De Vlaamse overheid werkt aan een Zorgatlas om het zorgaanbod in Vlaanderen precies in kaart te brengen. Een voorproefje is onder meer een kaartje met de specialistendichtheid afgezet tegen het aantal inwoners. Dat in een poging om een beter beeld te krijgen van de zorgregio's en dus ook om de eerste op de tweede lijn af te stemmen. Hoe ziet dat kaartje eruit?
Onder de titel 'Aanbodratio's specialisten op 31 december 2016' komt de Vlaamse overheid tot een spreidingskaart voor arts-specialisten in Vlaanderen op basis van Rizivgegevens. Welke methode werd gevolgd? "We maakten de kaarten met de verdeling natural breaks (Jenks). Hierbij wordt het verschil tussen groepen gemaximaliseerd", luidt het. "Tevens worden speciale gevallen gemakkelijker zichtbaar en is het beter om geografische patronen te zien." De methode maximaliseert met andere woorden de variantie tussen verschillende groepen via dataclustering.
Toch is de oefening op zich niet zo eenvoudig, want hoe breng je de spreiding van specialisten geografisch in beeld en met welke 'geografische eenheden' werk je? De onderzoekers namen als eenheid 'zorgregio kleine stad' omdat de kaarten gemaakt worden op basis van het privéadres van de gspecialisten. "Specialisten werken evenwel vooral in ziekenhuizen waarbij de spreiding per gemeente of een ander subniveau niet de spreiding zou weergeven van de plaats waar ze werken, luidt de uitleg. Bij de keuze van de zorgregio Kleine Stad met grotere gebieden, is dit probleem wat uitgevlakt."
Hierbij de kaart die het aantal inwoners per specialist toont.
Het kleinste aantal inwoners per specialist vinden we in Vlaams-Brabant. Dat zal niemand verbazen en wellicht wordt het met brio geklopt in Brussel waarover helaas geen dergelijke gegevens voorhanden zijn op dit moment.
Ook de kust en de omgeving van Gent springt eruit. Gebieden waar specialisten zeer dun gezaaid zijn per inwoner (zwart of donkergroen) zijn eerder te vinden aan de (taal)grens in West-Vlaanderen en tegen Nederland.