Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) waakt erover dat zowel patiënten, werknemers als baasjes van huisdieren optimaal worden beschermd tegen de gevaren van ioniserende straling. Op 1 maart wordt een verduidelijkte en gemoderniseerde wetgeving rond stralingsbescherming van kracht, die gebaseerd is op een Europese richtlijn.
De basisprincipes van stralingsbescherming zijn rechtvaardiging en optimalisatie van de blootstelling aan ioniserende straling. Met andere woorden: als een evenwaardige techniek mogelijk is, dan moet ioniserende straling worden vermeden en als ze toch wordt gebruikt, dan moet de aanwending ervan optimaal verlopen en de stralingsdosis tot een minimum worden beperkt, uiteraard zonder het medisch doel uit het oog te verliezen. De vernieuwde wetgeving steunt nog altijd op die principes, maar werd verduidelijkt en dieper uitgewerkt naar aanleiding van de evoluties in de (dier)geneeskunde.
Bij de toepassingen die artsen en tandartsen gebruiken, ligt de focus op de patiënt. De nieuwe regelgeving beschrijft duidelijk welke info patiënten moeten krijgen vooraleer ze een onderzoek of een behandeling met ioniserende straling ondergaan.
Bent u zwanger?
De behandelende arts zal de patiënt in de toekomst ook meer vragen stellen. Zo is het onder meer belangrijk om na te gaan of de patiënt (mogelijk) zwanger is, want embryo’s en foetussen zijn gevoeliger voor ioniserende straling dan volwassenen. Om de kwaliteit en de veiligheid van de onderzoeken en behandelingen te kunnen garanderen, werden de nodige maatregelen vastgelegd of verduidelijkt.
In de nieuwe wetgeving staat bovendien een opsomming van de technieken die aanvaard zijn. Als een arts gebruik wil maken van technieken die (nog) niet in die lijst staan, dan moet hij dat geval per geval motiveren en documenteren. Daarnaast is er ook een lijst opgenomen van technieken die verboden zijn.