin geen vijf, maar slechts vier mensen zullen kunnen gevaccineerd worden, of dat foutieve bewaaromstandigheden er toe zullen leiden dat een product wordt ingespoten dat ondertussen zijn werkzaamheid verloren heeft. Om die reden lijkt het zinvol om de toediening zoveel mogelijk in goed gecontroleerde omstandigheden te doen, zoals in ziekenhuizen of gespecialiseerde vaccinatiecentra.
6. De reguliere gezondheidszorg draait al ongeveer twee maanden op halve kracht. Reguliere zorg wil zeggen zorg voor ernstige maar niet superdringende hartoperaties, beginnende kankers, en heel wat medische zorg die de levenskwaliteit en levensverwachting van mensen sterk verbeteren. Deze zorg kan niet blijvend worden uitgesteld zonder erge consequenties. Wat we nu collectief inleveren aan kwaliteit van gezondheidszorg, zou onze eigen standaarden van één jaar terug op geen enkele manier overleven. Ons zorgsysteem is niet als een kaartenhuisje in elkaar gevallen, maar onder onze ogen langzaam als een pudding in elkaar aan het zakken. En enkel een snelle vaccinatie kan een verdere implosie voorkomen.
Stefaan Vandecasteele (infectioloog), Jens Van Praet (infectioloog), Anne-Marie Temmerman (arbeidsarts)