Meta-analyses onderzochten de betrouwbaarheid en de doeltreffendheid van telegeneeskunde voor mentale zorg, maar meer onderzoek is nodig om een aantal kennishiaten weg te werken, zo zeggen de professoren Dawn E Sugarman en Alisa B Busch, McLean Hospital, Harvard Medical School in de British Medical Journal.
Uit de resultaten van meta-analyses blijkt dat de klinische resultaten van telegeneeskunde vergelijkbaar zijn met die van face-to-face zorg, maar er is veel onverklaarde variabiliteit, en er zijn aanwijzingen dat klinische en demografische kenmerken van de patiënt deze bevindingen kunnen beïnvloeden. Verder zijn er lacunes in de literatuur met betrekking tot specifieke patiëntenpopulaties (bijvoorbeeld patiënten met psychotische stoornissen, kinderen/adolescenten), behandelingsmodaliteiten (bijvoorbeeld groepstherapie), audio-only telegeneeskunde, en hybride zorg. Deze lacunes bieden belangrijke aanwijzingen voor toekomstig onderzoek naar telegezondheidszorg voor mensen met psychische problemen, zo zeggen de auteurs over hun ‘review’ van meta-analyses.
Vóór de covid-pandemie was het gebruik van telegeneeskunde in de geestelijke gezondheidszorg toegenomen (‘telemental health’), maar niet wijdverbreid. De pandemie, de maatregelen om de pandemie te bestrijden en een gelijktijdige versoepeling van het betalings- en regelgevingsbeleid in de gezondheidszorg om een snelle invoering van telegeneeskunde te vergemakkelijken, heeft het gebruik ervan enorm versneld, met name voor de zorg voor geestelijke gezondheidsproblemen.
Voor en na
Het is niet verrassend dat de invoering van telegeneeskunde bijzonder krachtig is geweest, zo zeggen de auteurs. Geestelijke gezondheidszorg, waarbij patiënten doorgaans niet fysiek worden onderzocht, is heel geschikt voor telegeneeskunde. Vóór de pandemie was er al veel onderzoek gedaan naar de effectiviteit en doeltreffendheid ervan, met name voor depressie en angststoornissen. Verder wordt in de bestaande literatuur uitvoerig ingegaan op de voordelen van telegeneeskunde voor een betere toegang tot de zorg voor patiënten die grote afstanden moeten afleggen om toegang tot zorg te krijgen, patiënten die mantelzorgers zijn en het moeilijk vinden om van huis weg te gaan voor afspraken, of die een baan hebben die het moeilijk maakt om toegang tot zorg te krijgen als ze daarvoor het werk zouden moeten verlaten.
“Gezien het potentieel van de nieuwe prominente rol van ‘telemental health’, is het belangrijk om de reikwijdte van de evidence base voor ‘telemental health’ tot nu toe te begrijpen. Onze ‘narratieve review’ vult een leemte in de literatuur door meta-analyses over ‘telemental health’ samen te vatten. Gezien het volume en de complexiteit van de literatuur over telegeneeskunde voor mentale gezondheid (tientallen jaren en een verscheidenheid aan onderzoeksmethoden, patiëntenpopulaties en settings), geeft een narratieve review duidelijkheid over de reikwijdte en kracht van de literatuur.”
Wat nog bewezen moet worden
Uit de meta-analyse over behandelingsresultaten blijkt dat ‘telemental health’ minstens even doeltreffend is als face-to-face zorg. Maar er moeten enkele belangrijke nuances gemaakt worden bij deze algemene conclusie: de doeltreffendheid van ‘telemental health in vergelijking met ‘live’ zorg kan variëren naargelang patiëntkenmerken (klinisch of demografisch) en per type ‘telemental health’ (bijvoorbeeld telefonische versus face-to-face zorg voor PTSS). Er is ook weinig specifiek onderzoek gedaan naar telefonische versus face-to-face zorg. Hoewel telefonische consulten toegankelijker kunnen zijn, zijn er beperkingen aan deze modaliteit, zoals het ontbreken van visuele non-verbale signalen en het risico op afleiding. Het is daarom belangrijk om beter te begrijpen of de doeltreffendheid van ‘telemental’ zorg via de telefoon (d.w.z. alleen audio) gelijk is aan die van persoonlijke zorg en of/welke combinatie van telefoon en persoonlijke zorg even doeltreffend is als face-to-face zorg.